donderdag 23 juni 2011

Nationaal-Syndicalisme: Een Handvest

Iedere arbeider weet dat er iets goed mis is met de industrie. Internationale giganten zoals Unilever en Monsanto hebben grote macht en monopolies. Georganiseerde groepen van anonieme “zakenmannen” kopen bedrijven en ketens op om hun “financiële rijken” op te bouwen. Werkloze politici, gepensioneerde hoge legerofficieren en hun gelijken worden ongeacht hun talent en meestal bevoorrecht door rijkdom verkozen in de raden van bestuur.

Dat is Kapitalisme! Onder dit systeem worden grote winsten niet terug gegeven aan het jaarlijkse geplunderde kapitaal van de werkende bevolking. Opgeblazen dividenden worden opgezogen door aandeelhouders die niet deelnemen aan het productie proces. Vergoedingen voor bestuurders en andere rompslomp van de industriële heersende klasse worden ervan af getrokken in plaats van dat het naar de arbeiders gaat die hun gehele leven verkwisten in de productie. Erfelijke welvaart en promotie door afkomst zijn barrières voor gelijke kansen voor arbeiders.

Wat moeten de arbeiders doen? Onder de huidige condities hebben zij enkel keuze uit twee kwaden; Privaat Kapitalisme of Staats Kapitalisme. Of zij kunnen hun industrieën uit de greep van deze twee parasieten halen en deze efficiënt runnen terwijl ze onderling de winsten delen binnen het systeem dat we Nationaal Syndicalisme noemen.

Iedere arbeider weet dat het mogelijk is om een industrie te runnen zonder hulp van deze parasieten. De inkopers die grondstoffen vinden, de technici, de operators in de werkplaats, de chefs en voormannen die de economische productie veilig stellen, de secretaris die de prijzen vast legt en de verkoper die de markten vind – deze vormen de vitale elementen van de industrie. Werkend als een team kunnen deze elementen efficiënt produceren; als zij de winsten delen is een efficiënte industrie in hun belang en arbeidsverzuim een misdaad tegen hun mede arbeiders.

Het is niet nodig om een heersende klasse te tolereren waarvan het weekend begint op vrijdagochtend en eindigt op maandag middag. Het is niet nodig een heersende klasse te tolereren wiens uitgaven worden uitgerekt om in “industriële” gemakken als luxe villa’s en uitbundige vakanties in het buitenland te voorzien.

Het Nationaal Syndicalisme eist dat allen zullen werken en dat allen zullen genieten van de vruchten van hun arbeid. In een tijd waarin de heersende klasse haar financiële macht gebruikt op de effectenbeurs om door middel van fusies de controle te verdelen onder nog minder handen en waar nationalisatie enkel heeft geleid tot een nieuwe heersende klasse, verzet het Nationaal Syndicalisme zich tegen al deze maatregelen van het Kapitalisme met de compromisloze vastberadenheid om de arbeiders controle over de industrieën en de winsten te geven. 


I: Nationaal-Syndicalisme of Gilde-Socialisme staat voor sociale gelijkheid en erkent het recht van een individu om voor zichzelf en zijn familie te werken zolang dit niet het algemeen belang schaadt.
Om die reden zal het Nationaal Syndicalisme zich nooit bemoeien met individuen die hun eigen winkel, boerderij of klein bedrijf hebben; met name niet met diegene die nieuwe industrieën lanceren. Teams van technici mogen werken op nieuwe industriële projecten, maar de initiële uitvinding of het leidende vermogen is praktisch altijd het werk van een individu of leider. Als het individu wordt vernietigd, dan wordt vooruitgang vernietigd. Daarom zal het Nationaal Syndicalisme de weg vrij maken voor individueel initiatief. Het enige wat het eist is dat deze individuen de sociale wet van evenredig loon nakomen evenals geschikte werkcondities. Het individu wordt beschermd en wordt aangemoedigd om het algemeen belang te dienen.

