zaterdag 25 augustus 2012

Solidariteits-acties ivm repressie NRW

In verband met de repressie in Duitsland hebben activisten op verschillende plaatsen in Noord-Brabant en Zuid-Holland acties ondernomen uit solidariteit met onze kameraden in de NRW. Idealen laten zich niet verbieden!


donderdag 23 augustus 2012

Een systeem heeft angst: Solidariteit met onze Duitse kameraden in NRW (DE)!

"Wenn Unrecht zu Recht wird, wird Widerstand zur Pflicht!"

In een poging de Duitse Nationale beweging verder te criminaliseren en het politieke verzet neer te slaan, heeft de Duitse regering en haar systeemknechten grootschalige acties ondernomen tegen Nationalistische activisten in onder andere Dortmund, Aken en Hamm. De systeemknechten hebben een verbod afgeroepen over de Nationaler Widerstand Dortmund, Kameradschaft Hamm en Kameradschaft Aachener Land. Hierbij zijn huiszoekingen gedaan in o.a. het Nationale Centrum Dortmund, Villa Kunterbraun en bij individuele activisten thuis. Deze nieuwe golf van repressie volgt na de massale arrestaties rond het Aktiebureau Mittelrhein waarbij 24 Duitse Nationalisten op politieke gronden gearresteerd werden en waarvan een deel tot op de dag van vandaag nog in het gevang zit.

De komende week kondigen wij dan ook acties aan tegen repressie!
Vrijheid voor onze gevangen kameraden!   
Solidariteit met het Duitse Nationaal verzet!





zondag 19 augustus 2012

Horst Mahler en het Nationalisme


De radicaal linkse scene lijkt vandaag de dag gevangen te zijn in een hysterische afkeer van alles dat naar nationalisme riekt. Links heeft altijd al tegengestelde opvattingen gehad omdat zij zich vanaf het begin als internationalistisch gedefinieerd heeft, maar zich traditiegetrouw eveneens opstelde tegen het imperialisme van het kapitalisme. Deze tegenstellingen kennen een lange geschiedenis die voor veel verwarring en misvattingen hebben gezorgd. In het recente verleden ageerde radicaal links dan ook nog tegen de eenwording van Europa, terwijl ze vervolgens een nationalistische keus uitsloot. Hoewel de linkse scene in veel gevallen de nationale bevrijdingsstrijd van de Basken en Noord-Ieren heeft onderschreven en ondersteund, wist zij zich met de opsplitsing in Joegoslavië dan weer geen enkele raad. Hoewel radicaal links de drijvende kracht achter de anti-globaliseringsbeweging is, weet zij geen enkel alternatief te bieden voor die globalisering omdat het antwoord nationalisme is.

Iemand die zich altijd tegen deze hypocrisie heeft gekeerd is Horst Mahler. Hij was onderdeel van de eerste generatie van de Rote Armee Fraktion (RAF) en een van de intellectuele vormgevers van de groep. Ondertussen heeft Horst Mähler sinds de jaren '90 aansluiting gevonden binnen radicaal-rechts, waar hij een belangrijke rol als ideoloog in heeft genomen. Echter stelt hij dat zijn huidige opvattingen geenszins verschillen met die uit zijn RAF periode en die van de linkse studentenbeweging uit de jaren '60. De rode draad in die tijd was volgens hem nog dat de gastarbeiders werden uitgebuit door het kapitaal, werden misbruikt als stakingsbrekers en beter thuis - in eigen land - konden werken aan de opbouw van het socialisme in eigen land. Mahler heeft zijn originele linkse ideologie gesynthetiseerd in een nationalistische wereldbeschouwing die segmenten van de hedendaagse anti-globaliseringsbeweging, nationalistische bewegingen en zelfs Islamisten heeft weten te inspireren.

Hoewel Horst Mahler in de jaren '90 bekend kwam te staan als extreem-rechtse theorist, is hij altijd de Marxistische kritiek op het kapitalisme trouw gebleven. In de jaren '70 marcheerde Mahler prominent met linkse studenten in allerhande demonstraties. Een gebeurtenis die politiek links deed verharden in die tijd, vond plaats op 2 juni 1967 tijdens een protest tegen het bezoek van de Shah van Iran in Duitsland. Een opstoot onder de protestanten leidde ertoe dat de politie op de demonstrerende menigte schoot, waarbij de 22 jaar oude student Benno Ohnesorg om het leven kwam. Zijn dood leidde tot een grote woede onder de linkse studenten en de onrust nam toe tot in 1968, waarna op 11 april een aanslag werd gepleegd op het leven van de SDS leider Rudi Dutschke. De dader was de rechts-extremistische Josef Erwin Bachman die beïnvloedt zou zijn door de krant de Deutsche Nationale Zeitung, een orgaan van de extreem-rechtse Nationaldemokratische Partei Deutschlands (NPD). Tijdens een emotionele studentenbijeenkomst georganiseerd door de Sozialistischer Deutscher Studentenbund (SDS) werd de schuld voor het incident op de schouders van de Springer Persorganisatie gelegd, die de Berlijnse media domineerde en de publieke opinie tegen de linkse studenten deed keren. Demonstraties en rellen vergezeld door brandstichtingen en bomaanslagen vonden plaats door geheel West-Duitsland. Uiteindelijk overleed Dutscke in december 1968 aan zijn verwondingen. Uit deze studentenprotesten en politieke onrust ontstond de Baader-Meinhof groep.


