maandag 29 december 2014

Het TTIP verdrag: Niet te stoppen vrije val op weg naar de Corporatocratie

Amerika geldt al decennia lang als de onbetwiste supermacht, wiens invloed zich over de gehele wereld uitstrekt. Nu in het licht van de tanende Amerikaanse economie, de continu oplopende – nu al exorbitante – schuldenlast en de opkomst van nieuwe supermachten die het land naar de kroon steken begint Amerika langzaam maar zeker steeds meer als een kat in het nauw rare sprongen te maken om maar haar macht te blijven consolideren. Niet alleen door middel van de voor ons allen zichtbare oorlogen, maar vooral via economische maatregelen en verdragen. 


In allerijl worden er onder de Obama administratie zo veel mogelijk vrijhandelsverdragen gesloten met zo veel mogelijk landen en samenwerkingsverbanden, waarin Amerika nu nog als de “bovenliggende partij” grotendeels de dienst uitmaakt. Dit alles zodat ook na een eventuele ineenstorting van de Amerikaanse economie of bij het dominanter worden van bijvoorbeeld de Chinese en/of Russische economie, de VS al zo veel landen economisch aan zich gebonden heeft dat de wereld en de daarbij behorende economie wel onder diens invloedssfeer moeten blijven en zich naar de regels en maatstaven van de VS zullen moeten blijven gedragen.

Zoals de meeste mensen van ons welbekend is, wordt Amerika geregeerd door het bedrijfsleven en door Wall Street. Zij bepalen onder andere ook wie de volgende president wordt. En zij zijn uiteindelijk degenen die het meeste van dit soort vrijhandelsverdragen profiteren en deze ook instigeren.

Europa ligt al geheel onder de sluier van de Amerikaanse invloedssfeer sinds het einde van de tweede wereldoorlog. Dit onder andere door de invoering van het Marshallplan. Via de EU wordt de macht van de VS steeds verder uitgebreidt met ieder land dat als nieuw lid zich bij de EU aan “mag” en wil sluiten. De Europese naties hebben al jaren geleden hun relatieve eigenheid, autonomie en nationale soevereiniteit opgegeven om een soort “Amerika light” versie te worden. De invloed van Amerika en diens cultuur is alom voelbaar en merkbaar. Als Amerika zegt spring, dan vraagt de EU enkel hoe hoog, wanneer en waar.

De EU heeft veel van zijn globale “marktaandeel” verloren de laatste jaren, maar geldt toch nog steeds als een belangrijke handelspartner mede vanwege zijn internationale invloedssfeer en grote aantal potentiële consumenten. Vanwege de tegenvallende Euro en de crisis is er voor de EU en diens machthebbers geen discussie mogelijk en moeten we met de ogen dicht direct in het diepe van het handelsverdrag springen. Enige behoudendheid van die kant is enkel een schijnconstructie om het volk en de sceptische partijen tevreden te stellen. Door het verdrag van Lissabon (waar wij als volk onder andere in Nederland tegen gestemd hebben) heeft de Europese commissie de absolute macht om voor alle lidstaten te beslissen, zonder enige inmenging van individuele Europese nationale regeringen.


Het TTIP

Het nieuw te sluiten vrijhandelsverdrag tussen de VS en de EU is de TTIP, het "Transatlantic Trade and Investment Partnership".

In principe is er al zo goed als vrij handelsverkeer tussen de EU en de VS. De redenen voor dit verdrag zijn dan ook wat obscurer dan enkel vrijhandel. Alhoewel de EU en de VS nu nog in de fase van onderhandelen zitten, kunnen we er gezien eerdere ervaringen wel van uit gaan dat dit verdrag of een dergelijk verdrag zeker in de nabije toekomst wel gesloten zal worden.

Ondanks dat wij hier in de EU onder de vlag van de zogenaamde “vrijheid en democratie” leven, worden de besprekingen over het TTIP akkoord, een akkoord dat ons allen aangaat, onder een sluier van geheimzinnigheid verborgen. Het hele proces van de onderhandelingen is onder een dikke laag mystieke rook bedekt en voor de meeste mensen is dan ook niet duidelijk wat dit voor onderhandelingen zijn, waar ze over gaan en wat het verdrag precies zou gaan betekenen. Pas toen er dingen begonnen uit te lekken, kwam men er mee naar buiten dat er onderhandelingen gaande waren. Nu momenteel zijn de onderhandelingen weer in schaduwen gehuld, want men zorgt er wel voor dat dit soort dingen weer uit de media verdwijnen of dat er geen aandacht meer aan geschonken wordt. Zodra er niks meer over in het nieuws is, kan het mensen namelijk niet zo veel meer schelen. Dit betekent desalniettemin dat de onderhandelingen in volle hevigheid verder gaan, alleen geen haan meer die er naar kraait.

Als er al iets van nieuws naar buiten sijpelt, wordt het met de mantel der propaganda bedekt. Het verdrag zou meer banen creëren, de economie een boost geven en over het algemeen enkel gunstig uitpakken voor ons aller naties en ons aller mensen. Dit moet natuurlijk wel beweerd worden want anders krijgen ze geen enkele maatschappelijke en/of politieke steun, wat misschien zou resulteren in protesten of opstanden. De machthebbende elites willen natuurlijk deze maatschappelijke onrust uitstellen tot het verdrag gesloten en geïmplementeerd is, dan is het immers zo goed als niet meer terug te draaien. Het volk zou kunnen weten wat er gaande is maar wil dom gehouden worden, men wil geloven in de beste intenties van onze politici, men wil geloven in onze zogenaamde “vrijheid en democratie”. Echter eerdere door de VS aangegane handelsverdragen hebben al meer dan het tegendeel bewezen. Eveneens de EU farce zou mensen ook al de ogen geopend moeten hebben. De rijken worden rijker en dat is het enige voordeel! Waarom zou het met dit verdrag iets anders zijn, of iets anders verlopen?

De bedoeling van het TTIP verdrag is om de economieën van de EU landen en die van de VS samen te voegen en daarmee te reguleren. Echter bij het samenvoegen van de twee markten zullen de goede kwaliteiten van de beider markten voor zoverre afgeschaft worden en de slechtere kwaliteiten door beiden aangenomen worden. De kans dat de EU het protectionistische van de eigen markt van de VS over zal nemen is nihil evenmin als dat de VS de strengere voorwaarden wat betreft voedselveiligheid over zal nemen van de EU. Hoewel, zoals al eerder genoemd door de machtspositie die de VS (nu nog) bekleedt zullen de aanpassingen vooral aan EU kant doorgevoerd moeten worden en blijft de VS evenwel waarschijnlijk gewoon de baas over de eigen markt. Met andere woorden, de VS mag op oude voet doorgaan en de EU moet aanpassen, zonder de enige “voordelige” eigenschap van de Amerikaanse markt over te mogen nemen (het protectionisme).

Er valt eigenlijk maar van 1 clausule met vrijwel zekerheid te zeggen dat deze onderdeel van het verdrag uit zal maken, omdat deze tot nu toe van ieder handelsverdrag deel uit maakt dat de VS gesloten heeft. Te weten; de investeerders-staat geschillenregeling. Dit houdt simpelweg gezegd in dat bedrijven de mogelijkheid hebben om individuele staten – die ondergeschikt zijn aan het TTIP verdrag- voor geheime arbitrage –bestaande uit bedrijfsjuristen- commissies te dagen. Deze commissies staan boven de nationale rechtbanken waardoor overheden verplicht zijn om zich aan de uitspraken van deze commissies te houden zonder daarbij enige verantwoording of verklaring aan het volk af te moeten leggen. Regeringen hebben dus met het TTIP verdrag geen enkele macht of zeggenschap meer en hebben geen enkele mogelijkheid meer om het volk, de natuur, het welzijn, banen etc. te beschermen. Voor zover onze zogenaamde “democratie”, met het TTIP verdrag definitief ingeruild voor de corporatocratie. Er zijn al stappen gezet tot rechtszaken zoals tegen onder andere Duitsland over het willen stoppen met het gebruiken van kernenergie. De kosten van door bedrijven aangespannen juridische zaken kunnen enorm oplopen voor overheden, wat tot gevolg heeft dat sociale en milieuwetgeving worden afgezwakt en de belastingdruk wordt verzwaard.



De corporatocratie

Al vanaf de start van de onderhandelingen wordt het TTIP verdrag geschreven door lobby groepen, waar zij ook zeer trots op zijn en onderling uitgebreid over opscheppen. De bedrijven met het meeste geld, en bereid dat uit te geven, en de bedrijven met de beste lobby groepen hebben dus de meeste macht en zeggenschap binnen het TTIP verdrag en kunnen dus in grote mate de inhoud van het verdrag bepalen.

De commissie verantwoordelijk voor de onderhandelingen heeft tot dusver circa 600+ vergaderingen gehad en overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de grote bedrijven en industrieën terwijl er misschien 5 tot 8 van zulke vergaderingen en overleggen met burgerlijke of maatschappelijke vertegenwoordigers of groepen zijn gevoerd. Deze laatste krijgen vrijwel zeker ook gehele andere dingen te horen dan dat de bedrijven te horen krijgen. Dit laat eens te meer zien waar het zwaartepunt van de onderhandelingen ligt. Het moge duidelijk zijn dat ondanks de vele mooie praatjes dat dit verdrag ons allen ten goede zal komen, het enkel ten goede zal komen van de belangen van de grote bedrijven en industrieën. Dit verdrag heeft nooit gedraaid om de belangen van het volk, enkel de belangen van de bedrijven en hun mogelijkheden om bestaande regelgevingen te omzeilen. Eerdere door de VS aangegane vrijhandelsverdragen hebben dit al eens te meer uitgewezen; zoals NAFTA.