II: Industrieën die te groot groeien voor leiding door een individu worden gesyndicaliseerd.    
De leiding wordt doorgegeven aan iedereen die binnen het bedrijf werkt. De arbeiders zullen een raad vormen die de plaats in neemt van de oude aandeelhouders; zij zullen regelmatig samenkomen om een industriële voorzitter te kiezen; directeuren en andere leidinggevenden uit hun eigen rangen. Iedere arbeider zal een gelijkwaardige stem hebben. Aan het einde van ieder jaar zal de voorzitter de winsten verdelen onder de leden van de raad. De voorzitter en leidinggevenden zullen volledige macht krijgen van de raad voor een afgesproken tijd, waarna ze op het einde verslag van hun rentmeesterschap zullen doen tegenover de raad, die deze doet aftreden of voor nog een periode laat doorgaan.

III: Syndicalisme staat voor arbeidersmacht over de industrie.
De term arbeider heeft betrekking op managend personeel, technici, operators, deze uitdrukkingen geven functies aan en niet de sociale positie. Het is vanuit de rijen van deze arbeiders dat voorzitters, directeurs en andere leidinggevenden worden verkozen door de raadsleden (in plaats van onder het Kapitalisme door de aandeelhouders).

IV: Controle over de Industrie betekent volledige Industriële Democratie.   
De overheid zal enkel ingrijpen op dit vlak wanneer de mensen van het volk als geheel worden uitgebuit door opgevoerde prijzen om onnodige winst te verkrijgen. Door het volk als geheel verkozen zal deze in belang van het gehele volk handelen. Het algeheel belang heeft altijd voorrang boven het belang van een deel. Een neiging naar onnodige hoge prijzen zal in de meeste gevallen gecontroleerd worden, echter met behoud van een grote mate van competitie binnen de Syndicalistische industrie. Dit door het terugdringen van iedere poging van speculanten om de beurs te gebruiken tegen de arbeiders, door het volk de baas te maken over de banken en de financiële instituties waardoor zij worden gevormd tot ware dienaren van de industrie en door genoeg kapitaal beschikbaar te stellen voor investeringen via overheden en nationale spaarpotten.

V: Nationaal Syndicalistische scholen    
Elke industrie zal voldoende technische instellingen voor trainingen hebben om nieuwe toetreders van educatieve scholen op te leiden. Deze Syndicalistische scholen zullen er ook zijn om arbeiders op te leiden om hun nieuwe taken als bestuurders te vervullen. Recht op toegang tot deze scholen is open voor iedereen die binnen een bepaalde industrie werkt, waardoor voorkomen wordt dat er een nieuwe erfelijke klasse ontstaat. Er zullen kansen voor iedereen zijn, maar voor niemand privileges. Enkel afgestudeerde arbeiders van Syndicalistische scholen zullen in aanmerking komen om verkozen te worden voor het industriële bestuur.

VI: Lonen en winst 
Iedere arbeider binnen de industrie zal het tarief voor de baan krijgen als basis loon, welke automatisch zal toenemen als de nationale productiviteit toeneemt. Ter aanvulling zullen arbeiders mee profiteren van de winsten binnen de industrie; het aandeel van de arbeider wordt bepaald door zijn diensten en zijn aandeel in het productie proces. Door onderscheid te maken binnen diensten en aandeel zorgt het Nationaal Syndicalisme ervoor dat zowel man als vrouw worden aangemoedigd om de industrie te blijven opbouwen, zonder dat men wordt bestraft als men oud en traag wordt. Er zal aanmoediging zijn voor arbeiders om promotie te krijgen wat ervoor zorgt dat de industrie de beste mensen op de beste plaatsen heeft.

VII: Industriële verzekering           
Voor het Nationaal Syndicalisme is het een onverbiddelijk onrecht om een zieke of oude arbeider een lager loon te betalen ten opzichte van zijn normale loon. Daarom zullen er betere verzekeringen worden gegeven aan alle arbeiders zodat deze hun normale standaard van leven kunnen blijven behouden. Ziekte vergoeding en compensatie voor ongevallen moeten oplopen tot zeker 75% van het normale loon van een arbeider en direct betaald worden zodra iemand incapabel is om te werken. Industriële pensioenen moeten in verband staan met de oude diensten en het loon ten tijde van pensioen. Deze pensioenen zullen automatisch omhoog gaan bij elke toename in de levenskosten.