De Baader-Meinhof groep

Militant links ontstond in West-Duitsland uit het Berlijnse studenten milieu van de jaren '60. Sommige activisten en politieke groepen zochten naar buitenparlementaire middelen om het systeem te bestrijden. Deze verenigden zichzelf in 1968 binnen de Ausserparliamentarisch Opposition (APO). Hoewel de APO officieel geweldloos was, trok zij militante elementen aan, die de gewapende strijd wilden aangaan tegen het systeem. Een van deze elementen was de Baader-Meinhof groep, die later bekend kwam te staan als de Rote Armee Fraktion (RAF). Meestal wordt 14 mei 1970 aangemerkt als de geboorte van de RAF. Die ochtend bevrijdde een groep RAF leden geleid door Ulrike Meinhof, Andreas Baader uit het gevang. Hierbij werden 2 bewaarders neergeschoten en een ouder staflid bijna vermoord. Baader, Ensslin, Meinhof en Mahler vluchtten vervolgens van West-Duitsland, waar zij werden gezocht, naar Oost-Duitsland vanwaar zij hun reis verder vervolgden naar Libanon waar zij door het PLO (Palestine Liberation Organization) guerrilla training ontvingen.

Deze West-Duitse terroristen werden door de linkse studenten als "intellectuelen" gezien, die bijdroegen aan uitgebreide ideologische debatten. Veel van hen waren studenten uit de universiteit die een achtergrond hadden in het middenklasse gezin. Deze losjes georganiseerde groep kende op haar hoogtepunt ongeveer 20 tot 30 kaders en meer dan 200 leden die hielpen met de logistiek en onderduik adressen. Horst Mahler werd door de RAF erkend als hoofdorganisator, theoreticus, strateeg en tacticus. Volgens zijn analyse kon de revolutie enkel geleid worden door een avant garde van studenten. Mahler zag zijn strijd in klassen-termen en beschreef het niet als een strijd tussen naties, maar als een oorlog van klassen. De RAF beschouwde de Duitse arbeidersklasse als passief en onderdanig door de angst voor goedkope buitenlandse arbeidskrachten, dreigende werkloosheid en recessie. De arbeidersklasse had geen revolutionair potentieel meer en dus moest radicaal links om haar doelen te verwezenlijken zoeken naar andere ondersteuning - in de vorm van studenten.

Veel linkse revolutionairen uit die tijd waren geïnspireerd door de Braziliaanse revolutionair Carlos Marighella en zijn concept van de stadsguerrilla. Eind jaren '60 werden zijn theorieën omgezet in praktijk door de Tupamaros in Uruguay. Deze studentenbeweging begon een grootschalige campagne van gedecentraliseerd terrorisme tegen de regering om zo steun te krijgen van de arbeidsklasse en middenklasse. Hoewel deze strategie het omgekeerde effect bereikte, daar het geweld de massa's deed vervreemden, werden radicaal linkse groepen in de jaren '60 sterk beïnvloed door de praktijk van de Tupamaros. Mahler stelde dan ook de creatie van een Duitse guerrilla beweging voor, die gebaseerd was op het model van de Tupamaros. Met gewapende overvallen werd hun campagne gefinancierd en in 1971 gaf de RAF haar ideologische werk "Das Konzept Stadtguerilla" uit. Hierin werd de gewapende strijd tegen de West-Duitse regering gerechtvaardigd. Mahler wees de Verenigde Staten van Amerika en de NAVO aan als; "het hart van het imperialistisch-feodale systeem". De West-Duitse regering werd in deze context beschouwd als een integraal onderdeel van het systeem dat noodzakelijk was voor het succes van het Amerikaans imperialisme.

Terwijl hun strijd voortduurde ging de Palestijnse zaak een steeds grotere rol spelen voor de RAF leden, die deze in de context begonnen te zien van de internationale anti-imperialistische strijd. Het Midden Oosten werd geïdentificeerd als een vitale strategische, militaire en economische regio voor de krachten van het imperialisme. Hoewel de RAF altijd overtuigd antifascistisch was, ontwikkelde zij een zeer overtuigd en sterk anti-Zionisme. Om hun solidariteit met de Palestijnen en andere links radicalen zoals de Tupamaros te laten zien, werden in West-Berlijn verschillende Joodse doelen aangevallen. RAF leidster Ulrike Meinhof verklaarde dat anti-semitisme een manifestatie van antikapitalisme is. Zij beargumenteerde dat het volk op deze wijze haar afkeer liet zien van hun afhankelijkheid van Joodse bankiers; "het volk haat geen Joden omdat ze Joods zijn, maar vanwege hun kapitalisme". De RAF beschouwde Zionisme als een vorm van racisme, gebaseerd op de ideeën binnen de bevrijdingsbewegingen van de Derde Wereld die tot uitdrukking kwamen in de VN resolutie 3379. In deze resolutie uit 1975 werd terecht verklaard dat Zionisme een vorm van raciale discriminatie was. Voor de RAF vertegenwoordigde het Amerikaanse imperialisme de voortzetting van het Fascisme, zij het in een nieuwe vorm.

Tijdens de jaren '70 voerde de RAF een heuse terreurcampagne tegen Amerikaanse legerdoelen, politiebureaus en de media. Dit leidde tot een ware mensenjacht van de Duitse overheid op RAF leden. Mahler werd dan ook op 8 oktober, 1970 gearresteerd samen met Monika Berberich, Brigitte Asdonk en Irene Georges. In 1972 werden Holger Meins, Andreas Baader en Jan-Carl Raspe eveneens gearresteerd na een schietpartij. Kort hierna werden de laatste RAF leden Gudrun Ensslin en Ulrike Meinhof opgepakt. Ondanks deze arrestaties bleef het idee van de RAF voortleven, met nieuwe leden die onder het vaandel van de organisatie verder gingen met sporadische terreuraanvallen. Echter als consequentie hiervan ging de RAF zich meer beperken tot de vrijlating van gevangen kameraden, in plaats van het originele concept van de guerrilla strijd tegen het systeem voort te zetten. In 1976 was het grootste deel van de RAF in hechtenis genomen alhoewel de "2 juni beweging" en "Rode cellen" de aanvallen voort zetten. De RAF werd dan ook erg serieus genomen door de West-Duitse regering die het land zag vervallen in dezelfde onwettelijkheid als ten tijde van de Weimar republiek. In 1992, na de val van de muur, kondigde de RAF aan te stoppen met het geweld tegen "de vertegenwoordigers van staat en kapitaal". In maart 1998 werd de groep formeel ontbonden waarmee het concept vans stadsguerrilla ophield relevant te zijn in Duitsland.


Mahler en Radicaal-rechts 

In 1998 na een lange tijd politieke rust onthulde Horst Mahler zijn sympathie voor het Duitse nationalisme. In een artikel trok hij een duidelijke connectie tussen de generatie van 1968 en de ontwikkeling van een nieuwe Duitse "Völkische" ideologie.

"De generatie van 1968 vernietigde traditie en religie als wereldvormende denkbeelden en bracht ons volk een stap dichter bij volwassenheid. De grond is nu klaar om deze verlichting compleet te maken, wat tegelijkertijd hun overwinning betekent. Wij ervaren dit resultaat van de culturele revolutie van 1968 als de hel, omdat samen met onze traditie en religie onze morele substantie is vertrokken. Als een cultuurloos Volk leven we in een tweede stenentijdperk. Er is wat inspanning van het denken voor nodig om het mentale vacuüm te blussen - deze omstandigheid van absolute negativiteit, die ons dreigt te vernietigen als mens en als Volk - en het als iets positiefs te erkennen, als een historische dienst van de Mei '68 generatie. Laat ons strijders van de gedachten zijn! Laat ons samen betogen - voor God en voor het land van onze voorouders!”

In 1999 probeerde de repressieve Duitse regering de NPD te verbieden op grond van vermeende connecties met gewelddadige groepen. Horst Mahler vertegenwoordigde de NPD in de daarop volgende rechtszaken die in 2002 van start gingen. In maart 2003 werd door het Federale Constitutionele Hof bepaald dat er onvoldoende bewijs was om de NPD te verbieden. Uiteindelijk nam Mahler afstand van de partijpolitiek en richtte hij samen met Reinhold Oberlercher het Deutsches Kolleg op. Europese radicaal-rechtse intellectuelen hebben altijd al de strategie van de Marxist Antonio Gramsci kunnen waarderen, met zijn concept van "culturele hegemonie". Volgens zijn theorie hebben de Westerse landen sterke samenlevingen gevormd, van welke de bevolking de Staat als een natuurlijke uitgroei hiervan beschouwde. Daarom, om politieke macht te vergaren, moeten revolutionairen eerst een sterke aanwezigheid veroveren in de sfeer van cultuur, voordat zij de politieke macht overnemen. Het Deutsches Kolleg baseert zich dan ook op deze theorie en streeft ernaar de immorele accumulatie systeem van het kapitalisme te vervangen door een socialistische economie "die de ecologie van het volk en land der Duitsers zal dienen". Een kort overzicht van de visie van het Deutsches Kolleg is dan ook op zijn plaats.