Onze nationale regeringen zijn in grote mate medeplichtig aan deze gang van zaken. Ze proberen zich wel – volkomen onterecht- te verbergen achter het onderhandelingsmandaat dat ze aan de Europese Commissie hebben gegeven, maar ze roepen deze commissie ook nimmer ter verantwoording en ondanks dat ze de mogelijkheid wel hebben nemen ze, ze ook geen macht af.

De Europese commissie verantwoordelijk voor de onderhandelingen heeft de individuele lidstaten wel beloofd niet te tornen aan de Europese standaarden voor consumenten veiligheid en milieustandaarden, echter de geschiedenis heeft al eerder uitgewezen dat in Brussel beloftes niets waard zijn. Er wordt namelijk al wel degelijk over onderhandeld. Het zijn loze lege retorische beloftes die enkel als onderhandelingstechniek dienen, omdat Europa als onderliggende partij nu eenmaal weinig overwicht heeft op de Amerikanen. Amerikaanse onderhandelaars evenals hun Europese partners hebben al gezegd dat er grote veranderingen binnen de EU doorgevoerd dienen te worden om tegemoet te komen aan de Amerikaanse eisen.

Het TTIP verdrag gaat zijn stempel drukken op alle mogelijke vlakken van onze samenleving. Van de verplichting tot grotere militaire uitgaven, tot de verplichting van het boren naar schaliegas, tot de verplichting van GGO gewassen en klonen, tot de invoering van SOPA en PIPA.

Een goed voorbeeld hiervan is: De belangrijkste onderhandelaar voor de VS op het gebied van landbouw en veeteelt in deze deal, is de voormalige Monsanto-lobbyist Islam Siddiqui. Dit zou voor ons allen al een duidelijke code rood moeten zijn. In de VS is het gebruik van antibiotica en groeihormonen op zeer grote schaal gemeengoed. De laatste jaren zijn er in Europa juist stappen gezet om dit te verminderen mede vanwege het steeds groter wordende probleem van antibiotica resistente bacteriën. Ook het gebruik van (door Monsanto geleverde) herbiciden en pesticiden op zeer grote schaal is in de VS gemeengoed. Evenals het verbouwen van ggo’s in de VS meer regel dan uitzondering is. Bovendien is het klonen van vee een veelvoorkomend gebruik. In Amerika hebben minder boeren al veel meer land tot hun beschikking dan de Europese boeren tot hun beschikking hebben. Door dit alles is dit verdrag dus ook de doodssteek voor Europese boeren, zij kunnen nooit of te nimmer concurreren met de Amerikaanse boeren. Het verdrag zet niet alleen de deur van de Europese markt open voor onder andere met chloor gewassen kippenvlees, met zuren gewassen rundvlees, genetisch gemodificeerde gewassen die volop bespoten zijn met de meest giftige rotzooi enzovoorts, het trapt de deur geheel uit de sponning.


De EU droom verwezenlijken

Dit verdrag geeft de EU ook de ongekende mogelijkheid om lang gekoesterde wensen in vervulling te laten gaan. De EU probeert bijvoorbeeld al jaren om de watervoorziening te privatiseren. In landen die schulden bij de Trojka hebben is ze dit al gelukt, maar de rest van de bij de EU aangesloten landen zijn nog niet gezwicht voor de druk. Met dit verdrag hebben de lidstaten simpelweg geen keuze meer.

Om de compatibiliteit van de bestaande en toekomstige regelgeving in de hand te houden zal er door de EU en de VS een permanente regelgevende samenwerkingsraad ingesteld worden. Deze raad zal van lokaal tot nationaal niveau de regelgeving beoordelen op de invloed die het heeft of zal hebben op de internationale handel. Het volk heeft geen enkele zeggenschap over de raad of diens leden. Dit houdt in dat bestaande en toekomstige regelgeving buiten het publieke kader om gemaakt en geïmplementeerd zal worden. De enigen van invloed worden de corporate lobby’ers, advocaten en onderhandelaars. Het corporate fascisme heeft hiermee alle macht naar zich toegetrokken. Dit zal enkel resulteren in nog meer deregulatie, liberalisering, het vernietigen van bestaande regelgeving en het stoppen van nieuwe regelgevingen die niet in het straatje passen van de multinationals en oligarchieën.

Net als met het NAFTA verdrag en het GATT verdrag (de voorloper van de WTO) zal er op geen enkel punt in het proces van onderhandelingen en het sluiten van het verdrag enige publieke raadgeving plaatsvinden. Dit verdrag gaat echter verder dan de onderhandelaars bij het NAFTA en GATT verdrag ooit hadden kunnen dromen.

Hier komen we dus eindelijk bij het ware vuige gezicht uit van dit vrijhandelsverdrag. Het ultieme doel is om de kleine beetjes die er nog over zijn van onze nationale soevereiniteit over te dragen aan de grillen van de grootste multinationale conglomeraten ter wereld. Het geeft multinationals en oligarchieën immens grotere eigendomsrechten over het volk en het land dan ieder inlands bedrijf, gemeenschap of individu (behalve dan de rothschilds en rockefellers van deze wereld) ooit zou kunnen krijgen of bemachtigen. Het creëert eveneens een alles overheersend wettelijk systeem dat deze superieure rechten afdwingt en met harde hand handhaaft. Alleen al de dreiging van rechtszaken tegen landen zal de nationale overheden doen sidderen. Alle macht wordt gegrepen en overgedragen aan private handen die geen enkele rekenschap aan het volk hoeven af te leggen.


Conclusie

Ondanks de mooie woorden die politici ons steeds voorhouden dat liberalisering zorgt voor betere producten en diensten die goedkoper zijn, heeft de waarheid de leugen al lang achterhaald en heeft het liberalisme zijn vuige gezicht al lang aan het publiek laten zien. Een ieder die dit niet ziet is; of blind, of verblind of het is iemand die flink van het liberalisme profiteert.

Het voormalige Europese sociale model is in een moordend tempo aan het uitsterven, de participatiesamenleving is al zo goed als een feit. Zoals het er nu naar uitziet zijn de onderhandelingen over het TTIP verdrag aan het eind van dit jaar afgerond. Dit zal de laatste definitieve nagel aan de doodskist zijn. Zodra het verdrag van kracht wordt, zijn wij allen enkel nog consument en producent en zullen wij ook nooit meer worden dan dat. De globale corporatocratie is dan volledig in werking.

De EU commissie heeft al in een memo verklaard dat het bij het TTIP akkoord om de meest verreikende verandering in de Europese samenleving gaat: “HET IS DE EERSTE STAP NAAR EEN NIEUWE WERELDORDE: u dient te weten dat het in dit onderhandelingsproces om veel meer gaat dan slechts een traditionele handelsovereenkomst.”

Het moge duidelijk zijn dat dit verdrag het laatste beslissende gevecht inluidt in de al decennia lang durende klassenstrijd van de heersende klasse om de volledige macht te verkrijgen over het proletariaat en de middenklasse. Multinationals en oligarchieën hebben tot nu toe de gevechten steeds gewonnen, met een bewuste medeplichtigheid van de politieke klasse. Als wij nu niet gezamenlijk als een front opstaan en vechten voor onze rechten hebben we voor onszelf en voor alle toekomstige generaties verloren.





Stop de collaboratie met imperialisten! Geen Amerikaanse oorlog tegen ISIS!

De Amerikaanse bombardementen op de reactionaire ISIS strijders, is de laatste episode in de imperialistische oorlogen en bezettingen die Irak en andere delen van het Midden-Oosten ten deel zijn gevallen en die een eindeloze spiraal van etnisch en religieus geweld aan hebben gewakkerd. Sinds de aanvang van de militaire operaties tegen ISIS in noordelijk Irak op 8 augustus jongstleden, zijn talloze burgers en honderden strijders gedood.

Op cynische wijze werd deze imperialistische campagne gestart in de naam van "humanitaire" steun aan de Sjiieten, Koerden, Christenen, Jezidi's en andere bevolkingsgroepen die bedreigd werden door ISIS. Uiteraard is deze imperialistische aanval er enkel op gericht om de Amerikaanse machtsgreep over het Midden-Oosten te verstevigen, hiermee biedt de Obama administratie het vooruitzicht op nog vele jaren meer oorlog en geweld. Het is dan ook de plicht van klassenbewuste arbeiders wereldwijd om zich te verzetten tegen de bombardementen en alle andere oorlogen en bezettingen uitgevoerd door de imperialisten. Handen af van Irak en Syrië! Alle Amerikaanse troepen weg uit het Midden-Oosten!

Sinds de aanvang van de militaire operatie tegen ISIS hebben de Iraakse regeringstroepen en de Koerdische pesh merga strijders in Irak zich bij de Amerikaanse troepen aangesloten, zoals zij jaren eerder ook al tijdens de Amerikaanse bezetting deden. Meer recent hebben Syrisch-Koerdische nationalisten eveneens een verraderlijke alliantie gesloten met de VS tijdens de strijd voor Kobani in het Noorden van Syrië. Hier vervulden zij de rol van spotters voor de imperialistische luchtaanvallen en coördineerden zij de troepenbewegingen. Het feit dat al deze krachten in principe "boots on the ground" zijn voor de imperialistische interventie betekent dat nationaal-revolutionairen een militair kamp met ISIS delen wanneer zij de imperialisten en hun bondgenoten als doelwit hebben, inclusief de Syrisch-Koerdische nationalisten, de pesh merga, de regering in Bagdad of de Sjiitische milities die een pact met de duivel gesloten hebben. 


In het geval van Kobani kwam op 16 september de hoofdzakelijk Koerdische bevolking onder belegering van ISIS. Meer dan 200.000 mensen werden gedwongen om de grens van Turkije over te vluchten. De Koerdische Democratische partij (KDP) en hun gewapende tak de Koerdische Volksbeschermingseenheden (YPG), die gelieerd zijn aan de Koerdische Arbeiderspartij in Turkije (PKK), verleenden hun diensten aan Washington toen deze in oktober besloten om ISIS uit Kobani te verdrijven. 

Het spreekt voor zich dat wij als nationaal-revolutionairen het ultra-reactionaire sociale en politieke programma van ISIS geenszins ondersteunen. Wij veroordelen dan ook de wreedheden volledig. ISIS is zelf een creatie van het imperialisme dat voortkomt uit het etnische en religieuze geweld dat door de Amerikaanse bezetting aangewakkerd werd. Hun voorgangers waren de Jihadi's die vochten in de door de CIA-gesteunde oorlog tegen de Sovjet Unie in 1980. Washington kan dan ook gemakkelijk van front wisselen en ineens weer ISIS gaan steunen onder bepaalde omstandigheden - bijvoorbeeld tegen het regime van Assad in Syrië dat ondanks al haar inspanningen om erin te komen, nog steeds geen onderdeel is van de Amerikaanse militaire alliantie. 


Vandaag de dag echter bestrijdt ISIS de nuttige idioten van het Amerikaanse imperialisme, de belangrijkste vijand van de arbeiders wereldwijd. Een tegenslag voor de VS is dat Syrië wellicht een tijdelijk halt kan roepen aan haar militaire avonturen, mede door een toenemende oppositie in eigen land. Een dergelijke oppositie wakkert de vlam aan die moet ontbranden voor de klassenstrijd tegen de kapitalisten die in hun zoektocht naar alsmaar grotere winsten de arbeiders neerslaan en onderdrukken. 

We verdedigen het recht op nationale zelfbeschikking voor het Koerdische volk, dat wordt onderdrukt door de bourgeois regimes in Iran, Irak, Syrië en Turkije. Echter in zowel Irak als Syrië - net als in Irak na 2003 toen de Koerdische Democratische Partij (KDP) en de Patriottische Unie van Koerdistan handelden als adjuncten van de Amerikaanse bezetting - hebben de nationalistische partijen de strijd voor zelfbeschikking ondergeschikt gemaakt aan hun rol als imperialistische collaborateurs. Opkomen voor de Koerden in het hedendaagse conflict kan enkel leiden tot steun aan imperialistische plunderingen. Hun collaboratie met de imperialisten is tegengesteld aan de zaak voor de nationale bevrijding van Koerdistan, die enkel bereikt kan worden door de omverwerping van de vier kapitalistische staten in de regio en de opbouw van een Socialistische Koerdische Radenrepubliek. 

Tijdens protesten van Koerdische nationalistische groepen in Nederland, Duitsland en in andere landen hebben zij openlijk steun uitgesproken voor de Amerikaanse luchtaanvallen in Syrië en eisten dat de imperialisten de Syrische Koerden zouden bewapenen. Deze oproep vond veel echo bij linkse reformisten wereldwijd, die geloofwaardigheid geven aan de "humanitaire" schijn voor deze imperialistische moordcampagne. Deze zogenaamde "antikapitalisten" roepen hun respectievelijke regeringen op om de Koerden in Kobani te bewapenen. 


Duizenden Koerden hebben gehoor gegeven aan de oproep van de PKK om in Istanbul en andere Turkse steden te demonstreren, om zo druk op het regime van Erdogan uit te oefenen om de strijd in Kobani militair te steunen. Meer dan 30 demonstranten werden hierbij door de Turkse smeris vermoord. Tot op heden heeft Erdogan geweigerd om toe te treden tot de fragiele coalitie, van o.a. Nederland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Australië alsmede Saoedi-Arabië en andere landen uit het Midden-Oosten onder de leiding van de VS. Voor de Turkse regering zijn de belangrijkste vijanden het regime van Assad in Syrië en de Koerden. Onder druk van het witte huis heeft Turkije wel de Iraakse pesh merga via Turkije doorgang geboden tot Kobani, waar Erdogan hoopt dat zij de groepen die aan de PKK verbonden zijn onder de duim weten te houden. 

Door hun ziel te verkopen aan de imperialisten en verschillende regionale bourgeois regimes, steunen de Koerdische leiders de verdeel-en-heers strategie die onvermijdelijk zal leiden tot nog meer etnische en religieuze spanningen die gebruikt worden om de Koerdische massa's te onderdrukken. Een voorbeeld hiervan was de moorddadige militaire aanval van Amerika op de Iraakse stad Falluja in 2004, waar Koerdische strijders een prominente rol speelden. Omdat de aanval tegen de Soennitische bevolking gericht was, wakkerde de strijd om Falluja de vlam aan die uiteindelijk leidde tot de opkomst van de Soennitische opstand onder het vaandel van ISIS. Het is het Koerdische volk dat eens te meer betaalt voor de misdaden van hun leiders. 

De vicieuze cirkel van oorlogen, bezettingen en etnisch geweld in het Midden-Oosten, met het vooruitzicht op talloze jaren meer vernietiging en slachting, is een flagrante manifestatie van de barbaarsheid van de kapitalistische wereld orde waarbinnen de Amerikaanse leiders een overheersende macht hebben. Het doel van nationaal-revolutionairen in de buik van het imperialistische beest is om het proletariaat te laten begrijpen dat het de sociale macht en het historische belang heeft om de kapitalistische heerschappij van binnenuit te vernietigen door een socialistische revolutie! 







zondag 28 december 2014

Basiskennis voor Activisten

Het organiseren van acties is natuurlijk geen exacte wetenschap, maar het moet wel goed doordacht zijn. Er spelen veel elementen mee bij het organiseren van een succesvolle actie. Echter als je plannen goed zijn, je een realistisch inzicht in middelen alsmede de opkomst hebt en diegenen die bij de actie betrokken worden betrouwbaar zijn, dan is er in principe niets dat succes in de weg staat. Met dit artikel proberen we enkele tips te geven voor activisten en onze eigen ervaringen met je te delen. 



"Vrijheid is het korte moment tussen het gooien van de steen en de steen die zijn doel raakt." 
- een anonieme activist 

Directe Actie

Directe actie betekent zelf handelen tegen onrechtvaardigheid en onderdrukking.

Het representeert een concrete afwijzing van conventionele politieke acties (zoals verkiezingen en lobbyen), waarin we van anderen afhankelijk zijn om onze doelen te bereiken. Veel conventionele politieke acties opereren op basis van de acceptatie van onze eigen machteloosheid. Deze doen ons denken dat we niet het recht, noch de macht hebben, om zelf iets te veranderen.

Het concept van de directe actie verwerpt deze acceptatie van de gevestigde orde en suggereert dat we zowel het recht als de macht hebben om zelf de wereld te veranderen.

Voorbeelden van directe acties zijn blokkades, bezettingsacties, picketlines, sabotages, lockouts en de algemene staking. Binnen de gemeenschap betekent dit het opzetten van eigen organisaties, actiegroepen, onafhankelijke media en andere initiatieven om aan onze sociale behoeften te voldoen. In de culturele sfeer kun je denken aan muzikaal verzet en straatkunst (zoals graffiti).

Directe actie is dus niet enkel een methode van protest, maar representeert de opbouw van een alternatieve toekomst door ons leven weer in eigen handen te nemen zonder op de goedkeuring van politici of andere bureaucraten te wachten.



Een actie organiseren

Stel een plan op waarin je de doelstellingen en prioriteiten van je actie uiteen zet. 

Denk goed na over hoe je deze informatie deelt. Als je voorzichtig en verantwoord handelt hoef je, je niet druk te maken; deel informatie slechts in beperkte kring met betrouwbare kameraden die deze noodzakelijk nodig hebben en voorkom het gebruik van telefoons en internet om gevoelige zaken te bespreken. 

Wees vanaf het begin volkomen duidelijk over de eventuele risico's van de actie en zorg ervoor dat iedereen die betrokken is zich hiervan bewust is. Houd er ook rekening mee hoe je actie anderen zal beïnvloeden. Als de actie bijvoorbeeld plaats vindt tijdens een demonstratie of breder protest, bedenk dan goed wat de consequenties voor de organisatie en je mede-demonstranten kunnen zijn. 

Verken het terrein waar je de actie wilt uitvoeren en houd alle veranderingen bij. Zoek naar veilige uitwegen en kijk uit voor obstakels, potentiële doelwitten en surveillance camera's. 

Verzamel de benodigde spullen die voor de actie noodzakelijk zijn, bereid je goed voor en kleed je onopvallend (zodat je bv gemakkelijk in de massa kunt verdwijnen). Bespreek met kameraden op voorhand hoe er in noodgevallen gehandeld wordt en schrijf een telefoonnummer van een arrestantengroep of advocaat op je arm met een stift. 

Voorzichtigheid is de sleutel tot succes bij iedere actie. In de praktijk kan de situatie vaak snel veranderen en dus is het van groot belang de ontwikkelingen om je heen goed in het oog te houden. Houd elkaar goed op de hoogte van de situatie. Bij het inlichten van andere betrokkenen geef dan de concrete informatie door die je hebt en niet de conclusies die je er zelf uit trekt. Zo weet iedereen waar deze aan toe is en kan paniek voorkomen worden. 

Belangrijk is dat je zo snel mogelijk weg bent nadat de actie uitgevoerd is; weet wanneer je moet stoppen. Als je in een grote groep bent meng je dan zoveel mogelijk tussen de massa's. Verzamel naderhand op een vooraf gesproken plek en kijk of de gehele groep compleet is. Zorg dat gearresteerde kameraden gesteund en opgevangen worden. 

Kom naderhand nog eens samen om de actie door te spreken.



Affiniteitsgroepen

Een Affiniteitsgroep is een kleine groep militanten die samen komen en zich voorbereiden op directe actie. Deze groepen worden op een autonome manier georganiseerd zodat iedereen een gelijke inspraak en gelijke verantwoordelijkheid binnen de groep heeft. Soms worden deze groepen voor een enkele specifiek doel geformeerd, soms met het vooruitzicht op langere campagnes rond bepaalde thema's. De kracht van deze groepen vinden we in datgene dat de leden met elkaar gemeen hebben; jullie denkbeelden; de tactieken die jullie willen gebruiken; de thema's waar je jezelf mee bezig wilt houden; de vaardigheden die je hebt; of een mix van dit alles.  


Waarom een affiniteitsgroep?

Iedereen is sterk in de groep betrokken omdat iedereen in de besluitvorming en actie participeert. Het verzekert dat mensen vastbesloten zijn om dingen gedaan te krijgen.

Een ander belangrijk aspect van deze groepen is hun autonomie. Door in kleine groepen samen te werken kunnen jullie uitstippelen wat jullie belangrijk vinden om dat vervolgens in praktijk om te zetten. Natuurlijk kunnen deze groepen deel uit maken van bredere netwerken en campagnes, maar allereerst vertrouw je op je eigen groep. Tien kleine groepen die uit tien mensen bestaan bereiken meer dan honderd mensen die als een grote massa samen werken.

Omdat affiniteitsgroepen autonoom besluiten over acties en doelstellingen in kunnen nemen, zijn deze in staat snel en creatief te reageren zodra een situatie veranderd. Dit zorgt eveneens voor een element van verassing voor de autoriteiten.   

Binnen de affiniteitsgroep kunnen kameraden tijdens en na de actie op elkaar letten. Stress, politie repressie, angst, tegenslagen en twijfel kunnen beter binnen de groep besproken worden dan als individu gedragen worden. Ook zorgt de kameraadschap en cohesie binnen de groep er voor dat infiltranten en provocateurs minder snel ingang zullen vinden. 


Hoe begin ik een affiniteitsgroep?

De absolute basis voor een affiniteitsgroep is kameraadschap. Echter het vinden van vrienden om gezamenlijk mee naar de kroeg te gaan is natuurlijk makkelijker dan vrienden vinden om gezamenlijk politieke acties mee te ondernemen. Sensatiezoekers, ongeleide projectielen en andere onbetrouwbare clowns veroorzaken enkel problemen en hebben dus geen enkele plaats binnen een affiniteitsgroep. Het is dus van fundamenteel belang dat je volkomen betrouwbare kameraden erbij betrekt die bereid zijn om het activisme serieus te nemen. 

Heb je een groep betrouwbare kameraden weten te verzamelen, dan kun je proberen om de groep uit te breiden door eensgezinde mensen te vinden. Het organiseren en deelnemen aan evenementen (denk aan demonstraties, borrels, scholingsbijeenkomsten) is een goede manier om gelijkgezinde mensen te vinden die bereid zijn zich voor dezelfde doelstellingen in te zetten. Voor affiniteitsgroepen die voor een lange termijn moeten bestaan is het uiterst belangrijk dat je uit vindt hoeveel je gemeen hebt met de (nieuwe) mensen die je bij de groep betrekt. Zorg dat je allemaal op een lijn zit en betrek iedereen bij de besluitvorming binnen de groep.      


De opbouw van de affiniteitsgroep

Affiniteitsgroepen zijn gebaseerd op wederzijdse steun en onderling vertrouwen. Daar moet dan ook aan gewerkt worden. Om op elkaar te vertrouwen moet je elkaar goed leren kennen. Bespreek je ervaringen, zorgen, verwachtingen, beperkingen en motivaties. Trek dus ook in het dagelijks leven met elkaar op.

Ook is het belangrijk dat iedereen binnen de groep weet waar die aan toe is, wat de doelstellingen zijn en hoe deze gerealiseerd moeten worden. Er moet dus een gezamenlijke overeenkomst gesloten worden over wie welke verantwoordelijkheden binnen de groep draagt, hoe de groep opereert, hoe de besluitvorming plaats vindt, wat de groep doet en hoe deze in bepaalde situaties reageert. Het is van fundamenteel belang dat iedereen op een lijn zit, de overeenkomst begrijpt en er ook naar handelt. 

Op basis van deze overeenkomst kunnen er plannen gemaakt worden. Dit betekent het gezamenlijk uitwerken van een campagne strategie of een actie. Zet je doelstellingen uiteen en denk goed na over hoe je deze wilt realiseren. Doe onderzoek, kies doelen uit en bepaal welke tactieken het meest effectief zullen zijn om je doelstellingen te bereiken.  

Zodra de tijd voor de daadwerkelijke actie daar is, is het belangrijk om te blijven controleren of het met iedereen binnen de groep goed gaat. Houdt daarbij de overeenkomst die je eerder gemaakt hebt in het oog. Laat NOOIT kameraden alleen achter. 

Neem na de actie de tijd om erop terug te kijken en alles te analyseren. Kijk hoe iedereen erover denkt, wat er daadwerkelijk bereikt is m.b.t. de oorspronkelijke doelstelling, leer van fouten en bespreek hoe je deze lessen bij toekomstige acties beter kunt toepassen. 


De Arrestatie *

Als je regelmatig deelneemt aan demonstraties of directe acties zul je ongetwijfeld een keer met de smeris in contact komen. Het is echter belangrijk om te beseffen dat je ook rechten hebt waar de smeris zich aan dient te houden. 

Een arrestatie is een tijdelijke vrijheidsberoving vanwege bijvoorbeeld een strafbaar feit of om de openbare orde te herstellen (bij bijvoorbeeld een demonstratie). 

Je hebt echter wel bepaalde rechten bij een arrestatie. Zo heb je het recht om niet aan je eigen strafvervolging mee te hoeven werken. Dit betekent eveneens dat je zolang je niet staande bent gehouden (als de smeris je dus nog niet fysiek vast gegrepen heeft) je dus mag vluchten. Let er wel op dat je geen verbaal of fysiek geweld gebruikt tegen de smeris in kwestie, want dat is wel degelijk een strafbaar feit. Je hebt eveneens het recht om zo snel mogelijk op de hoogte te worden gebracht van de reden voor je arrestatie. 

De politie mag je maximaal 6 uur vasthouden. Hierbij telt de tijd tussen 0.00 uur en 9.00 uur niet mee. De (hulp)officier van justitie kan bepalen dat je langer op het bureau moet blijven dan de 6 uur voor verhoor. Je wordt dan in verzekering gesteld voor de duur van maximaal 3 dagen. 
Als er tegen die tijd genoeg bewijslast is vergaard en het delict zwaar genoeg is, dan kan de verdachte eventueel bij de rechter-commissaris voorgeleid worden die kijkt of een voorlopige hechtenis wenselijk is. Voorlopige hechtenis duurt maximaal 14 dagen en kan niet worden verlengd. Als de officier van justitie je langer vast wil houden, moet hij de rechtbank om een bevel tot gevangenhouding vragen. Voordat de rechtbank hierover een beslissing neemt, word je door de rechter gehoord. Een bevel tot gevangenhouding geldt voor maximaal 90 dagen.
Dat willen we natuurlijk koste wat het kost voorkomen!
  

Het Politieverhoor 


De tip om te zwijgen bij het verhoor geldt dan ook vooralsnog als de absolute vuistregel. Maar of je nu iets verklaart of niet, het is altijd goed te weten hoe een verhoor verloopt en wat je rechten zijn. Een gewaarschuwd activist telt immers voor twee. 


Beroep je op je zwijgrecht!

Als je (samen met anderen) gearresteerd wordt bij bijvoorbeeld een verboden demonstratie, een plakactie, een klein opstootje of anderszins een strafbaar feit van geringe aard is zwijgen altijd nog de gouden regel. Het zal een vervolging kunnen voorkomen omdat de politie niet de moeite zal willen doen om andere bewijzen te achterhalen als iedereen zwijgt. Bij zwaardere strafbare feiten doe je er goed aan een advocaat te raadplegen, echter zwijgen is en blijft de gouden regel, zeker als er ook andere kameraden gearresteerd zijn.


Het verhoor in juridisch kader 

Verhoor is een ondervraging die een verdachte door daartoe bevoegde ambtenaren ondergaat. Het officiële doel van het verhoor dient slechts de waarheidsbevinding. De bij opsporingsambtenaren afgelegde en in een proces-verbaal vastgelegde verklaringen kunnen door de rechter als bewijsmateriaal worden gebruikt. Dus niet de verklaring zelf maar het proces-verbaal is dan het wettig bewijsmiddel. Het verhoor en het resulterend proces-verbaal moeten voldoen aan meerdere straf procedurele eisen, anders is het waardeloos bewijsmateriaal. De juridische eisen voor het verhoor zijn geformuleerd in artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering (WvSv).

Daaruit volgen de straf procedurele hoofdprincipes: 

1. Het in vrijheid afleggen van een verklaring;

2. Het niet hoeven meewerken aan een eigen veroordeling;

3. Het zoveel mogelijk opnemen van de eigen woorden van de verdachte.

Ten eerste moet de verklaring in vrijheid worden afgelegd. Er mag geen pressie zijn in het verhoor waardoor er niet in vrijheid kan worden verklaard. Bij pressie moet officieel worden gedacht aan: beloften (als … dan mag je naar huis), bedreigingen (als … dan word je zwaarder gestraft) en misleiding (strikvragen, trucs, suggestieve vragen). Ook misbruik van de situatie mag niet voor komen. Voorbeelden daarvan zijn het volledig overrompelen van een verdachte of het langdurig verhoren en daardoor uitputten van de verdachte. Het is natuurlijk onzinnig te zeggen dat er geen enkele sprake zal zijn van enige druk of loze beloften in een verhoor. De ondervrager zal immers trachten door 'overreding' de verdachte zover te krijgen dat hij/zij over het strafbaar feit gaat verklaren. Ten tweede ben je niet verplicht te antwoorden, je hebt zwijgrecht. Pas op: ook wat je het buiten het verhoor om zegt (bv tijdens de weg naar je cel) kan ook tegen je gebruikt worden.

Dit recht moet uitdrukkelijk aan je worden verteld, deze mededeling is de cautie plicht van de ambtenaar. Als deze mededeling achterwege wordt gelaten of niet in het proces-verbaal is gemeld, is het verhoor als bewijsmateriaal waardeloos. De rechter mag conclusies trekken uit de weigering tot verklaring, maar het mag natuurlijk nooit als een bekentenis worden gezien. 

Artikel 24 WvSv regelt de aanwezigheid van de raadsman (advocaat) bij het verhoor door de rechter. Artikel 186 WvSv bevoegt de raadsman het verhoor door de rechter-commissaris bij te wonen. Artikel 50 WvSv geeft aan de raadsman, onder een aantal voorwaarden, het recht om met de verdachte te spreken. De raadsman dient bijvoorbeeld rekening te houden met 'de huishoudelijke reglementen'. Zo zou het politiebureau bijvoorbeeld geen bezoeken meer kunnen toestaan na 22:00 uur. Het politieverhoor wordt niet genoemd. Je hebt dus niet het recht je te laten bijstaan door een advocaat bij een politieverhoor. Wel heeft de raadsman het recht de verdachte te spreken alvorens het verhoor begint. Dit is dan ook aan te raden, zelfs als dit betekent dat je langer in detentie zit, omdat een raadsman een inschatting van je situatie kan geven en je een strategie met hem kunt bespreken, zodat je enigszins weet waar je aan toe bent.  


De aanvang van het politieverhoor 

Een goede verhoorder zal een goede 'werksfeer' proberen te creëren. De smeris zal proberen een goede 'werkrelatie' met de verdachte op te bouwen zodat er een 'goed gesprek' kan volgen. Dit betekent dat er meestal gekozen zal worden voor een rustig begin. De situatie waarin de verdachte zich verkeerd zal aan hem worden uitgelegd. Er zal gevraagd worden hoe de verdachte zich daarbij voelt. Een dergelijk antwoord zal gevoelens bevatten en de smeris zal die gevoelens bespreken zodat de verdachte zich meer op zijn gemak voelt en eerder bereid is om met de wout in gesprek te gaan.

Tegelijkertijd geeft dat de smeris de mogelijkheid uit te vinden hoe de verdachte 'in zijn vel zit'. Is hij/zij gespannen, nerveus, verdrietig of agressief? Hierop zal de agent zijn verhoorstrategie kunnen aanpassen. Hierna zal er geleidelijk worden overgegaan tot een zaakgericht gedeelte. Door goed te letten op de manier waarop de ander iets zegt, kan men vaak veel te weten komen over de boodschap die de ander wil geven of onbewust geeft. Het gaat er dus niet alleen om wat iemand zegt, maar ook om hoe iemand het zegt. Enkele voorbeelden van niet-woordelijk gedrag zijn: gezichtsuitdrukkingen, oogcontact, lichaamshouding en gesprekstoon. Deze vorm wordt ook gebruikt om de verdachte te beïnvloeden. De smeris zal een ontspannen houding aannemen om te laten zien dat hij open staat voor wat de verdachte te vertellen heeft. Daarnaast stelt de smeris de verdachte met een rustige houding sneller op zijn gemak. Door natuurlijk oogcontact zal de wout proberen aan te geven dat hij de verdachte serieus neemt. Daarnaast zal de wout de verdachte aanmoedigen door aan te sluiten bij wat hij/zij zegt. Door kleine aanmoedigingen zoals gebaren, knikken, maar ook opmerkingen (bv. "en toen?" "ja, ga door" en "ja, ja") en zelfs door stiltes te laten vallen. Let erop: dit is allemaal toneel om een belastende verklaring bij je af te dwingen, blijf je steeds op je zwijgrecht beroepen!


Manier van vragen stellen 

Door vragen te stellen stimuleert de smeris de verdachte zoveel mogelijk informatie te verstrekken. Er wordt over het algemeen een technisch onderscheid gemaakt tussen open en gesloten vragen. Gesloten vragen kunnen vaak alleen maar met 'ja' of 'nee' worden beantwoord. Voorbeelden zijn: 'Ben je vaker daar geweest?' en 'Was dat jouw wagen?'. Dit soort vragen worden het liefst vermeden. Ze zijn niet erg uitnodigend en ook vaak suggestief. 

Open vragen bevorderen het gespreksverloop. Open vragen zijn vragen waarop niet met 'ja' of 'nee' kan worden geantwoord. Ze beginnen meestal met: wie, wat, waar, wanneer, waarmee, waarom, welke of hoe. Het uitgangspunt van een open vraag is dat de verdachte zijn verhaal doet. Antwoorden op open vragen zijn ook langer en bieden een verhoorder ook meer aanknopingspunten voor nieuwe vragen. 

"Hoe meer de verdachte aan het woord is, hoe meer informatie hij daardoor automatisch aan de verhoorder verstrekt.", beschrijft de politiehandleiding. Een verklaring op basis van gesloten vragen kan een verdachte makkelijker intrekken omdat de inhoud grotendeels voortkomt uit de vragen van de verhoorder, de verdachte moest immers alleen bevestigen of ontkennen. Een verklaring op basis van open vragen is moeilijker in te trekken, omdat de meeste details afkomstig zijn van antwoorden van de verdachte en niet uit de mond van de verhoorder. 

De smeris past confrontatie toe als de verdachte tegenstrijdige verklaringen aflegt, informatie verstrekt die strijdig is met technische aanwijzingen of als de verdachte niet-woordelijke informatie verstrekt die anders doet vermoeden dan verklaard wordt. De confrontatie is hét legale drukmiddel van de verhoorder. Als een confrontatie goed wordt uitgevoerd zal de mentale druk bij de verdachte sterk toenemen, zeker naarmate deze langer in detentie zit. 


Tactische aanwijzingen

Het grootste wapen in de handen van de verhoorder zijn de technische aanwijzingen die de verdachte belasten. Een tactische aanwijzing is bijvoorbeeld de bewering van een ooggetuige die jouw kenteken heeft genoteerd. Maar veel tactische aanwijzingen kunnen uit de hand van de verhoorder worden geslagen door jezelf genoeg uitvluchtmogelijkheden open te laten. 


Omsingelen 

De verhoorder zal de relatieve waarde van een tactische aanwijzing vergroten door de uitvluchtmogelijkheden eerst af te dichten.

Dit wordt ook wel 'het omsingelen van tactische aanwijzingen' genoemd. Omsingelen is het op gestructureerde wijze doorvragen naar aanleiding van een tactische aanwijzing, om eventuele latere uitvluchten te voorkomen en daarmee de relatieve waarde van deze aanwijzing te vergroten. De smeris zal de ontsnappingsmogelijkheden afdichten door de verdachte per tactische aanwijzing relaties te laten bevestigen of uitsluiten, zodat de verdachte bij de latere confrontatie met de tactische aanwijzing zich heeft vastgelopen in een web van relaties. 

In het voorbeeld van de ooggetuige die jouw kenteken heeft gezien zal de smeris bijvoorbeeld eerst de relatie tussen jou en jouw wagen door jou laten bevestigen. Dan zal je later niet kunnen zeggen dat misschien iemand anders met jouw wagen heeft gereden. Vervolgens zal de smeris zich richten op de relatie met de plaats en het tijdstip van het delict.

Bij de praktische uitvoering van het omsingelen heeft de smeris de volgende aandachtspunten: trechteren en constateren. Het trechteren is het verhoren van algemeen naar specifiek. De smeris zal dat doen om niet direct te laten blijken op welke specifieke informatie (relatie tot tactische aanwijzing) hij uit is. Hij wil geen informatie prijsgeven, hij gebruikt dus open vragen. Hij zal zoveel mogelijk details vragen. 

Eén of meerdere malen zal hij de informatie die de verdachte verstrekt samenvatten en vragen om deze te bevestigen, dat is het constateren. Elke constatering dient een uitvluchtmogelijkheid af te sluiten. 

Om terug te komen op het voorbeeld van het genoteerde kenteken, daarbij zal de verhoorder eerst algemene vragen stellen over bv. vakantiereizen (autoreizen) om dan langzamerhand te trechteren naar het gebruik van jouw wagen, om dan uiteindelijk de constatering door jou te laten bevestigen dat je jouw wagen nooit uitleent. 


Confrontatie 

De verhoorder begint pas met confrontaties als alle, in de zaak beschikbare, aanwijzingen zijn omsingeld, want bij het confronteren geeft de smeris prijs over welke tactische aanwijzingen hij beschikt en dat zal hij pas doen als de verdachte daarvoor geen uitvluchtmogelijkheden meer heeft. Het belangrijkste doel van confronteren is om druk op te bouwen, met als uiteindelijke doel een bekentenis te forceren. Een confrontatie met door jezelf geuite tegenstrijdige verklaringen is zwaar, omdat je onmogelijk de betrouwbaarheid van die bron (jezelf) in twijfel kan trekken. 


Signalen 

De verhoorder let op leksignalen die de verdachte onbewust geeft. Deze signalen kunnen aangeven dat een verdachte niet de waarheid spreekt. Niet-woordelijke signalen zijn: zweten (begint op de bovenlip en het voorhoofd), een droge mond hebben (om wat te drinken vragen), (veel) roken, blozen, tics in het gezicht, veelvuldig aanraken van het hoofd, de neus, mond en oren, het tikken met de handen en voeten, het spelen met voorwerpen, het vermijden van oogcontact, spannen van spieren, verdikking van de aderen, winden laten, boeren laten en een starre zithouding. 

Woordelijke signalen zijn: veelvuldig herhalen dat de waarheid gesproken wordt ('ik zweer je, echt waar, om je de waarheid te vertellen'), het terugspelen van de bal ('hoe is het dan wel gebeurd?'), het vermijden van bepaalde thema's ('kan me daarover niks herinneren, geen commentaar'), korte antwoorden, stemvolume, spreeksnelheid, trillen van de stem, stotteren, aarzelingen, stopwoorden, het terugvallen op dialect en korte ontkenningen ('ik was het niet, nee, absoluut niet').

Het gaat bij een confrontatie met leksignalen vooral om het verschil tussen wat de verdachte zegt en de signalen die hij daarbij toont. Een ander soort signalen zijn bekensignalen, de smeris leidt daaruit af dat de verdachte wil gaan bekennen. Dit kunnen lange denkpauzes zijn (stiltes), het vragen om pen en papier of vragen naar de mogelijke straf. 


Algemene werkwijze 

Bij de algemene werkwijze van de verhoorder gaat het vooral om het samenspel van het minimaliseren van weerstand, het omsingelen van aanwijzingen, het confronteren en bekrachtigen tijdens het verhoor, teneinde de verdachte te bewegen tot het afleggen van een sluitende verklaring (een bekentenis). 

Eerst zal de verhoorder proberen de aanwijzingen te omsingelen. Hierna zal hij beginnen met een vrij lichte confrontatie, hij staat de verdachte toe zich gemakkelijk te corrigeren zonder veel gezichtsverlies. Als de verdachte zich corrigeert zal de smeris dit bekrachtigen door bijvoorbeeld te zeggen: 'Goed dat je hierover duidelijkheid verschaft.' Deze bekrachtigingen moet de verdachte zover krijgen bij latere zwaardere confrontatie ook zijn verhaal te corrigeren. Hierbij zal de smeris erop letten dat de verdachte voldoende tijd krijgt om zijn verklaring aan te passen en dat de verdachte kans krijgt te 'herstellen' van de vorige confrontatie.

Dit alles om een goede werkrelatie te behouden, want de verhoorder zal de confrontaties namelijk beetje bij beetje zwaarder maken. Hij bouwt de confrontaties qua zwaarte, tijd en frequentie op. Daarbij beloont de verhoorder de verdachte telkens als hij zijn verklaring corrigeert. Deze werkwijze zorgt ervoor dat de verhoorder en de verdachte gezamenlijk in de richting van een sluitende verklaring gaan.

De gouden regel is dan ook; beroep je op je zwijgrecht en minimaliseer zo de bewijslast! 



De Inlichtingendiensten*

In Nederland zijn er verschillende inlichtingendiensten; de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Ook is er nog de Regionale Inlichtingen Dienst (RID), die voor zowel politie als AIVD inlichtingen vergaart op regionaal niveau. De eerste twee mogen enkel informatie inwinnen, terwijl de laatste daarnaast ook nog een opsporingsbevoegdheid heeft.  Als politiek activist hebben we vooral met de AIVD en RID te maken. 

De AIVD heeft 4 hoofdtaken: 

Het verrichten van onderzoek naar organisaties en personen die aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor de democratische rechtsorde, de veiligheid van de staat of voor andere gewichtige belangen van de staat; het verrichten van veiligheidsonderzoeken naar kandidaten voor vertrouwensfuncties; het bevorderen van beveiligingsmaatregelen, waaronder maatregelen ter beveiliging van die onderdelen van overheid en bedrijfsleven die van vitaal belang zijn voor de instandhouding van het maatschappelijk leven; het verrichten van onderzoek naar andere landen.


In de praktijk resulteert dit meestal in een onverwacht bezoek van AIVD of RID agenten aan huis, op het werk en/of een ongevraagd bezoek bij directe familieleden om enkele vragen te stellen. Door gesprekken aan te gaan en contacten uit te bouwen proberen deze diensten inlichtingen te winnen. Ze zijn altijd uiterst goed ingelicht over je persoonlijke situatie. Soms wordt er een geldbedrag geboden om als infiltrant informatie voor bijvoorbeeld de AIVD in te winnen. 


Het spreekt vanzelf dat je er geen enkel belang bij hebt om "een gezellig praatje" met de AIVD te maken, dus weiger concreet om met hen in gesprek te gaan en wees daar uiterst volhardend in! Wees altijd beducht voor infiltranten die hun eigen kameraden verkopen aan de inlichtingendiensten en provocateurs die proberen om verdeeldheid binnen de groep te zaaien. Weer infiltranten, provocateurs en andere verraders te allen tijde uit je groep! 


Omgang met de Media


De media kan een machtig wapen in de politieke strijd zijn omdat het je de kans biedt om jouw politieke boodschap aan een enorm publiek te verkondigen. 

Toch is er genoeg reden om enigszins terughoudend te zijn ten opzichte van journalisten. Immers in de media van vandaag de dag gaat het zelden nog om de inhoud, maar probeert men vooral een stukje sensatie aan de kijker of luisteraars voor te schotelen. Houdt er dus rekening mee dat de media er vooral op uit is om je in een bepaalde hoek neer te zetten en ze je slecht af willen schilderen als het stereotype 'extremist'. Daarbij wordt er gretig geknipt en geplakt om het interview een bepaalde kant op te sturen en uit de context te trekken. 

Welbespraaktheid en een onderbouwd consistent verhaal zijn dus geen overbodige luxe bij een interview, neem dit dus mee bij het benoemen van een woordvoerder voor je groep of actie. 

Ook is het wenselijk om indien mogelijk op voorhand bepaalde afspraken te maken met de journalist en deze afspraken vast te leggen. Hierbij kun je denken aan het op voorhand inzien van de vragen of publicatie en bijvoorbeeld duidelijke afspraken rond anonimiteit. In de praktijk zal menig journalist hier echter niet mee akkoord gaan, waarbij het dus belangrijk is om de voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen alvorens in te stemmen met een interview. 

Persbericht

Om aandacht te vragen voor een bepaalde actie of protest zul je in de meeste gevallen een persbericht moeten sturen naar de redactie van verschillende media. 

Een persbericht moet nieuws bevatten en ook zonder kop en onderkop begrijpelijk zijn. Houdt een persbericht altijd kort en bondig, verwerk enkel de belangrijke informatie erin en houdt het kernachtig. Vragen als "Wie?" "Wat?" "Waar?" "Wanneer?" en "Waarom?" moeten in het persbericht worden beantwoord. Vergeet ook geen naam (eventueel een pseudoniem) en telefoonnummer te vermelden, zodat de pers contact met je kan opnemen voor eventuele verdere vragen of verificatie.  

De contactinformatie van de redactie is meestal te vinden op hun websites of in publicaties.


Het interview 

Bereid je goed voor op het interview. Zorg dat je een consistent en inhoudelijk sterk verhaal hebt. 

Laat je tijdens het interview niet van de wijs brengen en weiger indien nodig irrelevante vragen te beantwoorden. Houdt er rekening mee dat er maar een fractie van het interview daadwerkelijk gepubliceerd of uitgezonden wordt. Probeer je antwoorden dus kort en bondig te houden en wijd niet te ver uit, zodat het punt dat je wilt maken duidelijk uit de verf komt. 

Ben je met meerdere mensen maak dan duidelijke afspraken onderling over de boodschap die je wilt uitdragen en wijs een woordvoerder aan die het verhaal doet. 


Praktische tips

1. Denk goed na wat je mee neemt naar protesten en acties afhankelijk van de situatie. Zo is water en hoofdbedekking op een warme zomerdag geen overbodige luxe. Neem genoeg (cash) geld voor noodgevallen mee. Verwacht je politie repressie, neem dan vermommingen (bijvoorbeeld een sjaal), een gasmasker, zonnebril of EHBO set mee en bijvoorbeeld een zoutoplossing om traangas te neutraliseren. Denk ook vooral goed na over wat je NIET wilt meenemen. Scherpe voorwerpen (bv een dartpijltje of stanleymes) of pyrotechniek kunnen bij een demonstratie door de smeris al snel als een wapen gekenmerkt worden met een arrestatie en strafvervolging als gevolg. Controleer je zakken dus voordat je op pad gaat.

2. Hoe communiceer je? Horen jij en je kameraden wel je mobiele telefoon tijdens een protest of is het beter om visuele signalen af te spreken? Schrijf belangrijke telefoonnummers zoals die van een arrestatiegroep, kameraden of advocaat op je arm met een viltstift. Ga je naar het buitenland controleer dan of je mobiele telefoon ook over de grens werkt en je meer dan genoeg beltegoed hebt. Let te allen tijde op je kameraden en laat niemand in de steek. Houdt er rekening mee dat de smeris je telefoon in beslag kan nemen en alle informatie erop kan gebruiken. 

3. Houd de situatie om je heen goed in de gaten. Acties zijn snel veranderende situaties die zelden gaan zoals deze van te voren gepland zijn. De smeris gebruikt verschillende tactieken om de orde te handhaven bij grote manifestaties. Een veel gebruikte tactiek is het opbreken van een grote groep in kleinere groepen om deze vervolgens te omsingelen en isoleren. Bevind je jezelf in een dergelijke geïsoleerde groep, bereid je dan maar voor op uren lang wachten of een arrestatie. Houd dus goed in de gaten wat de smeris doet en probeer hem altijd een stap voor te zijn. Zorg bij de inzet van honden en paarden dat je deze kalm maar snel uit de weg gaat en vermijd zoveel mogelijk oog contact. 

4. Organiseer je een actie, denk dan goed na over de mobilisatie. Schat realistisch in hoeveel mensen je op de been kunt krijgen. Denk bij besloten acties na over hoe je kameraden inlicht over een actie zonder dat de smeris of andere ongewenste gasten erachter komen. Zorg bij openbare acties er voor dat de oproep voor de actie bij iedereen bekend is, bijvoorbeeld door het maken van een website, het gebruik van sociale media of ketting-mails. Onderschat het belang van mobilisatie niet. Een actie staat of valt ermee. 

5.  Breng solidariteit in de praktijk, het is ons belangrijkste wapen. Wees constructief met kritiek op andere individuen of groepen; val niemand persoonlijk aan. Breng geen mensen in gevaar die hier niet voor gekozen hebben. Respecteer je mede-activisten en ondersteun iedereen die het nodig heeft (deel bv je water en medische middelen). Wees altijd alert en denk helder; kom dus nooit dronken naar een actie. Handel naar eer en geweten. 

6. Wees creatief en laat je fantasie de vrije loop. Speel in op wat er in de samenleving leeft. Protesteer en provoceer erop los. Pas je acties aan, aan de middelen die je tot je beschikking hebt. Met minimale middelen zoals een spuitbus, een printer en een pot lijm kom je al een aardig eind als je maar een goed doordachte strategie uit denkt. 



Hopelijk heeft dit artikel je enkele nieuwe ideeën en inzichten aangereikt over het actievoeren. Echter actievoeren is geen kwestie van theorie maar van praktijk! Het is een voortdurend leerproces waarin we kritisch naar onszelf en naar onze acties moeten kijken en van onze fouten moeten leren. 

Directe actie biedt uitkomst voor een rebelse generatie die geconfronteerd wordt met het lege bestaan van de moderne consumentenmaatschappij. Het stelt ons in staat ons lot weer in eigen hand te nemen en de gevestigde orde te trotseren. 

Dus: Verspreid dit artikel onder kameraden en kom in actie!



*Vanwege re-organisaties binnen de politie en inlichtingendiensten sinds 2013 en aanpassingen van wetgeving, kan deze informatie inmiddels enigszins gedateerd zijn. Zorg er dus voor dat je jezelf ten alle tijden voorbereid en in de actualiteit verdiept. 


















woensdag 24 december 2014

Fabrieksbezetting: De geschiedenis van een nieuwe vorm van Industriële actie

In dit artikel behandelen we de fabrieksbezetting als een actievorm in industriële conflicten. Meer dan 120 jaar geleden werden in Polen de mijnen bezet door mijnwerkers. Vanaf dat moment werd bezetting het wapen bij uitstek dat de arbeidersklasse tot op de dag van vandaag blijft gebruiken.


Het is opvallend dat het gebruik van de fabrieksbezetting zich voornamelijk binnen een aantal golven concentreerde. De meest belangrijke hiervan vonden plaats in Italië (1917-1920) en Frankrijk (1936-1937). De terugkerende vraag tijdens deze periodes is in hoeverre deze acties een sociale revolutie deden ontbranden en in hoeverre deze op een bepaald punt een eerste stap richting een industriële democratie betekenden? Of was er wellicht slechts sprake van een tactisch alternatief voor de staking? 

De bezettingen in Italië vonden plaats na een conflict over de lonen binnen de metaal industrie en begonnen aanvankelijk in Milaan en Turijn. Het was hier waar de metaal-vakbond FIOM als eerste het initiatief nam tot actieve bezetting van de fabrieken. De onzekere politieke en economische situatie waarin Italië zich bevond vlak na de eerste wereldoorlog, het passieve optreden van de overheid, de revolutionaire atmosfeer en de grote afstand tussen de vakbondsbonzen en de vakbondsbasis, waren allen belangrijke factoren die ertoe leidden dat het conflict zover kon escaleren. 

In 1936 en 1937 vonden in Frankrijk de eerste bezettingen plaats binnen de vliegtuigindustrie. Opvallend genoeg was dit een industriële tak met een redelijk goede economische positie als gevolg van de grote orders die vanuit de overheid geplaatst werden. De bezettingen waren van een geheel andere orde dan de 'grèves-sur-le tas' (sit-in stakingen) die als actiemiddel eerder al regelmatig gebruikt werden, in het bijzonder door de metaalwerkers in de regio rond Parijs. De overwinning van de Volksfront partijen had de arbeiders gestimuleerd om zich tot meer radicale vormen van actie te wenden. Nadat de Blum-regering aan de macht kwam, ontwikkelde zich dan ook een ware explosie van acties, bezettingen en stakingen. 


Een van de meest opmerkelijke conclusies is dat de bezetting als actiemiddel het meest gebruikt werd juist in die gebieden waar de bereidheid tot staking in de voorgaande jaren relatief laag was. Dit terwijl daar waar veel bereidheid om te staken was, juist minder bezettingen plaats vonden. 

Als we de golf in Italië en Frankrijk met elkaar vergelijken zien we zowel verschillen als overeenkomsten. In beide landen waren er korte maar hevige uitbarstingen. Er waren duidelijke verschillen tussen het belang van de gevoerde strijd, van loonconflicten in 1920 tot een strijd voor vakbondsrechten binnen de ondernemingen in 1936. De rol van de Italiaanse vakbonden in 1920 staat dan ook in een schril contrast met die van de Franse vakbonden. 

Er was echter politiek gezien wel een vergelijkbare situatie bij deze beide bezettingsgolven. In beide gevallen hanteerden de autoriteiten een passief en afwachtend beleid, in sommige gevallen hadden deze zelfs een houding ten gunste van de arbeiders. Ook ten opzichte van de internationale ontwikkelingen in de opmaat naar de bezettingen toe zijn parallellen te vinden. In beide gevallen gingen vergelijkbare acties de bezettingen voor en konden deze grotendeels verklaard worden door de sterke verontwaardiging van de arbeiders, die zich zorgen maakten over wat zij zagen als een onrechtvaardig besluit van het management. Het snelle succes van deze acties en de houding van de werkgevers en autoriteiten leidden tot een vorm van gedragsbesmetting en uiteindelijk imitatie op een ongekend grote schaal. 

Het idee dat de fabrieksbezetting enkel als tactiek gezien werd, een rationeel gebruik van de beschikbare middelen - in de zin van een passende aanpassing van middelen om een bepaald doel te bereiken - moet dan ook verworpen worden. Het verleggen van doelen, vermindering van de nieuwswaarde in de loop van een bezettingsgolf en het feit dat het gebruik ervan zich niet beperkte tot tijden van economische depressie, zijn belangrijke argumenten die dat ondersteunen. 


Is de fabrieksbezetting dan een revolutionair fenomeen of in elk geval een eerste stap richting industriële democratie? 

De algemene aanvaarding van de middelen - zelfs de officiële vakbonden voegden de bezetting toe aan hun activistisch repertoire - spreekt dit uiteraard tegen. Echter het feit dat de bezetting haar revolutionaire potentieel verloren heeft, betekent natuurlijk nog niet dat het een actiemiddel als elk ander is geworden. De concentratie van massale golven van industriële conflicten, welke over het algemeen een radicale natuur hadden, evenals het feit dat hoofdzakelijk arbeiders die weinig of geen ervaring met actievoeren hadden bereid waren om de grenzen van de legaliteit te overschrijden, onderstrepen het radicale karakter van de fabrieksbezetting. 

Het valt nog te bezien of de alsmaar toenemende snelheid van dit fenomeen in deze eeuw zal duiden op een groeiende industriële democratie. De ontwikkeling van eisen en de resultaten op de lange termijn zullen uiteindelijk tot een bevestigend antwoord moeten leiden. Anderzijds is het wel gebleken dat de ervaringen van de eerdere bezettingsgolven niet langer zijn gebruikt door de arbeiders en de vakbonden in latere situaties. De bezettingen hebben schijnbaar niet hun taak vervuld als een school voor arbeiderszelfbestuur. Het was dan ook niet zonder reden dat fabrieksbezettingen in beide periodes werden beschouwd als een compleet nieuwe vorm van industriële actie. 


Wij moeten hier echter lering uit trekken. In de geest van de arbeiders-radenbeweging van Gramsci in Turijn (Italië) van 1919/1920, MOET de fabrieksbezetting een leerschool worden voor arbeiderszelfbestuur. Een leerschool voor de opkomende socialistische samenleving die geregeerd wordt door niemand anders dan de arbeidersklasse zelf! 

BEZET NIET ENKEL DE STRATEN EN PLEINEN - BEZET VOORAL OOK DE FABRIEKEN: BEZET HET HART VAN HET KAPITALISME!


zaterdag 29 november 2014

ACN/AKN: Brussel in Vuur en Vlam! Arbeiders, Autonomen en Jeugd op de Barricades!

Verslag door het ACN/AKN collectief Nederland. 


Afgelopen donderdag (6 november jl.) hadden de drie belangrijkste vakbonden van België (de “socialistische” ABVV/FGTB, de christelijke ACV en de liberale ACLVB) tot de grootste nationale betoging van de afgelopen 25 jaar opgeroepen. Deze massale betoging (volgens de Belgische pers rond de 120.000 deelnemers) bewoog zich in een indrukwekkende sliert van het Noord- naar het Zuidstation. Aan het eind van het parcours sloeg op de Zuidlaan (vlakbij het Zuidstation) de vlam in de pan.


De Wever, N-VA en één van de steunpilaren van de huidige nieuwe reactionaire regering – Michel, kondigde onlangs aan dat het land dient te ‘vernederlandsen’. Dit zou inhouden: langer werken, miljoenen besparen en minder overheidsbemoeienissen. Concreet betekent dit een index sprong van 2% (wat o.a. 2,5 miljard aan lastenverlaging voor bedrijven inhoudt en de arbeiders géén kans op loonsverhogingen voor ruim twee jaar geeft), hogere prijzen voor bijna alle publieke diensten, een strengere aanpak van de werklozen etc. “Dit gaat pijn doen, maar er is géén alternatief”, aldus wederom de Wever. De kersverse reactionaire regering-MR/N-VA heeft met deze politiek een gevoelige snaar geraakt van de sinds 1988 heersende sociaaldemocraten van de PS en hun “linkse” aanhangsels in de syndicaten. De mobilisatie van de vakbonden, de PVDA/PTB en alle andere linkse oppositie partijen hiertegen kon dan ook niet uitblijven. (Ter verduidelijking: De regering-Michel vertegenwoordigt – er zij nog maar eens op gewezen – niét de meerderheid van de Franstalige kiezers! [De MR verenigt slechts een kwart v.h. Franstalig electoraat]) De regering-MR/N-VA werd dan ook een ‘hete herfst’ beloofd. De eisen van de bonden zijn: Herstel van de index (automatische prijscompensatie), vrije CAO-onderhandelingen, een minimumloon van €15 bruto/uur, géén precaire contracten, handen af van het pensioen en van de pensioengerechtigde leeftijd, het stoppen van de jacht op werklozen, nationalisatie van de sleutelbedrijven.


Op de dag van de aftrap van deze eerste grote betoging, deze was de eerste in een reeks van drie nog komende regionale (maandag-)stakingen met een het geheel afsluitende nationale 24-uurs staking op 15 dec., verliep de demonstratie van start- tot eindpunt geheel zoals gepland. De vakbonds- en partijbonzen hielden hun leden netjes in het gelid en er werd gelachen, gedronken, gek gedaan en zulks meer. Het leek dus weer de gebruikelijke poppenkast te gaan worden en andermaal de kans voor de syndicale bureaucratie om hun militanten danig stoom af te doen laten blazen.



Slechts een flinke groep van dockers (havenwerkers) en metallo’s waagde zich in de zijstraten van de demonstratie om zich daar los van de officiële demonstratie te organiseren. Hier kan dus gesproken worden van aanzetten tot zelfstandige organisatie onder de arbeidersmassa.


Het plaatje van zelfstandige strijd onder de dockers en metallo’s was dan weer een ander dan die onze militanten in eerste instantie bij het verzamelpunt nabij het Noordstation aantroffen. Daar werd op een (grote) bouwput naast de wachtende betogers gewoon doorgewerkt! Deze arbeiders legde de boel daar niet plat om zich bij de manifestanten aan te sluiten! De massa’s deden ook géén beroep op deze arbeiders om zich bij de betoging aan te sluiten. Onbegrijpelijk! Ook de syndicaatsfunctionarissen deden hoegenaamd géén enkele poging om de aldaar aanwezige arbeiders te bewegen zich bij de actie aan te sluiten.


Nadat de demonstratie het Zuidstation had bereikt, alle bonzen hun obligate praatje deden en het hele gebeuren weer zijn einde naderde, was de situatie enkele tientallen meters verderop van een geheel andere aard. Daar had zojuist een flinke groep dockers stevig slag geleverd met de smeris – en de eerste ronde gewonnen! Het spoor van blank staande straten, allerlei verplaatste objecten en vernielingen deed ons belanden in het “oorlogsgebied”. Er bleek even een adempauze te zijn, maar een snel opkomende charge van de flikken leidde de tweede ronde in. Hevig terugvechtend trakteerde de menigte, die uit Dockers, Metallo’s en anderen bestond, de flikken op een ware regen van stenen, flessen, pyrotechniek e.d. ,,Tous ensemble! Grève generale!” scandeerden de arbeiders. Van de kant van de flikken werden er in totaal vijf waterkannonen ingezet, samen met zwaar uitgeruste smerissen die over een overvloed aan slagwapens en CS-gas bleken te bezitten. De pepperspray vloeide rijkelijk en brandde in de gezichten van de strijdende arbeiders. Eveneens daalde een regen van slagen op de lichamen en de hoofden van deze heldhaftige mannen en vrouwen.


Het kat-en-muis-spel met de flikken duurde in zijn totaliteit enkele uren, maar het patroon werd na enige tijd voorspelbaar en eentonig. De flikken werden enigszins teruggedrongen op het moment dat het waterkanon “droog” stond, de arbeiders dan weer op hun beurt teruggedrongen, zodra een nieuw waterkanon de plaats van de vorige had ingenomen. Het ging van beide kanten vanaf dat moment elke keer nog slechts om enkele tientallen meters terrein gewin.


Ware het niet dat er nieuwe frisse stoottroepen opdokken om de straten van Brussel in vuur en vlam te zetten. Deze nieuwe rebellen bestonden niet alleen uit de eerdergenoemde arbeiders, maar tevens uit allerlei groepen autonomen en de lokale jeugd die zich vol enthousiasme in de strijd wierp.




Wat betreft de in delen van de burgerlijke pers (en de zogeheten ,,Antifa”) geuite verdachtmaking jegens ,,anarchisten” en andere ,,groupuscules”, dat deze verantwoordelijk zouden zijn geweest voor het doen laten ,,ontsporen” van de betoging, dat is nu pertinent onjuist. De Dockers die voorop liepen bij de confrontatie hadden zeer zeker géén aanmoediging van buitenaf (van de kant van zogeheten ,,infiltranten” of ,,beroepsherrieschoppers”) nodig om het gevecht met de flikken aan te gaan. De arbeiders zijn namelijk uitstekend in staat zelf te denken en behoeven daartoe niet de hulp van welke buitenstaanders dan ook! De Dockers en de Waalse Metallo’s hebben géén ,,infiltranten”, ,,gauchistes” of ,,casseurs” nodig om hen te doen inzien dat de flikken, de bureaucraten (zowel die van de partijen als van de syndicaten) en de patroons hun vijand zijn! Daar waren géén personen, groepen, partijen of propaganda van buitenaf voor nodig. Ook de Brusselse jeugdige rebellen bleken al lang een gevoelsmatig “socialisme” ontdekt te hebben. 


Black and white youth against the system!




De burgerlijke pers berichtte de volgende dag dat er zes auto’s in brand waren gestoken en er 25 omver waren gegooid en tevens dat de flikken waren bekogeld met vrijwel alles wat los en vast zat! Gedurende de strijd ontstond er zelfs zo iets als een verbroedering tussen dockers/metallo’s ener- en de anars (anarcho’s) anderzijds. Een jonge docker zwaaide op een gegeven moment met de vlag van het anarchosyndicalisme (rood-zwart), terwijl hij een kennelijk even oude ,,casseur” omarmde. ,,Vive l’Anarchie!” klonk het onder de betogers. Onder deze slogan gingen een paar ogenblikken later alle ruiten van het NMBS-gebouw aan diggelen (Het gebouw van v.d. Belgische spoorwegen). En het was anarchie! Het systeem had gedurende enige tijd de controle compleet verloren. De staat heerste voor even niet meer! Nadat de flikken uiteindelijk de strijdende menigte uiteen wisten te slaan, reageerden ze hun frustraties af op geïsoleerde groepjes militanten (zoals gebruikelijk). Met ploertendoder en matrak, aangevuld met een schier onuitputtelijke voorraad aan pepperspray, leefden stillen en geüniformeerden zich nu uit op door hen ingesloten individuele arbeiders. Alles was in dit laatste kwartiertje geoorloofd . Een ieder die al gewond op straat lag, kreeg er van de flikken nog een extra lading peperspray als toegift erbij. Man of vrouw, jong of oud, niemand bleef gespaard. Plm. veertig gewonden aan onze kant op deze dag. Eenendertig betogers werden (administratief of gerechtelijk) aangehouden. En het vermelden zeker waard: twintig flikken raakten ernstig verwond!


Het systeem is verwondbaar! Verzet is mogelijk! In deze zin: Op naar de volgende confrontatie!


Hierna trokken de meeste groepen zich terug richting het Zuidstation. Deze dag heeft zeer zeker aangetoond welk een ongekend militant potentieel er zich onder de arbeiders aan de basis bevindt. De dynamiek van vormen van zelfstandige organisatie onder de dockers en metallo’s, de tegen de syndicale bureaucratie rebellerende vakbondsbasis en de directe actie van de Brusselse autonome scene aangevuld, maakten deze dag als zeer geslaagd.


De komende maand zal moeten blijken in welke mate de reactionaire regering-Michel aan haar rigide arbeidersvijandige bezuinigingsmaatregelen blijft vasthouden. De syndicaatsbureaucratie mag dan al in het geheim onderhandelingen met de regering-Michel voeren en hebben gevoerd, maar de arbeiders aan de basis zullen géén enkel compromis dulden! De parolen blijven onveranderd:


Weg met de regering-Michel! 

Zelfstandige strijd zonder en tegen de syndicaatsbureaucratie! Voor het eenheidsfront van onderop! 

Reformisme – Neen! Revolutionaire arbeiderseenheid – Ja!


Consequente strijd voor de onderstaande eisen:


Géén aantasting van de wet-Major! Voor behoud van het havenarbeidersstatuut! Géén aantasting van de index! Géén aantasting van de pensioengerechtigde leeftijd!


Op naar 15 dec.! 


Enige ,,casseurs”, die er in Brussel bij waren