Bijdragen om deze voordelen te dekken worden deels door het industrieel syndicaat en deels door de arbeiders betaald aan een Industrieel verzekeringsfonds dat onder de staat valt. Deze bijdragen zullen afhankelijk zijn van het arbeidersloon en het aantal afhankelijken.

VIII: Vermindering van de arbeiders
Elke arbeider heeft recht op een maand loon voor elk jaar van dienst bij ontslag dat niet aan de arbeider zelf te wijten is.     

IX: Toekomstige investeringen
(a)    Privaat spaargeld: Het publiek mag niet direct investeren in een industrie zodra deze gesyndicaliseerd is, maar zal worden aangemoedigd om te investeren in overheidsfondsen, Nationaal Spaargeld enzovoorts.
(b)   Industrieel spaargeld: Industrie zal worden aangemoedigd om te lenen tegen vaste rente bij een Nationaal Industrieel investeringsfonds dat opgezet wordt voor industriële ontwikkeling.

Op deze manier heeft de industrie twee middelen om kapitaal te lenen voor investeringen met lage vaste rente. Via de overheid, bij een Industriële bank of met eigen geld. Bij al van deze methodes is het niet mogelijk dat er een nieuwe groep van afwezige aandeelhouders op duikt om de industrie van buitenaf te controleren.

X: Ontwikkelingsraad      
De overheid zal een raad van syndicaatsleiders, vakbonden, technici en wetenschappers opzetten om de uitbreiding van industrieën te plannen en wanneer nodig gedateerde industrieën stop te zetten alvorens personeelsvermindering zorgt voor werkeloosheid. Door veranderingen binnen de consumentenvraag te bestuderen en nieuwe industriële projecten te financieren zal verspilling van nationale middelen tot een minimum gehouden worden.

XI: Vakbonden
Nationaal Syndicalisten zijn verenigd wanneer zij stellen dat de vakbonden niet veranderd kunnen worden zonder de volledige instemming van de arbeiders. Arbeidsorganisatie vormt de basis van de Nationaal Syndicalistische procedure en de steun die nodig is om in de toekomst het lot van de werkende klasse te vervullen. Daarom zullen vakbonden een grote rol spelen omdat zij helpen de arbeiders de controle over de industrie te geven.

Om de vakbondsorganisatie zo krachtig te maken als mogelijk is wordt er een lidmaatschap geïntroduceerd in 100% van de gehele industrie. Nationaal Syndicalisten zullen geen andere macht hebben dan die van de arbeid.

XII: Stakingsacties      
Veel te lang zijn stakingen het enige wapen geweest van de werkende klasse om het bestuur te beïnvloeden. Echter wanneer de industrie gerund wordt door arbeiders, zijn stakingen en vergelijkbare acties overbodig en tegenstrijdig met de belangen van de werkende klasse. Echter zal het Nationaal Syndicalisme altijd het recht om te staken hoog houden tot de arbeiders zelf bepalen dat ze deze laatste verbinding met de oude tijd willen laten varen.


Prioriteiten voor Syndicalisatie  

Laat er geen misverstand over bestaan dat de arbeiders de volledige macht wordt gegeven na de Syndicalisatie van genationaliseerde industrieën. Eerst zullen alle arbeiders in elke monopolie en vereniging worden bevrijd in vooraf bepaalde volgorde naar belang van het nationaal leven als geheel. Grote conglomeraten zoals Monsanto en Unilever en al hun afdelingen zullen eerst aandacht krijgen evenals de andere grote industrieën. Nadat alle monopolie ondernemingen zijn gesyndicaliseerd zullen andere industrieën volgen afhankelijk van grote en belang. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten