vrijdag 13 december 2013

Solidariteit met de Forconi

Sinds 9 december is Italië het toneel van een ware volksopstand, die grote delen van het land heeft platgelegd. In heel Italië protesteren duizenden woedende demonstranten tegen de corrupte politieke en economische elites. Wilde stakingen breken uit, banken, winkels en drukke markten worden gesloten, openbaar vervoer, snelwegen en andere infrastructuur worden bezet. In o.a. Rome, Milaan, Genua en Turijn resulteerde dit al verschillende keren in hevige straatgevechten met de oproerpolitie, die massaal traangas en waterkanonnen inzet om de demonstranten te verdrijven.


De drijvende kracht achter deze spontane volksopstand staat bekend als de "Rivolta dei Forconi", ofwel "Revolutie van de Hooivorken" beweging, een brede alliantie van radicaal rechts tot en met radicaal links geïnspireerd door de Siciliaanse protesten twee jaar eerder. De opstand begon op 9 december met een spontaan protest van boeren en vrachtwagenchauffeurs die protesteerden tegen de toenemende dieselprijzen, EU import regulaties en de bezuigingspolitiek van de Italiaanse regering. Al snel groeide het protest uit tot een brede beweging die alle ontevreden segmenten van de Italiaanse bevolking samen bracht; arbeiders, studenten, kleine ondernemers en werklozen. De Forconi beweging kent geen officiële leiders en richt zich hoofdzakelijk tegen de staat, tegen de globalisering en het monetaire systeem. Ze verwerpt traditionele partijen, de vakbondsdemocratie en eist een einde aan de bezuinigingspolitiek.

De Forconi beweging is uitgegroeid tot de spontane expressie van de onderdrukte klassen in een land waar een op de vijf gezinnen onder de armoedegrens leeft en waar de werkeloosheid dagelijks hard verder oploopt. Door de recessie heeft 40% van de jeugd geen werk of opleiding, terwijl bijna 14% van de bevolking is aangewezen op voedselhulp. Ondertussen heeft de Italiaanse regering van Enrico Letta onder invloed van de Trojka juist een nog strenger beleid van grote bezuinigingen en sociale afbraak ingesteld. Als gevolg van de crisis en het door de Italiaanse regering en de Trojka gevoerde beleid, groeit de Forconi beweging met de dag en neemt de rebellie tegen nationale en internationale instituties steeds meer toe.



Door toenemende repressie van de Italiaanse politieke en economische elites tegen de "Rivolta dei forconi" krijgen de protesten een steeds gewelddadiger karakter. In Turijn en Genua werden demonstranten aangevallen door de oproerpolitie, waarop zij de politie met stenen en flessen bekogelden. Ultra´s van Juventus en Torino FC namen hier een prominente rol in. De beweging heeft ervoor gewaarschuwd dat de Hel pas echt los zal breken als de regering van Enrico Letta niet onmiddellijk aftreed. "De echte Italianen - de werklozen, arbeiders, gepensioneerden, arbeidskrachten in elke sector, studenten, moeders en vaders - zullen de criminelen die de macht hebben eruit gooien!", aldus de beweging.

Hoewel de eisen van de heterogene Forconi beweging nog vaag geformuleerd zijn, heeft deze spontane volksopstand de potentie om zich als een ware autonome kracht tegen het kapitalisme te ontwikkelen. Onze sympathie en solidariteit gaat dan ook uit naar de onderdrukten in Italië en hun "Rivolta dei Forconi". Hun strijd is ook onze strijd! 

Resistenza Nazionale!

Solidarietà con i Forconi!



zondag 1 december 2013

Vakbondsprotest in Utrecht

Zaterdag 30 november organiseerde de systeemvakbond FNV een protest tegen het regeringsbeleid van kabinet Rutte 2. Bijna 10.000 vakbondsleden reisden af naar de Jaarbeurs in Utrecht om hun grote ongenoegen te laten blijken over het schandalige beleid van de regering. In de Jaarbeurs moesten zij naar toespraken luisteren van arbeidersverraders en bonzen zoals de FNV voorzitter Ton Heerts, FNV kopstukken zoals Mariëtte Patijn en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher, die massaal door het publiek uitgefloten werd. Vervolgens werd het hele circus afgesloten met een "Mars door Utrecht", waar alle aanwezigen van de vakbondsbonzen en onder strenge coördinatie van een zeer vervelende en autoritaire "ordedienst" nog even wat stoom mocht afblazen, alvorens men weer netjes richting huis mocht keren.


Een groep Nederlandse en Duitse activisten van het ACN/AKN sloten zich bij het protest aan, om de vakbondsleden via folders voor het reformisme van de sociaaldemocratie en de vakbondsbureaucratie te waarschuwen:


Vanmiddag zullen de vakbonden door het centrum van Utrecht demonstreren. De verraders van de vakbondsleiding zullen weer proberen de woede van de massa te sussen, door ons een nutteloos rondje op een vrije zaterdag te laten lopen onder het belachelijke thema van 'koopkracht en echte banen'. In plaats van te agiteren tegen het werkelijke probleem – het kapitalisme –, laten Ton Heerts en dergelijke ons tijdelijk stoom afblazen en blijft de werkelijke strijd uit. Het thema vandaag kan dan ook alleen maar zijn:

STOP NIÉT DE BEZUINIGINGEN – MAAR HET KAPITALISME!

NIÉT DE SOCIAALDEMOCRATIE EN DE VAKBONDEN SLAGEN IN DEZE STRIJD – ALLÉÉN DE ARBEIDERS ZELF!

Dat het arbeidersvijandige Kabinet, de coalitie tussen de liberale (VVD) en de (nog altijd) verraderlijke sociaaldemocratie (PvdA), het sociaal akkoord heeft weggeveegd is een zorgelijk punt, evenals dat nog steeds de banken failliet gaan, de (jeugd)werkeloosheid en armoede blijft stijgen, de productie wordt overgeplaatst naar lagere loonlanden en de meerwaarde resp. winst van aandeelhouders en bedrijfsbezitters nog altijd blijft stijgen – Winsten ten behoeve van de portemonnee van de kapitalisten. Máár, het zwaartepunt van onze strijd ligt tegen het probleem van dit alles zelf – tegen het kapitalisme –, en niét zijn gevolgen! Niét tegen de crisis!

Verzet hiertegen zal niet van buitenaf verwacht moeten worden:

De vakbonden en sociale partijen zijn zelf met het probleem verworven – Het kapitalisme!

De vakbonden hebben de arbeidersklasse allang verraden door alleen de scherpe randjes van het kapitalisme te doen laten slijten, door consensuspolitiek met deze uitbuiters aan te gaan op het gebied van loon, werktijd en materiële behoeftes. Maar de kenmerken van bezit aan eigendomsverhoudingen en de winst zijn nog altijd de oude (in het voordeel van de kapitalisten). De vakbondsbureacratie heeft de klassenstrijd tussen arbeiders en kapitalisten laten begraven!

De sociaaldemocratie heeft zijn sociale masker weer verloren en hiermee zijn verraderlijke gezicht laten zien! Zij zijn, en blijven, socialisten in woorden en fascisten in daden! Deze partijen willen laten doen geloven dat verkiezingen de oplossingen bieden voor alle problemen van de arbeiders. Dit door de macht te leggen in de handen van leiders die zelf géén enkele binding hebben met de werkende massa en er zelf niet meer tot behoren. De massa vandaag dient zichzelf dan ook te verzetten tégen de vakbondsleiding en sociale partijen op deze demonstratie, en deze in eigen handen te nemen! Alleen de werkende massa zelf kan het kapitalisme bestrijden:

Organiseer de arbeiders in de bedrijven!

Mobiliseer de massa's op straat en in de wijken!

Infiltreer de bonden! Organiseer het verzet in bedrijfs- en straatcomités!

Leg het kapitalisme plat door de algemene staking!

Werkelijke actie kan alleen van betekenis zijn in de bedrijven! Onder zelfstandige en eigen leiding dienen stakingen gevoerd te worden Bezet de werkvloer, leg gecoördineerd alle sectoren plat – Een algemene staking dient het doel te zijn!

Alleen de basis kan de doodssteek geven aan het kapitalisme!







maandag 25 november 2013

Autonoom: Definitie en betekenis

Het woord 'autonoom' is een samenvoeging van de, uit het Grieks afgeleide, woorden “autos” en “nomos” en betekent letterlijk “zelf wet”. 'Autonoom' is de aanduiding voor een bepaalde manier van denken, waarin onafhankelijkheid en individuele vrijheid, op basis van sociale rechtvaardigheid en -gelijkheid, en solidariteit de belangrijkste uitgangspunten zijn. Individuele vrijheid echter niet, zoals de (neo)liberalen dit begrip onderbouwen (“ongebondenheid van autonome en zelfverantwoordelijke mensen”, d.w.z. losscheuren van het volk), maar juist het tegenovergestelde ervan: “Individuele vrijheid door collectiviteit!”

Autonoom-zijn, betekent nergens afhankelijk van zijn. Om nergens van afhankelijk te zijn, moet men zichzelf dus voorzien in behoeften en zichzelf organiseren en besturen om te overleven. Zelfvoorziening betekent dat; men neemt, waar men gebruik van kan maken om te overleven en bepaalde politieke doelen te bereiken. Zelforganisatie is nodig om collectief de onafhankelijkheid en individuele vrijheden te behouden. Daarbij is verzet de enige weg naar vrijheid, en zelforganisatie dus absoluut noodzakelijk. Zelfbestuur is nodig om collectief doelstellingen te verwezenlijken, zoals bijv. sociale rechtvaardigheid en – gelijkheid. Onafhankelijkheid/ongebondenheid is waar het bij de autonomie om draait. Men wil niet afhankelijk zijn van een of andere staat, partij, vakbond of leider ('Führer'). Autonomen denken zelf, bepalen zelf en doen zelf! Zij hebben niemand nodig, die hen van bovenaf “hulp” biedt of vertelt wat er moet gebeuren, zij lossen zelf hun problemen op. Zij zijn op eigen (daad)kracht en prestaties aangewezen, en hebben lak aan wetten die hen door het establishment worden opgelegd. Autonomen doen aan zelfbestuur, d.m.v. zelforganisatie.

Het zorgt daarom voor fundamentele problemen, indien het autonoom-zijn slechts als 'actiemiddel' wordt gezien. Autonoom-zijn vereist een bepaalde ideologische manier van denken, die op verschillende manieren in de praktijk kan worden gebracht.


Autonoom-zijn betekent zélf handelen, zélf denken, zelfstandig zijn/handelen. (en niet wachten op aanwijzingen, instructies, 'bevelen' van bovenaf, van de een of andere 'leider', 'paus', Voorzitter, volkstribuun, vakbonds- of partijbons, kortom van wat voor zelfbenoemde 'autoriteit' dan ook!) Autonoom zijn betekent wars zijn van elke vorm van gezag en autoriteit dan ook, betekent wars zijn van elke vorm van staatsautoriteit, resp. staatsgezag. Autonomen wachten niet op verbeteringen/veranderingen van bovenaf ('verkiezingen'), maar nemen zélf het heft in handen (vandaar ook >>'Directe Actie'<< = actie van onderop, door de massa's op een directe manier zonder tussenkomst van zelfbenoemde 'leiders'/bemiddelaars [= bonzen] van vakbonden of politieke partijen). De massa's hebben géén leider(s) van buitenaf nodig, ze zijn hun eigen leider. De massa's zelf zijn de voorhoede.

De strijdmethodes vloeien logisch uit deze (anti-autoritaire, anti-gezag, anti-hiërarchische) zienswijze voort. Zie bijvoorbeeld ,,Directe Actie” (actie zonder tussenkomst van wat voor 'autoriteit' dan ook), gericht tegen de staat, het gezag, de autoriteit, bonzen – door de massa's zelf. (Enkele voorbeelden zijn de Culturele Revolutie 1966-1969, de Parijse mei revolte van de arbeiders en de studentenopstand van 1968 en de 1969-Beweging in Italië.) Zie ook het ,,Zwarte Blok” → uitingsvorm, niet alleen van collectieve anonimiteit, maar ook van een collectieve uniformiteit: Wij zijn allen gelijk, wij zijn één collectief geheel! No leaders, no followers, no bull-shit! Er zijn géén 'leiders', wij zijn allen 'leiders'. Wij zijn zelf de 'voorhoede'. D.m.v. de uniforme kledij wordt onderstreept: Wij zijn allen gelijk (egalitarisme). Er zijn geen 'leiders'. Als er al sprake is van 'leiding', dan is dat de collectieve leiding door het collectieve 'Zwarte Blok'. Het 'Zwarte Blok' als collectieve 'leider' – als collectieve 'voorhoede' (bijv. in de strijd met de smeris). (Een dergelijke zienswijze geeft natuurlijk ook weer stof voor de nodige discussie(s), ook en vooral binnen de anarchoscene).

Autonoom-zijn betekent absoluut en vóór alles het verwerpen van elke 'autoriteit' en van alles wat door 'autoriteiten' (geüniformeerd of niet) wordt verkondigd/bevolen/ aanbevolen etc. Autonoom-zijn betekent tegen elke vorm van hiërarchie en/of autoritaire structuren (staat, leger, kerk, partij, vakbond) zijn. Alléén de massa's zelf zijn 'puur', zijn revolutionair, dus is alléén de actie van de massa's zelf 'puur' en revolutionair, al het andere dient te worden afgewezen als;

1: bureaucratisch 2: reactionair 3: verburgerlijkt 4: hiërarchisch Autonoom-zijn betekent tegen elke vorm van persoonsverheerlijking zijn, alléén de massa's zijn de ware helden. Wars van elke Führeraanbidding (Hitler, Stalin, Kim Il Sung, e.d.). Wars van elke chauvinisme (staatkundige grenzen worden niet erkend!). 'Autonome Hitleristen' is evenzeer een onmogelijkheid als (bijvoorbeeld) 'autonome Strasseristen'!



,,Wie niet bang is om gevierendeeld te worden, durft zelfs de keizer van zijn paard te trekken.” Mao Zedong

Samenvattend: 1: Géén leiding (van buitenaf, van bovenaf) 2: Werkelijk revolutionaire actie alléén van de massa's zelf ('direct' zonder tussenkomst van 'buitenaf') 3: Massa's zélf zijn de voorhoede (geen inmenging van 'buitenaf')

No leaders, no followers! No bull-shit! 
De massa's zijn zijn de voorhoede, zij zijn de leiders!

zondag 24 november 2013

Nederland: Een totalitaire Controlestaat?

Wie de vrijheid opgeeft om veiligheid te vinden zal ten slotte beide verliezen
- Benjamin Franklin (1706-1790)


Dagelijks wordt het Nederlandse volk via de systeem media - de kranten, op internet, de radio en televisie - geconfronteerd met verontrustende verhalen over het gevaar van links- en rechts-extremisme, Islamitisch fundamentalisme en/of oorlogen tussen rivaliserende motorclubs. Het volk lijkt in een constant klimaat van angst te leven. Tegelijkertijd zien we een tendens gaande, waarin onze overheid onder het mom van "veiligheid" steeds meer inbreuk maakt op de vrijheid en privacy van burgers. Dat dit veiligheidsbeleid vanuit de overheid inmiddels Orwelliaanse vormen heeft aangenomen, blijkt wel uit het recente NSA schandaal, waar uit naar voren kwam dat 1,8 miljoen Nederlanders door de Amerikaanse veiligheidsdiensten zijn afgeluisterd. Dit is volgens onze regering schijnbaar geheel normaal. De overheid vertrouwt haar eigen burgers niet meer.


De aanslagen van 9/11 hadden een grote impact op de Westerse wereld. Ter bestrijding van 'terrorisme' werden de toen nog heersende opvattingen omtrent burgerlijke vrijheden door de Westerse regeringen al snel overboord gegooid. De vrijheden die eeuwenlang door onze voorouders bevochten zijn en voor welke velen dit met hun vrijheid of leven betaald hebben, worden op een rap tempo in zijn totaliteit afgebroken. Een dusdanig veel omvattende controle op burgers zoals vandaag de dag in ons land en de rest van de Westerse wereld voorkomt is nog nooit eerder in de menselijke geschiedenis voorgevallen - niet onder Nero, Napoleon, Hitler of Stalin. Grondrechten en privacywetgeving worden massaal afgebouwd, politie- en geheime diensten krijgen steeds meer vrij spel en op ieder hoek van de straat en langs iedere weg worden camera´s geplaatst. Het feest van de vrijheid lijkt hiermee definitief voorbij te zijn. 

Deze ontwikkeling wordt nog eens verergerd door de complete apathie van de Westerse volkeren, die de inperking van hun vrijheden als een ´historisch´ lot lijken te accepteren. Het volk is bang. In vroegere tijden was ´terreur´ al een staatspraktijk, die door filosofen zoals bijvoorbeeld Thomas Hobbes als legitiem werd beschouwt. Het diende ervoor om het volk bang en dus volgzaam te maken. Ook tijdens de Franse revolutie werd ´terreur´ gebruikt als een staatsdoctrine tegen de contrarevolutionairen. Later werd het begrip voornamelijk kritisch gebruikt , bijvoorbeeld in verwijzingen naar het Stalinisme en Hitlerisme. Vandaag de dag lijkt dit echter te zijn omgedraaid. ´Terreur´ (terrorisme) wordt tegenwoordig als een fenomeen gezien dat van het individu uitgaat en de staat bedreigd. Hieruit volgt dat een staat die terreur bestrijdt uit een soort van wettige zelfverdediging handelt en zichzelf dus nooit aan terreur schuldig kan maken. Hiermee heeft de 'oorlog tegen terreur (terrorisme)', die na 9/11 door de Westerse wereld is uitgeroepen, een soort universele legitimiteit gekregen die haast elke daad, conflict of oorlog van het Westen rechtvaardigt. Echter onze natie wordt momenteel niet bedreigd door het 'terrorisme', maar door de bereidheid van ons volk om zich te laten intimideren door 'terreur' in een poging  van onze overheden dit te kunnen gebruiken om zo autoritaire structuren door te voeren die ons van onze vrijheid en privacy beroven. 

"Veiligheid" is het nieuwe credo geworden in het politieke debat. De staat stelt dat de overheid zoveel mogelijk over zijn burgers dient te weten om hen zo efficiënt mogelijk te kunnen beschermen. We vergeten hierbij echter dat 'veiligheid' niet maakbaar is omdat geen enkel risico uitgesloten kan worden. Het is aannemelijker dat je door een verkeersongeluk om het leven komt dan door een terroristische aanval. Echter de aard van de mens is dat hij banger is voor het onwaarschijnlijke dan voor het waarschijnlijke. We zijn het meest bang voor dingen die ons zelden of nooit overkomen en dat is waarschijnlijk maar goed ook willen we het leven aan blijven kunnen. Ons gevoel van onveiligheid staat dan ook los van reële bedreigingen. Het is in het Westen zelfs waarschijnlijker dat je omkomt door een vliegtuigongeluk dan door de zeer kleine kans dat we daadwerkelijk bij een terroristische aanslag om het leven komen. Het angstklimaat in ons land is simpelweg dus niet rationeel. De dagelijks opgeroepen verschrikking staat in de weg van een rationeel debat over de zin en onzin van de voorgestelde tegenmaatregelen die onze 'veiligheid' zouden moeten waarborgen. 



De vraag die eenieder met gezond verstand zichzelf zou moeten stellen is: Hoe deugdelijk zijn de instrumenten van de terrorismebestrijding? Zijn deze maatregelen geschikt om het nagestreefde doel te bereiken? Zijn rasteropsporingen (profilering van grote groepen burgers), biometrische paspoorten, videobewaking, de massale inzet van telefoontaps evenals andere inbreuken op grondrechten, die miljoenen onschuldige burgers treffen, een gerechtvaardigd middel tegen terrorisme? Of schiet men het doel hiermee ruim voorbij? Het is volstrekt onduidelijk waar deze ingrijpende inbreuken op de privacy toe moeten leiden. Terwijl de staat meer en meer controlemogelijkheden op haar eigen burgers toepast, lijkt het gevaar op terrorisme slechts steeds maar weer groter te zijn geworden.

Tot op heden is er nog geen enkele aantoonbare terroristische aanslag verijdeld op basis van de verscherpte veiligheidswetten. Veel van de doorgevoerde maatregelen zijn ondeugdelijk gebleken in het verhinderen van terrorisme. Het lijkt er dan ook op dat de staat zich niet tegen terroristische rampspoed verdedigt, maar tegen haar eigen burgers. Voorheen was men onschuldig tot het tegendeel bewezen was, vandaag de dag zien we echter meer en meer een situatie ontstaan waarin iedereen schuldig is totdat de onschuld is bewezen. Vanuit een zogenaamde 'preventieve' strategie ziet de overheid alle mensen als potentieel gevaarlijk en eigent deze zich het recht toe om in overeenstemming daarmee te handelen (controle, observatie, algemene verdenking). Terwijl onze grondwet eist dat individuele burgers zo min mogelijk schade ondervinden door staatsinterventies, eist de preventie politiek het verzamelen van zoveel mogelijk abstracte informatie van individuele burgers. Langzaam maar zeker veranderd onze rechtsstaat in een ware controlestaat, waarbinnen het doen en laten van iedere burger door vadertje staat gecontroleerd word.


Het beeld van de totalitaire controlestaat die George Orwell in zijn beroemde boek '1984' omschreef lijkt vandaag de dag de harde realiteit te zijn geworden. De controlewaan van de staat heeft  het terrein van de strijd tegen het terrorisme al lang verlaten en richt zich op alle aspecten van ons dagelijks leven; sociale verhoudingen, het belastingsysteem, consumentengedrag en gezondheidszorg. De bestrijding van het terrorisme is verworden tot een scherp zwaard in handen van "modelburgers" die de gehele samenleving aan hun conformiteit wensen te onderwerpen. Achter het veiligheidsbeleid van de staat zien we een steeds grotere vervaging van de grenzen tussen politiek, justitie, politie, leger, civiele beveiliging en de veiligheidsindustrie; de totalitaire controlestaat zal niet lang meer op zich laten wachten. Wij ruilen onze persoonlijke vrijheid in voor de twijfelachtige en lege belofte van 'veiligheid'. Als wij ons nu niet hier tegen gaan verzetten dan zal het te laat zijn. Als de totalitaire controlestaat eenmaal voltooid is zal deze elk protest in de kiem smoren. Het is nu nog niet te laat!      









vrijdag 15 november 2013

Precariteit en Klassenstrijd

Sinds de uitbraak van de economische crisis zijn "bezuinigen" en "hervormingen" het nieuwe credo voor de corrupte graaiers in onze Europese regeringen. Deze maatregelen worden gepresenteerd als zogenaamde oplossingen voor de economische crisis, die zij juist zelf met hun kapitalistische beleid gecreëerd hebben. De economische crisis wordt hier dus misbruikt om een neoliberaal kapitalistisch economisch beleid in geheel Europa door te voeren, zonder dat het volk het direct door heeft. Het zou immers "noodzakelijk kwaad" zijn om zo de "economische groei te stimuleren". Dit neoliberale beleid dat grotendeels door de Trojka wordt uitgedragen, wordt door de volksverraders in onze nationale regeringen onder valse voorwendselen doorgevoerd. Afschaffing van sociale vangnetten, versobering van arbeidsrechten, afschaffing van het minimumloon en versoepeling van het ontslagrecht om de arbeidsmarkt te `flexibiliseren` worden gepresenteerd alsof ze noodzakelijk zijn om ons uit de economische recessie te redden. Dat is natuurlijk onzin, deze maatregelen dienen enkel om de positie van het kapitaal te versterken.

Het volk wordt bang voor de crisis gehouden en zand in de ogen gestrooid door de corrupte elites, massaal verzet tegen deze gang van zaken blijft grotendeels uit. Hoewel er in verschillende Europese landen, die meestal het zwaarste onder het neoliberale beleid van de Trojka te lijden hebben, diverse massaprotesten hebben plaats gevonden, blijft, op een enkele uitzondering na, een serieus en langdurig georganiseerd verzet vanuit de werkende massa´s in zijn geheel uit. Deze kloof tussen mobilisatie en sociale structuren wordt grotendeels veroorzaakt door het onvermogen van antikapitalistische en sociale bewegingen om de werkplaats en regionale gemeenschap te organiseren. De laatste decennia hebben we in Europa een situatie gezien waarin een steeds groter deel van de arbeidersklasse precair is geworden. Een sterke toename van flexibilisering, ZZP-constructies en uitzendwerk hebben een uitzichtloze situatie gecreëerd, waarin steeds meer arbeiders praktisch geen rechten en zekerheid meer hebben en een onzeker bestaan leiden, overgeleverd aan de grillen van de arbeidsmarkt. Continuïteit en stabiliteit zijn voor veel arbeiders al lang geen vanzelfsprekendheid meer. De vakbondsbureaucratie heeft precariteit lange tijd compleet genegeerd en de meeste precaire arbeiders zijn geen lid van de vakbond. Zeker in Nederland hebben sociale bewegingen dan ook geen invloed van enige betekenis op de werkvloer.

Nu de arbeidersbeweging in tijden van crisis zwakker is dan ooit te voren en de organisatie van precaire arbeiders klein en onbetekenend blijft, vormt precariteit een uiterst pijnlijke herinnering dat we vandaag de dag in landen zoals Nederland al lang geen sociale identiteit als klasse meer lijken te hebben. Hervormingen en flexibilisering hebben ertoe geleid dat de arbeidersbeweging ineen is gestort en de antikapitalistische en sociale bewegingen daarmee van hun meest effectieve strijdmiddelen ontdaan zijn. Het neoliberale beleid van de Trojka heeft ertoe geleid dat de Europese verzorgingsstaten in rap tempo worden afgebroken ten gunste van een soort neoliberaal wilde westen voor kapitalistische ondernemers, waarin chronische onzekerheid hen van zo goedkope mogelijke en flexibele arbeidskrachten voorziet om maximaal uit te kunnen buiten. Precaire arbeiders zijn op hun beurt bang om zich tegen deze uitbuiting te verzetten omdat zij dondersgoed weten dat ze makkelijk hun werk verliezen en simpelweg ingeruild worden voor een andere goedkopere precaire arbeidskracht. Dit voorkomt dan ook dat zij zich organiseren en dat ze gezamenlijk voor sociale gerechtigheid op komen.

Sommigen komen dan ook tot de conclusie dat de precaire arbeiders een klasse op zichzelf vormen - het precariaat - , die door haar onzekere en instabiele positie er andere belangen op na houdt dan de traditionele arbeidersklasse (dergelijke theorieën deden eerder al de ronde in linkse kringen omtrent het fenomeen gastarbeiders in de jaren ´70 en ´80, dat als het "nieuwe revolutionaire subject" werd aangemerkt). Inderdaad de nederlaag van de arbeidersbeweging heeft geleid tot een gehele generatie van arbeiders zonder enige positieve vooruitzichten. Zij hebben een uitzichtloos leven van korte contracten, saaie baantjes, zonder vooruitzicht op een carrière, een vast loon of sociale zekerheid. Zogenaamde "zelfstandige ondernemers" (de ZZP´ers) worden door het kapitaal ingehuurd en zijn compleet afhankelijk van deze kapitalisten voor hun werkvoorziening. ZZP´ers kunnen gemakkelijker ontslagen worden dan de gewone loonarbeiders en bovendien maken zij minder gebruik van de sociale vangnetten die voor de arbeiders opgezet zijn (en nu net zo hard weer afgebroken worden).

Deze vervreemding is echter geen nieuw fenomeen; arbeiders hebben nooit controle over de producten van hun arbeid gehad en produceren de goederen niet voor zichzelf of de gemeenschap, maar voor de winst van een kleine elite van kapitalistische uitbuiters. De arbeidersklasse is dus altijd al afhankelijk geweest van de grillen van het kapitaal en feitelijk dus altijd al (in min of meer wisselende mate) precair geweest. De precaire arbeiders vormen dus duidelijk geen nieuwe klasse op zichzelf. Immers zijn tegenwoordig tijdens deze economische crisis voor praktisch alle arbeiders in Europa vaste contracten, zekerheid op werk en arbeidersrechten al lang geen vanzelfsprekendheid meer. De laatste arbeidersrechten die nog over zijn en die door de arbeiders zelf in het verleden (zwaar) bevochten zijn, worden momenteel net zo hard weer afgeschaft door onze corrupte regeringen en de Trojka. Net als in de begindagen van de industrialisatie worden steeds meer arbeiders onderworpen aan extreem lange werkuren, saai werk, armoede en staatsrepressie als men zich probeert te organiseren. Het gehele proletariaat wordt langzaam maar zeker precair; de arbeidersklasse bestaat dan ook nog steeds uit allen die uitgebuit worden, de bezittelozen. Het maakt in principe dan ook niet uit of je nu fabrieksarbeider of student bent, of je inheemse arbeider of gastarbeider bent; allen verkopen hun arbeid en allen worden uitgebuit ten gunste van de winst voor de bezittende klasse (de kapitalisten). Echter binnen de arbeidersklasse vertegenwoordigen de precaire arbeiders uiteraard het meest uitgebuite segment (het lompenproletariaat).

Veel precaire arbeiders hebben (volkomen terecht) de hoop in de vakbonden verloren omdat deze vaak enkel de belangen van het kapitaal vertegenwoordigen. Velen zien het nut er niet van in om zich te organiseren of om eisen te stellen voor een baan die waarschijnlijk maar enkele weken of enkele maanden duurt. Het heeft in hun ogen geen nut. Dit is echter een zeer zorgwekkende ontwikkeling als men bedenkt dat een steeds groter segment van de arbeidersklasse tot de precaire arbeiders behoort. De strategie van de kapitalistische Trojka om de arbeidsrechten af te schaffen en de arbeidsmarkt te flexibiliseren lijkt dan ook zeer succesvol te zijn in het verlammen van het proletarisch verzet. Het is van groot belang om nieuwe manieren te vinden om ook de precaire arbeiders te organiseren binnen de arbeidersklasse, om zo het proletarisch verzet weer aan te wakkeren en zo de werkende massa´s te mobiliseren en onder te brengen in sociale structuren. Hierbij moeten we natuurlijk duidelijk in het zicht houden dat de precaire arbeiders geen klasse op zichzelf vormen, maar een wezenlijk onderdeel van de arbeidersklasse als geheel zijn.

Het zwaartepunt van de antikapitalistische en sociale strijd zal nog altijd op de werkvloer moeten liggen, omdat enkel de arbeidersbeweging in staat is om door middel van de algemene staking en directe actie de kapitalistische economie plat te leggen en de middelen voor productie uit de handen van de bourgeoisie te nemen. Revolutie is simpelweg niet mogelijk zonder industriële actie. De hedendaagse precariteit hangt dan ook vooral samen met de crisis die het kapitalisme doormaakt en de noodzaak voor het kapitaal om het proletarisch verzet te smoren uit puur zelfbehoud. Precariteit is geen nieuw fenomeen, het is een teken dat het kapitalisme in crisis is en dat de gevestigde orde angstig is voor de uitbraak van de klassenstrijd. Naarmate de onvrede, repressie en precariteit toe zal nemen, zullen de werkende massa´s zich echter genoodzaakt zien om in opstand te komen en te strijden voor sociale gerechtigheid.

Italiaanse kameraden van de ACN in actie tegen precariteit
  


zondag 3 november 2013

Pavlos, Manolis en Giorgos: Rust in vrede

In het licht van de gebeurtenissen eind september en afgelopen vrijdag citeren we kameraad Kostas M. die de tragische situatie in Griekenland treffend wist te verwoorden;



"We staan nu voor de tweede keer in minder dan twee maanden voor een moord met een ideologische en politieke achtergrond. De eerste was op Pavlos Fyssas, een linkse musicus, daarna op twee leden van de Gouden Dageraad (Manolis Kapelonis en Giorgos Fountoulis), met dubieuze motieven van vergelding. We zien nu twee zijden afglijden in een gewapend geweld met het karakter van een afrekening onder misdadigers. Beide moorden leiden ons af van de echte problemen. Ten tweede verdelen ze de gehele samenleving, een heropleving van de oude - maar existentieel als het lijkt - verdeling in rechts en links, fascist en antifascist, die ongetwijfeld beheersbaar is vanuit de centra van macht in Griekenland en door hun gevolmachtigde vertegenwoordigers.    

Het volk wordt weer gevraagd haar rol te spelen, niet wetende waar dit alles vandaan komt, en de meest pijnlijke type van dood te kiezen. Welke moord is het meest afschuwelijk? Met het mes of met het geweer? Van een meter of van tien meter? Complexen of niet? Alleen of met een accessoire?

Dit is een totaal zieke situatie, indicatief voor de verrotting veroorzaakt door beide kanten, met dagelijks meer wonden op het lichaam van de samenleving. De Gouden Dageraad en radicaal linkse mensen hebben met hun gevechten de gehele samenleving in een micro-kosmos van ontevredenheid geduwd. Tegelijkertijd wint de Griekse regering aan populariteit omdat het veiligheid garandeert gebaseerd op de angst van mensen. De kapitalisten gaan verder met hun plannen en Griekenland is in chaos en verval gestort.    

Gelukkig zijn er nu verschillende mensen (zowel anarchisten als nationalisten) die wakker worden en de verdachtheid van deze gebeurtenissen duidelijk inzien. Dit keert zich allemaal tegen ons op het einde, het is een doodlopende weg. Geweld is op zichzelf niet iets "slechts". Politiek is gelieerd aan geweld. Dat moet. Want we worden iedere dag met het democratisch geweld geconfronteerd. Maar geweld heeft zijn waarde en is onderdeel van het spel als het recht tegen het doel gebruikt wordt en niet de onschuldigen schaadt. Helaas, beide kanten, inclusief de massa media en regeringen, handelen als bendes, terwijl het Griekse volk al lang een einde hadden moeten hebben gemaakt aan hun binnenlandse onderdrukkers."       








Autonoom: Wat betekent dat?

Ieder mens moet individueel de vrijheid kunnen hebben om binnen de gemeenschap te kunnen doen wat hij/zij wil. Ieder mens moet zijn/haar leven zo vorm kunnen geven hoe hij/zij dit wil, zonder dat een of andere autoriteit (leider; partijvoorzitter; vakbondsbons) , partij of Staat hier wat over te zeggen heeft. Een "Staat" zal hoogstens een vertegenwoordiging van het volk zijn, en kan dus als middel door de gemeenschap zelf worden ingezet om bepaalde dingen te bereiken die de belangen van de gemeenschap dienen. Het is in ieder geval niet de bedoeling dat, als er al zoiets als een "staat" wordt nagestreefd, deze er zo als de huidige uit komt te zien. (Een socialistische radenrepubliek is waar autonomen naar streven.)

Strijd tegen elke vorm van autoriteit in het algemeen en tegen de Staat in het bijzonder staat centraal in het autonome denken. De Staat is de belichaming van de terroristische dictatuur van het financierkapitaal met als doel het behoudt van de kapitalistische productieverhoudingen. Ook is de Staat verantwoordelijk voor het uitvoeren van culturele genocide, in de vorm van de vernietiging van de volksziel en ontworteling van de oorspronkelijke cultuur, teneinde een hersenloze, amorfe, consumptiemassa (consumptiezombies) te kweken.

Het zijn de bestaande machtsverhoudingen, belichaamd in de Staat, die hun eigen gemeenschappen onderdrukken en uitbuiten. Tussen de kapitalistische elite, die de macht heeft, en de werkende massa's, die het dagelijks leven mogelijk maken, zit een dergelijk grote kloof dat men hiertegen wel in verzet moet komen. Niets of niemand heeft volgens de autonomen het recht om anderen te vertellen wat zij moeten doen. Een autonoom beschikt over een uitzonderlijk hoog zelfbewustzijn en verantwoordelijkheidsgevoel.

Zoals eerder aangegeven zijn onafhankelijkheid en individuele vrijheid te bereiken door sociale gerechtigheid en - gelijkheid, door collectiviteit en solidariteit binnen de gemeenschap. Collectivisme houdt in, dat er een omwenteling plaats zal moeten vinden op het gebied van de productie- en eigendomsverhoudingen, zodat de gemeenschap de productiemiddelen in handen krijgt, en niet zoals dat nu binnen het kapitalisme is, in de handen van enkele individuen. De winst die de productiemiddelen (grond, arbeid, kapitaal, grondstoffen, machines, etc.) opbrengen, behoren volgens het kapitalisme volledig toe aan diegene die ze in het bezit heeft. D.w.z. dat diegenen die de winst (meerwaarde) produceren (de arbeiders) niets hiervan terug zien. Dit in tegenstelling tot de kapitalistische bezitter van de productiemiddelen, die zonder het verrichten van (fysieke) arbeid, de meerwaarde (winst) van een product als zijn eigendom mag beschouwen. Tegen deze reactionaire filosofische opvatting is de autonomie gekant, en staat voor dat de productiemiddelen gecollectiviseerd worden, zodat zij die de meerwaarde produceren, de vruchten van hun arbeid krijgen, resp. de gemeenschap die krijgt.

Collectivisme betekent ook dat men gezamenlijk iets onderneemt om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Verschillende individuen organiseren zichzelf , om collectief gemeenschappelijke doeleinden te verwezenlijken. In die zin is autonomie dus zeer zeker niet gekant tegen "bezit". Iedereen moet krijgen waar hij/zij recht op heeft. Wanneer dat in de praktijk echter zou betekenen, zoals vandaag de dag wel het geval is, dat een kleine groep alles bezit en de overgrote meerderheid niks, dan is bezit het meest decadente wat men maar kan bezitten. In tijden, zoals wij die op het moment meemaken, van een ongekende economische crisis, oplopende massa-werkloosheid wereldwijd, armoede en hongersnood, wordt de repressie naar binnen toe verscherpt. Dit omdat de bezitters hun privé-eigendom willen beschermen en veiligstellen. En hier ligt gelijk het probleem, omdat de werkende massa's, die niets bezitten, maar wel alles produceren, opdraaien voor de puinhoop die de kapitalistische bezitters, die niets produceren, maar wel alles bezitten, hebben veroorzaakt. Een beter voorbeeld van sociale ongelijkheid en -onrechtvaardigheid hadden wij niet kunnen vertellen.

Solidariteit betekent klaar staan voor de gemeenschap. Solidariteit is nodig binnen de gemeenschap om de belangen van allen te dienen. Het is geen schande om een stukje "luxe" in te leveren, als iemand die iets minder heeft er daardoor op vooruit kan. Dit betekent natuurlijk niet, in geen enkel opzicht, dat zij die moedwillig niets bijdragen op kosten van de gemeenschap kunnen profiteren! Slechts zij die (kunnen) bijdragen, kunnen rekenen op solidariteit, omdat zij dezelfde strijd voeren, namelijk de strijd voor sociale gerechtigheid en -gelijkheid. De strijd om sociale gerechtigheid en -gelijkheid is er een, die zonder solidariteit in praktijk te brengen, nooit behaald kan worden! Zij die de belangen van de gemeenschap schaden (zoals b.v. speculanten, beurshyena's, sprinkhanen, etc.), zullen worden uitgesloten van de gemeenschap, en worden beschouwd als vijand van de gemeenschap. Met hen is absoluut geen solidariteit in de praktijk te brengen! Onder solidariteit in de praktijk brengen, verstaan wij actieve deelname aan de strijd voor sociale gerechtigheid en -gelijkheid.

In de politieke strijd is men zelfstandig en onafhankelijk georganiseerd. Dat houdt in, op de eogen manier, om eigen beweegredenen, met eigen standpunten. Autonomen lopen niet achter een voorgeschreven doctrine aan, zij verdiepen zich zelfstandig in willekeurige kwesties, en trekken zelf conclusies, op basis van eigen inzichten en onder eigen argumentatie. Dit vormt een zelfstandig politiek bewustzijn bij het individu, waarna hij zich met andere individuen, collectief kan organiseren om voor bepaalde gemeenschappelijke belangen op te komen.

Om dit in de praktijk toe te passen is allereerst een analyse nodig van de maatschappij waarin we vandaag de dag leven, om vervolgens te kunnen bepalen welke actiemiddelen welke doelen moeten dienen. Welke vorm van verzet past het beste bij de betreffende situatie? Wat zijn de te bereiken doelen? Om dit vast te kunnen stellen moet men intern hierover de discussie openen. De individuen in het collectief moeten weten waar ze aan toe zijn, zij moeten weten wie, hoe ver wil gaan om doelen te bereiken. Iedereen moet zich hierover binnen het betreffende collectief kunnen uitspreken. Basisdemocratie, ook wel radendemocratie genoemd, is niet te vergelijken met de gekochte "democratie" van het kapitalisme. Deze "parlementaire democratie" (representatieve democratie [contra basisdemocratie]) heeft de belangen van het volk reeds verkocht aan het kapitaal. Autonomen verwerpen het Führerprinzip vanzelfsprekend, wat gehoorzaamheid en onvoorwaardelijke loyaliteit aan een individu voorstaat. Dit soort denken is totaal strijdig met de uitgangspunten van de autonomie. Autonoom-zijn betekent vrijheid in en door het collectief, je naaste in de gemeenschap is niets minder waard dan jij, jij staat niet hoger dan iemand anders, geen leider die je vertelt wat je wel en niet mag. je bepaalt zelf, je doet zelf, maar nog belangrijker: JE DENKT ZELF! En wellicht het belangrijkste: JE HANDELT ZELF!

M.b.t. de te hanteren actiemiddelen moeten individuen, resp. collectieven (= groepen van individuen), zelf bepalen hoe ver zij willen gaan om bepaalde doelen te bereiken. Dit moeten zij zelf, door middel van overleg en consensus, gemeenschappelijk bepalen.

"De drang om te vernietigen is tegelijkertijd ook een creatieve drang." - Bakoenin

"Zonder afbraak kan er geen sprake zijn van een revolutionaire opbouw" - Mao Zedong

De Staat dient in zijn totaliteit VERNIETIGD te worden!  

     
           

donderdag 24 oktober 2013

De tweede editie van Resist Magazine is uit!



De tweede editie van de aan het ACN/AKN gelieerde periodieke "Resist Magazine" is uit.

De papieren versie is verkrijgbaar via de gebruikelijke kanalen.

Voor de online versie kunt u hier terecht:

Resist Magazine Online

woensdag 16 oktober 2013

De Politieke Islam: Vijand of Bondgenoot?

"De Islam heeft niet de bedoeling om geloof aan mensen op te dringen, maar de Islam is niet louter 'een geloof'. Zoals wij al aangetoond hebben is de Islam een vrijheidsverklaring van de mens, van de dienstbaarheid aan de andere mens. Zodoende streeft het vanaf het begin af aan naar de afschaffing van al die systemen en regeringen, die gebaseerd zijn op de overheersing van de ene mens over de andere mens."  - Sayyid Qutb, Mijlpalen


Tegenwoordig zien we in Europa een alsmaar sterker wordende anti-Islamitische trend ontstaan. Dit vijandsbeeld baseert zich grotendeels op de theorie van de "botsing der beschavingen" (clash of civilizations). Deze is geformuleerd door de Amerikaanse zionist en neoconservatief Samuel Phillips Huntington. Huntington stelde dat er na de Koude oorlog een nieuwe tegenstelling zou ontstaan; namelijk een tegenstelling tussen verschillende culturen en dan met name tussen de Islam en de Westerse beschaving. Binnen dit idee vertegenwoordigt de Islam het gezicht van de barbarij, dat zich niet wenst neer te leggen bij de "vooruitgang" en "vrijheden" die de Westerse beschaving te bieden zouden hebben. Binnen de neoconservatieve retoriek wordt "beschaving" hier dus gedefinieerd in de zin van de Westerse liberale waarden zoals zgn. "universele vrijheid" en "democratie". Het houdt na de val van het Communisme als vijandsbeeld het paradigma van de Westerse beschaving tegen de rest van de wereld in stand. De theorie van Huntington is dan ook puur ideologisch van aard en streeft ernaar het Westerse liberaal-kapitalistische systeem neer te zetten als de enige mogelijke vorm van "beschaving" die een universele geldigheid zou kennen en waaraan dus ieder volk op aarde zich zou moeten onderwerpen. 

De zogenaamde "oorlog tegen het terrorisme" (war on terror) die als publieke rechtvaardiging moet dienen voor de imperialistische agenda van de Westerse machten, gebruikt dit simplistische vijanddenken om deze agenda door te voeren. De aanslag op de WTC torens in New York op 9/11, als vergelding voor de Amerikaanse agressie in de Islamitische wereld, werd dan ook al snel door de Amerikaanse regering onder President Bush misbruikt als een "bewijs" om de theorie van Huntington te staven, zodat het Amerikaans imperialisme gesteund door de publieke opinie haar imperialistische ambities in het Midden-Oosten waar kon maken. Dit zorgde voor een voedingsbodem voor de meest radicale vormen van Islamfobie en heeft een ware hetze tegen Moslims ontketend, met name tegen het "Islamisme" (beter bekend als de "politieke Islam"). 


Binnen de nationale beweging, die inmiddels een steeds grotere uitdrager van deze anti-Islamitische hetze aan het worden is, heerst dan ook nogal wat verwarring. De "botsing der beschavingen" retoriek heeft er voor gezorgd dat veel nationalisten zich in ruil voor legitimiteit tot het neoconservatieve rechts-populisme hebben laten verleiden en zich daarmee bewust of onbewust voor het uiterst reactionaire wagentje van het imperialistische en zionistische kamp hebben laten spannen. In dit artikel zullen wij ons standpunt inzake de Islam en het Islamisme proberen te verduidelijken vanuit een nationaal-revolutionair perspectief.


De Islam

Er is geen enkel heilig boek in staat om mensen voor vele eeuwen te begeesteren en te inspireren als deze niet verschillende boodschappen te bieden heeft die open staan voor individuele interpretaties en die toepasbaar zijn onder verschillende omstandigheden. Dit gaat natuurlijk ook op voor de Koran. De Islam verschilt in dit opzicht geenszins van de andere grote monotheïstische wereldreligies (zoals o.a. het Christendom). Net als andere religies kan de Islam zowel de armen en onderdrukten, als de rijken en onderdrukkers aanspreken. Net als het Christendom leent de Islam zichzelf als een verlangen naar een beter leven voor de armen, maar ook als een instrument om de geprivilegieerde positie van de machtigen te beschermen. Religie is dan ook geen historische kracht op zichzelf, want hoewel religieuze instellingen en ideeën een belangrijke rol in de wereldgeschiedenis spelen, staat deze rol niet los van de materiële werkelijkheid waarin het zich bevind. Mensen waren altijd in staat om hun eigen interpretaties te geven aan de godsdienstige ideeën die zij hadden. Meestal waren deze interpretaties afhankelijk van de eigen materiële situatie, hun verhouding met andere mensen en de conflicten waar zij zich in bevonden.

In dat opzicht ontstond de Islam in de Arabische maatschappij van de zevende eeuw, die veelal via stamverbanden georganiseerd was. Haar grondlegger was de Profeet Mohammed, die tot de clan van de Qoeraysj, de Hasjim, behoorde en op het Arabische schiereiland leefde. De eerste openbaringen van de Koran vonden plaats in 610 op de berg Hira vlakbij bij de stad Mekka. Het eerste politieke Islamitische document was de overeenkomst van Medina, waarin de Profeet de rechten en plichten liet vastleggen die opgesteld werden voor de Oemma (de Islamitische gemeenschap). Hiermee werd de eerste Islamitische staat geboren. De Islam kwam echter pas echt tot bloei na het ontstaan van een aantal opeenvolgende imperia (kalifaten). Het voortbestaan van deze religie hing, net als bij het Christendom, grotendeels af van haar vermogen om zich aan te passen aan de verschillende belangen van de verschillende klassen. De Islam bood dus een evenwicht tussen enerzijds een bepaalde mate van bescherming voor de onderdrukte klassen en anderzijds een bescherming voor de onderdrukkende klassen tegen een opstand door de onderdrukte klassen. 

De Islam vertegenwoordigt net als de meeste andere religies geen homogeen ideeënstelsel. Nadat de Islam zich over grote delen van het Euraziatisch continent verspreid had, voegden veel van de volkeren die onderdeel van de Islamitische gemeenschap werden, hun oude godsdienstige en traditionele gebruiken toe aan deze religie waardoor er nieuwe stromingen en varianten op de Islam ontstonden. We kunnen dan  ook de conclusie trekken dat de Islam niet fundamenteel van haar zusterreligies (Christendom en Jodendom) verschilt, maar eerder zeer grote overeenkomsten kent. Als nationaal-revolutionairen kennen wij de Islam dan ook geen aparte status toe ten opzichte van andere religies. 



De Politieke Islam

In de 20ste eeuw vond er een Islamitische heropleving plaats. Deze heropleving ontstond als een reactie op de imperialistische expansie van het Westen die hun militaire overmacht gebruikten om het Midden-Oosten te veroveren, te onderdrukken en uit te buiten. Dit ging met veel bloedvergieten gepaard en de desastreuze gevolgen zijn tot op de dag van vandaag voelbaar. Ook nu nog worden de natuurlijke grondstoffen en de olievoorraden van het Midden-Oosten geëxploiteerd ten gunste van enkele multinationals en ten koste van de lokale volkeren. Arabische leiders verkwanselen de belangen van hun volkeren, die gedwongen zijn om in grote armoede te leven. In deze situatie ontstond "het Islamisme", ook wel bekend als "de politieke Islam". Volgens de Islamisten werd de situatie in het Midden-Oosten veroorzaakt doordat de Islamitische waarden gecorrumpeerd waren. Enkel een terugkeer naar de ware Islam kon leiden tot een herstel van de Islamitische gemeenschap. In de post-koloniale tijd, tijdens de economische crisis van de jaren '80, groeide de aantrekkingskracht van het Islamisme nog meer doordat de tegenstellingen tussen de arme massa's en de rijke elites nog groter dan voorheen werden. De rijke elites die de welvaart bezaten hielden er veelal een decadente "Westerse" levensstijl op na en werden door de arme massa's dan ook al snel beschuldigd van "on-Islamitisch" gedrag. 

Een van de grondleggers van de politieke Islam was Sayyid Qutb (1906-1966), die na twee en een half jaar de decadente levensstijl van het Westen aan den lijve in Amerika ondervonden te hebben, terugkeerde naar zijn vaderland Egypte om zich daar bij de Moslimbroederschap aan te sluiten. In zijn werken hekelde hij de decadente moderne "Westerse" cultuur. In zijn visie werd de Islamitische wereld geregeerd door corrupte en verwesterde dictators en prinsen, wiens geestelijk achteloze en onwetende beleid overeen kwam met dat van de Jahili Arabieren (= de heidense Arabieren voor de openbaring van de Koran). Sayyid pleitte ervoor om deze corrupte regimes omver te werpen en "de ware Islam" te herstellen. Hierbij baseert hij zich vooral op de werken van de Hanbalitische* jurist en purist Ibn Taymiyya (1268-1328). Sayyib zijn concept van de politieke Islam moet gezien worden in de context van een ideologie die erop gericht is om de onderdrukten in de postkoloniale Islamitische wereld te verenigen in hun zoektocht naar sociale-, economische- en politieke gerechtigheid.     


Het Islamisme onderscheidt zichzelf hier als stroming omdat zij niet in conservatieve zin de oude orde wil behouden , maar omdat zij ernaar streeft de moderne maatschappij te veranderen op basis van de Islamitische waarden. Het streven om een mythisch verleden te herscheppen betekent hier dus niet het intact laten van de huidige maatschappij of een terugkeer naar de Middeleeuwen, maar het radicaal transformeren van de moderne maatschappij. De vernieuwing die Islamisten voorstaan moet dan ook opgevat worden als een strijd tegen de staat en tegen de politieke overheersing van het imperialisme. Het is ontstaan in samenlevingen die door de drastische gevolgen van het imperialisme om verzet riepen. Islamisme is de politieke expressie van mensen die in deze samenlevingen opgegroeid zijn met respect voor de Islamitische ideeën en waarden en die deze ideeën en waarden toepassen in een poging om de tegenstellingen en het onrecht tegen te gaan. De grootste aanhang van de Islamisten is te vinden onder de armen op het platteland en diegenen die naar de steden trekken in hun wanhopige zoektocht naar werk. Echter het belangrijkste element dat het Islamisme in stand houdt is de nieuwe middenklasse (de kleinburgerij), die ontstaan is als gevolg van de modernisering van de Arabische wereld. Zij vormen het onmisbare kader van de Islamisten en verspreiden de leer van de politieke islam onder de arme volksmassa´s. Veel van deze Islamitische intellectuelen zijn goed opgeleid en vormen een brug naar de arme volksmassa´s in de sloppenwijken en op het platteland. Deze goedopgeleide jongeren zijn er heilig van overtuigd dat de Islam een grote maatschappelijke verandering en sociale gerechtigheid teweeg kan brengen.


Eindconclusie

Omdat de politieke Islam door de kleinburgerij gedragen wordt, heeft zij een kleinburgerlijk klassenkarakter dat vergelijkbaar is met dat van de klassieke corporatistische bewegingen. Net als het klassieke corporatisme (het Peronisme, etc.) werd de politieke Islam in de straten geboren als een kleinburgerlijke beweging, die de arme volksmassa's wist te mobiliseren. Het Islamisme kent net als het klassieke corporatisme een tegenstrijdig karakter dat zowel revolutionaire en reactionaire elementen bevat. Het probleem ligt hem in het feit dat de kleinburgerij als klasse niet in staat is om een onafhankelijke en consequente koers te varen. Enerzijds hoopt de kleinburgerij te kunnen profiteren van een radicale verandering, maar anderzijds blijft de zekerheid van het conservatisme naar hen lonken. De politieke Islam faalt er dus - net als het klassieke corporatisme - in om de materiële uitbuiting door het kapitalisme aan te klagen, omdat zij zich beperkt tot het cultureel imperialisme (verwestering) als de bron van al het kwaad. Dus hoewel de politieke Islam zeer goed in staat is om de verbittering van de bevolking te mobiliseren, verlamt zij deze tegelijkertijd doordat zij geen daadwerkelijke antikapitalistische oplossing kan bieden. Het project om de maatschappij te veranderen op basis van de Islamitische waarden die de Profeet Mohammed in de zevende eeuw predikte, is feitelijk dan ook een utopie die voortkomt uit het verarmde deel van de kleinburgerij en die hoop biedt aan de onderdrukten in de Islamitische wereld. 

Laten wij duidelijk zijn; de politieke Islam als een kleinburgerlijke beweging is niet onze echte vijand. Het zijn niet de Islamisten die schuldig zijn aan het (neo)liberaal-kapitalistisch systeem. Zij zijn niet schuldig aan de onderwerping van volkeren in een oneindig streven naar meer en meer winst en zij zijn ook niet schuldig aan de imperialistische agressieoorlogen die wereldwijd gevoerd worden! Het Islamisme heeft juist een sterk destabiliserend effect op de belangen van het monopoliekapitaal in het Midden-Oosten en vormt een belangrijk obstakel voor de koloniale ondernemingen van het Zionisme. Hoewel Islamisten dan wel de vertegenwoordigers zijn van de kleinburgerlijke klasse die proberen om het proletariaat te beïnvloeden, en dus geen bondgenoten zijn, kunnen we eveneens geen afzijdige houding ten opzichte van hen aannemen. In hun Islamitische gemeenschappen vormen zij de voorhoede van grote maatschappelijke groepen die onder de neoliberale en imperialistische uitbuiting te lijden hebben. Hun opstandige geest kan dan ook aangeboord worden voor revolutionaire doelstellingen als de opkomende arbeidersstrijd hier een bepalende rol in kan nemen. De politieke Islam is het product van een diepe maatschappelijke crisis, maar niet in staat om het op te lossen omdat zij geen antikapitalistisch alternatief te bieden hebben. Hoewel we het met de Islamisten oneens zijn over een aantal zeer belangrijke vraagstukken, zullen we in veel gevallen toch aan dezelfde kant als de Islamisten staan in de wereldwijde strijd tegen het imperialisme en het zionisme. Hun verzet verdient dan ook onze kritische solidariteit op basis van het recht op nationale zelfbeschikking! 


*Het Hanbalisme is binnen de Soennitische islam een van de vier scholen (Madhhabs) ten aanzien van de godsdienstige wet, de Fiqh.





woensdag 9 oktober 2013

Een antwoord aan Tim Cornelis n.a.v. zijn kritiek op het Nationaal-Revolutionair Manifest

Allereerst willen wij Tim bedanken dat hij de moeite heeft genomen om zich in ons manifest te verdiepen en de moed heeft gehad om dienaangaande de discussie met ons aan te gaan. Dit was voorheen binnen de radicaal-linkse beweging niet gebruikelijk onder het motto “met 'nazi’s' (resp. nationaal-revolutionairen) wordt niet gesproken”.

Om te beginnen zijn wij ons ervan bewust dat er in het verleden vanuit links vaker dergelijke platitudes omtrent de val van het kapitalisme zijn gebruikt; zie bijvoorbeeld de KPD en de Komintern in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw. Zij riepen met het oog op de grote crisis van 1929 ook telkens dat “het kapitalisme op zijn laatste benen liep” (resp. “dit is het laatste gevecht”), dit gericht tegen het toenmalige Hitler-regime, alsmede de hieraan voorafgegane Präsidialdiktaturen (Brüning, Von Papen, Von Schleicher). Een Hitler regiem, wat zich, zoals we nu allen weten, veel langer aan de macht heeft weten te houden dan iedereen van tevoren had gedacht (evenals het kapitalistische systeem overigens). In een bepaald opzicht zou men eventueel nog wel de stelling kunnen verdedigen dat deze crisis (de crisis van 1929) in een belangrijk deel van Europa en Azië inderdaad de laatste crisis van het kapitalisme was. Want in 1945 verrees in het oosten van Duitsland een zegevierende arbeiders- en boerenstaat. Hetzelfde gold voor Azië (China, Korea, Vietnam). In die zin was er destijds dus wel degelijk sprake van de laatste crisis van het kapitalisme voor een aanzienlijk deel van de wereldbevolking, en was de leus van de communisten (“na Hitler komen wij”) dus inderdaad juist.

Verder met betrekking tot punt 1 (de 98% versus de 2%): Wij hebben dit toentertijd (de zomer van 2011) zo geformuleerd met het oog op de destijds opkomende Occupy-beweging en de rondom haar gevoerde discussie. Het was dan ook min of meer als een 'concessie' ten opzichte van de Occupy-beweging gedacht, die in die tijd in opkomst was (en inmiddels alweer grotendeels van het toneel is verdwenen). Voor een propagandistisch manifest was deze formulering ons inziens dan ook volledig gerechtvaardigd teneinde hierop in te kunnen haken. Het manifest pretendeerde dan ook geenszins een klasse-analyse in de zin van Marx te zijn. Het geheel ademde meer de geest van het begrip 'volksrevolutie', zoals geformuleerd door Thälmann en O. Strasser.

Aangaande punt 2 beschouwen wij de bourgeoisie niet alleen als een economische, maar ook als een politieke klasse. De vernietiging van het kapitalisme betekent niet dat daarmee automatisch ook het gedachtegoed van de bourgeoisie is verdwenen. Zolang het kapitalisme niet over de gehele wereld is vernietigd, blijft de bourgeoisie als politieke klasse nog bestaan. In de Sovjet-Unie was het kapitalisme dan wel als economisch systeem vernietigd, maar de bourgeoisie slaagde er toch weer in om aan de macht te komen na de dood van Stalin (1953). In China zag Mao zich gedwongen de Culturele Revolutie te ontketenen tegen het gedachtegoed van de bourgeoisie, dat zich in de partij-top had genesteld (de strijd tussen de twee lijnen: de proletarische en de burgerlijke).

Wat betreft punt 3: Tim geeft er blijk van wat dit punt aangaat er geen jota van te snappen. Immers, als ná een geslaagde socialistische revolutie de arbeidersklasse de macht in handen neemt, dan impliceert dat, dat er géén heersende klasse meer boven de arbeidersklasse staat; immers is de arbeidersklasse dan de heersende klasse. Dit is dan ook wat er bedoeld wordt met het begrip “dictatuur van het proletariaat”! Voor alle duidelijkheid; de staat (evenals de klassen) sterven pas af in de tweede fase; namelijk de fase van het communisme. Direct na de revolutie betreedt men dus eerst de eerste fase; namelijk die van het socialisme. Zoals Friedrich Engels al stelde sterven de staat en de klassen pas af, zodra er van de socialistische fase naar de communistische fase wordt overgaan. Deze overgang ligt – zoals eenieder duidelijk zal zijn –  echter nog ver van ons verwijderd. Maar pas dan zal er sprake kunnen zijn van een werkelijk klasseloze samenleving, waarin de staat niet langer nodig zal zijn. In het socialisme dient de staat ertoe – in de vorm van de dictatuur van het proletariaat en het radensysteem – om te voorkomen dat de ten val gebrachte bourgeoisie wederom aan de macht kan komen. De proletarische staat is echter wat haar karakter en uitingsvorm betreft een totaal andere dan de voorheen omvergeworpen bourgeoisiestaat! (Zie daarvoor Lenin in “Staat en revolutie”.)

Het zal Tim ook duidelijk zijn, dat revoluties niet overal tegelijk uitbreken en dat een proletarische revolutie dus niet tegelijkertijd overal ter wereld zal zegevieren. Aangezien wij de export van de revolutie per bajonet of anderszins afwijzen, is het de taak van de arbeidersklasse van de verschillende nationale staten om elk hun eigen revolutie door te voeren. Echter, zolang het kapitalisme op wereldschaal niet definitief is verslagen, blijft de kans steeds levensgroot aanwezig, dat de bourgeoisie op de een of andere manier weer de macht kan veroveren. Daarom is het noodzakelijk en onoverkomelijk dat in deze periode (die van de overgang van de revolutie naar de communistische maatschappij) de socialistische staat de vorm aanneemt van de gewapende dictatuur van het proletariaat.

Dit in tegenstelling tot de leer van Trotski die de mening toegedaan was, dat de proletarische revolutie enkel en alleen op wereldschaal zou kunnen slagen en dat iedere revolutie op nationaal niveau slechts in bureaucratische verstarring en misvorming zou blijven steken. Volgens ons verschillen de specifieke nationale omstandigheden in de verschillende landen echter te veel; daar ligt dan ook de taak van de nationale arbeidersklasse en haar revolutionaire voorhoede(s). Elke poging van buitenaf om hierop druk uit te oefenen werkt volgens ons slechts averechts, want ieder land kent zijn eigen specifieke nationale omstandigheden, waarin een nationale revolutie wel of niet kan slagen. Daar waar men inderdaad rekening heeft gehouden met de eigen specifieke nationale omstandigheden (bij het doorvoeren van de revolutie) heeft het socialisme zich nog het langst gehouden, dit in tegenstelling tot de landen, waar dat van buitenaf op de punt van de bajonet gebeurde. (Zie China, Vietnam, Korea, Rode Khmer, Cuba).

De Vrije Nationalisten en de NSA hangen naast de sociale bevrijding inderdaad óók de nationale bevrijding aan. Welke is nu die 'vreemde macht die de politiek gemonopoliseerd' heeft vraagt Tim zich af. We moeten Tim hier helaas teleurstellen, want het betreft hier niet de inderdaad illusoire Z.O.G., maar het internationale monopoliekapitaal. Tim, leg ons eens uit waarom nationale bevrijding zich altijd zou dienen te beperken tot een bepaalde etnische groep of ras? Zie in dit verband de verklaring van de KPD m.b.t. de nationale en sociale bevrijding van het Duitse volk (1930). Daar heette de vreemde macht het “systeem van Versailles”. In deze context is tevens de redevoering van Stalin [1] op het 19de partijcongres van 1952 van belang, waarin hij terecht stelt dat de arbeidersklasse in West-Europa nu voor de taak staat om niet alleen de sociale bevrijding, maar ook de nationale bevrijding te volbrengen. Dit aangezien de bourgeoisie het vaandel van de nationale bevrijding heeft verraden in ruil voor Amerikaanse dollars – Hier was de 'vreemde kracht die de politieke macht monopoliseerde' dan ook het Amerikaanse imperialisme.

Momenteel is in Griekenland de 'vreemde macht die de politiek monopoliseert' de Trojka onder aanvoering van Merkel. Nationale bevrijding in Griekenland betekent hier dus de bevrijding van de Griekse arbeidersklasse. Wat tegenwoordig de 'Trojka' heet, heette in de jaren ’20 'Versailles'. Nationale bevrijding voor de Palestijnen betekent bevrijding voor de Palestijnse arbeidersklasse en het gehele werkende volk. Uiteraard niet voor de Joden die in Palestina wonen, deze wonen immers op bezet gebied (immers, de staat 'Israël' is gegrondvest op aan het Palestijnse volk toebehorend gebied). Wat natuurlijk niet betekent, dat er geen bevrijding van de Joodse arbeidersklasse kan plaatsvinden: namelijk de bevrijding van het vergif van het zionisme [2]. De positie van de joden in Palestina vertoont nog de meeste gelijkenis met die van de Fransen in het (voormalig Franse gebiedsdeel) Algerije van vóór 1962. Het door Tim aangehaalde voorbeeld van de Palestijnse nationale bevrijdingsstrijd is inderdaad op een veelvoud van punten aanmerkelijk gecompliceerder dan de nationale bevrijdingsstrijd in bijvoorbeeld Koerdistan of het Baskenland. In Nederland betekent dit de bevrijding van de Nederlandse arbeidersklasse van de onderdrukking door de 'Trojka'. 'Ras' speelt hier verder geen rol. Tot de Nederlandse arbeidersklasse behoren allen, die in Nederland woonachtig en als 'arbeider' (het begrip wordt hier sociologisch gebruikt) in het productieproces werkzaam zijn.

Punt 4: Beste Tim, zoals je zelf al aangaf, houden wij ons hier bezig met de bourgeois-staat en niet met de feodale staat van de 7de eeuw (die uiteraard geheel andere kenmerken heeft). Wat betreft je kritiek: Wij willen de vernietiging van de staat. Zoals Friedrich Engels al heeft gesteld in “De oorsprong van het gezin, de particuliere eigendom en de Staat”, streven óók wij naar de vernietiging van de staat an sich. Aangezien dit echter, zoals wij in het begin van dit artikel al hebben gesteld, slechts mogelijk zal zijn in de eindfase (namelijk de fase van het communisme), blijft de staat in de overgangsperiode naar deze eindfase (deze overgangsperiode is de periode van de dictatuur van het proletariaat) in meerdere of mindere mate een noodzakelijk kwaad (Zie daarvoor ook Lenin in “Staat en revolutie”). De staat neemt in deze overgangsperiode de vorm aan van het radensysteem en dient ter afweer van de contra-revolutie. Immers, zolang het kapitalisme nog steeds op een gedeelte van de aardbol heerst, blijft het gevaar dat de bourgeoisie in de arbeidersrepubliek terug aan de macht komt nog altijd levensgroot aanwezig. Natuurlijk zijn wij, evenals Engels en Lenin, van mening dat de staat een onderdrukkingsinstrument is, maar anders dan onder het kapitalisme onderdrukt de staat (in de vorm van het radensysteem) in de eerder door ons aangehaalde overgangsfase naar het communisme slechts de restanten van de bourgeoisie, die streven naar een terugkeer aan de macht.

Toegegeven, de bourgeois-staat en parlementarisme zijn inderdaad niet identiek. De bourgeois-staat is niet an sich identiek aan het parlementarisme, aangezien het ook de gedaante van het fascisme aan kan nemen. Hier heb je dan ook een welverdiend punt gescoord!

Wat betreft punt 5 en 6. Deze visie betreft de overgangsperiode: De periode van de dictatuur van het proletariaat. Een aantal elementen daarvan zal misschien ook in de communistische fase kunnen blijven gelden, denk bijvoorbeeld aan de vertegenwoordigers in de radenorganen die ten allen tijde kunnen worden teruggeroepen en vervangen, enzovoorts. Het wezenlijke verschil tussen de socialistische en de communistische fase is echter: In het socialisme geldt het principe: voor een ieder naar prestatie; in het communisme geldt daarentegen het principe: voor een ieder naar behoefte.

Tim, we kunnen enkel zeggen hier zijn we het volkomen met je eens: Inderdaad, het communisme als eindfase (en niet het kleinburgerlijke socialisme van Proudhon e.a.) is de enige duurzame antikapitalistische oplossing tegen onderdrukking en uitbuiting. Maar aangezien het communisme slechts de eindfase is - waarvan we niet weten wanneer deze zijn intrede zal doen - hebben wij dus na de geslaagde revolutie eerst en vooral met (de overgangsfase van) het socialisme van doen. Ook onder het socialisme wordt meerwaarde geproduceerd. Het verschil met het kapitalisme is echter, dat de meerwaarde hier ten goede komt aan de (heersende) arbeidersklasse.

Wat jouw laatste vraag met betrekking tot de internationale solidariteit en je vraag of het kapitalisme nog wereldwijd bestaat betreft, hierop kunnen wij alleen maar verwijzen naar het voorgaande gedeelte, waarin al verschillende keren uiteen is gezet, dat het kapitalisme niet door één enkele grote revolutie van de gehele aardbol zal verdwijnen, maar slechts door een veelvoud aan revoluties in de bestaande landen, die niét allen tegelijkertijd zullen uitbreken (de wet van de ongelijkmatige ontwikkeling). Dit betekent dat het kapitalisme – ook al zou de arbeidersklasse in grote delen van de wereld de macht in handen krijgen– dan nog steeds bestaat in andere delen van de wereld.

Punt 7: Wij hebben hier in Europa vooral te maken met de NAVO en de EU, en niet met de Samenwerkingsraad van de Arabische Golfstaten (GCC) en evenmin met de Shanghai-Samenwerkingsorganisatie (SCO). Uiteraard zijn zowel de GCC en de SCO slechts instrumenten ter bevordering van de politiek van deze of gene fractie van de bourgeoisie. Wat betreft het anti-imperialisme, deze is inderdaad van Leninistische snit. Tot op heden is de theorie van Lenin met betrekking tot het imperialisme namelijk nog steeds onverkort van kracht [3].

Punt 8: Wij verwerpen elke pretentie (!) om de voorhoede te zijn; dat in de praktijk van de strijd zich revolutionaire 'voorhoedes' uitkristalliseren is echter nu eenmaal een feit.  

Punt 9: Tim, we verwijzen hier wat dit punt betreft nogmaals naar de redevoering van Stalin op het 19de partijcongres van 1952, waarin hij duidelijk de betekenis van de rol van de strijd voor de bevrijding van de natie uiteen zet evenals haar verhouding tot de socialistische revolutie en tevens hoe het nationalisme zich verhoudt tot het internationalisme (proletarisch internationalisme wat de arbeidersbeweging aangaat –  socialistisch patriottisme voor wat de natie betreft).

Voor de rest verwijzen wij naar de heldhaftige houding van de KPD gedurende de zogeheten Ruhrkampf (1923), waar de KPD zich als enige waarachtig nationale kracht ontpopte en de nationale integriteit van het Reich fanatiek verdedigde tegenover het roofzuchtige Franse imperialisme, en nogmaals naar de nationale politiek van het Thälmann-Centraal Comité [4] van de KPD van 1930, evenals naar de op verdediging van de nationale eenheid gerichte politiek van de naoorlogse KPD contra het Adenauer-separatistenregiem, het regiem van het nationale verraad (wat uiteindelijk leidde tot haar verbod door het Adenauerbewind in 1956) en uiteraard ook naar de nationale politiek van de Griekse Communistische Partij (KKE), de Portugese Communistische Partij (PCP) en de CP Libanon, die samen met de Hezbollah tegenwoordig het Nationaal Front vormt. Verder verwijzen wij nog naar de redevoering van Karl Radek op de buitengewone zitting van het uitvoerend Comité van de Komintern in juni 1923 – later de geschiedenis ingegaan als de befaamde Schlageter-Rede. De these ervan luidde, door Radek zelf kernachtig samengevat: "De zaak van het volk tot de zaak van de natie gemaakt, maakt de zaak van de natie tot de zaak van het volk!" En deze stelling heeft aan actualiteit tot op de dag van vandaag nog geen millimeter ingeboet!


Met revolutionaire groet,


Een antwoord aan Tim Cornelis n.a.v. zijn kritiek op het Nationaal-Revolutionair Manifest:

http://timcornelis.wordpress.com/2013/08/10/kritiek-op-het-nationaal-revolutionair-manifest/

________

Aantekeningen:

[1] J. Stalin – Rede auf dem XIX. Parteitag der KPdSU (B), Moskau 1952

[2] Stalin omschreef het zionisme als een “reactionaire-
   nationalistische politieke stroming, die haar aanhangers had 
   onder de kleine en de gemiddelde Joodse handels- en 
   handwerksbourgeoisie, de intellectuelen, de kantoorbedienden,
   de handwerkers en de achterlijke lagen van de Joodse 
   arbeiders. Het stelde zich het organiseren van een eigen Joodse
   burgerlijke staat in Palestina ten doel en streefde er naar de 
   Joodse arbeidersmassa te isoleren van de gemeenschappelijke 
   strijd van het proletariaat”. (Zie de eerste aantekening van J.W. 
   Stalin – Het marxisme en het nationale vraagstuk, uitgeverij 
   Pegasus 1937. In de uitgaven van 1948 is deze aantekening 
   echter verwijderd!)

[3] Zie; Lenin - Het imperialisme als hoogste stadium van het 
   kapitalisme

[4] Thälmann sprak altijd duidelijk van 'twee naties': “De  
   natie van de proletariërs en de natie van de bourgeoisie” (Zie 
   Thälmann Reden u. Aufsätze in twee delen – Verlag Rote Fahne, Köln 
   1975) twee naties met beide een totaal verschillende invulling!


Verdere bronnen:

– De algemene crisis van het kapitalisme. Hoofdstukken 20 en 
   21, uit Leerboek der politieke economie (1954), uitgeverij 
   Pegasus 1955

 – Programmatische Verklaring van de KPD inzake de nationale en
   sociale bevrijding van het Duitse Volk (1930). In het Duits als 
   document bijgevoegd in Karl. O. Paetel, 
   Nationalbolschewismus u. nationalrevolutionäre Bewegungen in
   Deutschland – Verlag Bublies, 1999

– F. Engels – De oorsprong van het gezin, de particulier eigendom en  
   de Staat. Uitgeverij Pegasus 1980




woensdag 2 oktober 2013

Griekenland en de Strategie van de Spanning

Nadat bij een gevecht tussen een groep nationalisten en een groep antifascisten voor een kroeg in de Griekse stad Keratsini de rapper en antifascist Pavlos Fyssas het leven liet, braken er in geheel Griekenland rellen uit. Na geruchten dat de daders banden onderhielden met de nationalistische partij de "Gouden Dageraad", zijn een twintigtal leden, waaronder partijleider Nikos Michaloliakos, opgepakt door de Griekse politie.

Het is voor het eerst sinds het einde van de militaire dictatuur in 1974 dat in Griekenland opgetreden wordt tegen een partij die in het Grieks parlement afgevaardigden heeft. Sinds de verkiezingen vorig jaar zetelt Gouden Dageraad met achttien leden in het Grieks parlement. Peilingen voorspelden dat de Gouden Dageraad met de volgende verkiezingen de derde grootste partij in het parlement kon worden.

Tot op heden had de Gouden Dageraad weinig te vrezen van de Griekse regering die bestaat uit een coalitie van de conservatieve "Nieuwe Democratie" (Nea Dimokratia) , de sociaal-democratische "PASOK" en "Democratisch Links" (DIMAR). Echter nu de Gouden Dageraad een serieuze concurrent aan het worden is, die bovendien een brede steun onder de Griekse bevolking geniet, vond de Griekse regering het noodzakelijk om hier een einde aan te maken. De moord op Pavlos Fyssas komt hen dan ook goed uit om de kopstukken van de Gouden Dageraad uit te schakelen en een algeheel verbod op de partij te realiseren door deze als een "criminele organisatie" te stigmatiseren. Het is dan ook aannemelijk dat het vervolgen van de leden van de Gouden Dageraad in de eerste instantie van politieke aard is.


Echter nu de kopstukken van de Gouden Dageraad zijn opgesloten en het antifascistisch geweld in Griekenland als reactie op de moord van Pavlos Fyssas oplaait, zijn het vooral de corrupte economische en politieke elites die bij deze gebeurtenissen winnen. Nu de spanningen tussen radicale nationalisten en radicale antifascisten toenemen en deze elkaar op straat bestrijden, zal enkel een brede alliantie van het politieke centrum nog in staat zijn om de Griekse democratie "te redden" van de nu dreigende burgeroorlog. Het conflict tussen de twee uitersten van het politieke spectrum dient dan ook vooral als een afleiding voor het extremisme van het politieke midden. Zolang de antifascisten en de Gouden Dageraad bezig zijn elkaar te bestrijden, dan zullen de banken, de Griekse ministeries en de Trojka absoluut veilig zijn.           

De echte fascisten vindt men dan ook niet bij de Gouden Dageraad, maar bij de Griekse regering en de corrupte elites; bij de "Nieuwe Democratie" (Nea Dimokratia) , "PASOK" en "Democratisch Links" (DIMAR). Zij zijn het die het schandalige beleid van de Trojka, de internationale bankiers, de EU leiders en de IMF technocraten uitvoeren ten koste van het Griekse volk. Zij zijn het die vele duizenden Grieken de hongersnood in storten en de gehele natie verlammen met hun onmenselijke bezuinigingspolitiek en hun markt fundamentalisme. En het zijn deze corrupte elites die verantwoordelijk zijn voor de privatiseringen en de uitverkoop van geheel Griekenland aan mondialistische belangen.  


Door moedwillig de politieke uitersten tegen elkaar uit te spelen en zo een klimaat van burgeroorlog te creëren, kunnen de heersende elites zichzelf opwerpen als de "verantwoorde redders" die Griekenland uit de afgrond zullen trekken. Terwijl de buitenparlementaire antikapitalistische oppositie bezig is om tegen elkaar te vechten, kunnen de corrupte kapitalistische elites hun eigen extremisme dat de Griekse natie vernietigd verhullen en kunnen zij zich op valse wijze positioneren als de "redders" van Griekenland. Zij zijn de echte fascisten, zij zijn de echte vijand! 

Uit deze gebeurtenissen kunnen wij slechts een conclusie trekken; zolang wij ons tegen elkaar laten uitspelen en ons door reactionaire dwalingen laten verleiden, staan we machteloos.  Enkel het vormen van een eenheidsfront tussen de antikapitalistische krachten van het nationale kamp en antikapitalistische krachten van het sociale kamp stelt ons in staat om het fascisme van het politieke midden neer te slaan en het kapitalisme te vernietigen!