Anti-Amerikanisme 

Anti-Amerikanisme kent een lange traditie zowel binnen politiek links als rechts in Duitsland. De kritiek van het Deutsches Kolleg op Amerika volgt de traditie van rechtse intellectuelen zoals Oswald Spengler, Julius Evola en Francis Parker Yockey. Deze critici wezen erop dat Amerika nooit een cultuur-dragende aristocratie heeft ontwikkeld. In contrast werd de Europese samenleving gezien als een organische en natuurlijke hiërarchie, welke in Duitsland geromantiseerd werd met het concept van de volksgemeenschap. De Amerikaanse politieke traditie maakte geen referentie naar een vaderland, maar centreerde zich rond een geloofsbelijdenis van idealen en oprichtende documenten (eerste amendement). De Amerikaanse nationale identiteit was grotendeels gebaseerd op deze geloofsbelijdenis in plaats van op etniciteit. Europees radicaal-rechts kwam dan ook tot de conclusie dat het Amerikaanse individualisme de mensen niet bevrijdde, maar hen juist vervreemde en atomiseerde. Net zoals politiek links ontwikkelde radicaal-rechts ook een kritiek op kapitalisme. Deze kritiek was echter niet gebaseerd op de leerstellingen van het wetenschappelijke socialisme van Marx, dit was meer een culturele kritiek op het kapitalisme. Er werd aangenomen dat het kapitalisme haar hoogtepunt had bereikt in Amerika, waar het haar meest onmenselijke vorm aannam en geld de ultieme maatstaaf werd voor iedere maatregel.

Waarom nam Amerika een zodanig ander traject dan Europa? Volgens Mahler kon deze afwijking terug geleid worden naar de vroegere Europese kolonisten in Noord-Amerika. De Puriteinen zagen de Noord-Amerikaanse wildernis als het nieuwe Israël, een land dat puur en niet corrupt was. Als een natie zou Amerika een onderdrukt vijandschap kennen jegens de landen waar de kolonisten vandaan kwamen, die door hen als corrupt werden bezien. Aan de andere kant zagen enkele Europeanen de Amerikanen als het detritus van Europa. Mahler bekritiseerde Amerika onder andere op religieuze gronden omdat hij haar sektarische Protestantisme zag als een vage schaduw van haar Europese tegenhanger.

Amerikaans Protestantisme met haar sterke Calvinistische invloed, benadrukte de individuele welvaart en had weinig interesse in het innerlijk leven van de ziel. Door de ideeën van Maarten Luther had het Duitse volk het Christelijke geloof succesvol weten te Germaniseren. Echter de Reformatie dwaalde af naar het pad van het Anglicisme, Calvinisme en Puriteinisme die zichzelf allen sterk identificeren met het Joodse Oude Testament. Deze transformatie bereikte haar hoogtepunt in Amerika, waar het Puriteinisme uiteindelijk het fundament legde voor de ontwikkeling van een Judeo-Amerikaans Imperium, welke de wereldeconomie wilde controleren via een wreed systeem van globalistisch kapitalisme.

Amerikanen zijn een ontworteld volk, dat bijna de gehele Amerikaans-Indiaanse populatie uitgeroeid heeft en elf miljoen zwarten tot slaaf had gemaakt. Volgens Mahler hebben Amerikanen die hun erfgoed terug vinden bij immigranten, een kwezelse geest in plaats van een krijgshaftige geest. Om hen te mobiliseren moet Amerika dus haar buitenlandse vijanden demoniseren.

In de echo van Karl Haushofer en Francis Parker Yockey vermaant Mahler Rusland om zich bij Europa aan te sluiten, zodat het Europa kan bevrijden van de Verenigde Staten. Niet verwonderlijk vindt Mahler dat de oplossing voor de Verenigde Staten, haar ontbinding is. Hij beschrijft het land als een "onhistorische constructie die bestaat uit ontwortelde (asociale) individuen uit West-Europa, wiens invasie van de Nieuwe Wereld rechteloos en wetteloos was. Volgens Mahler werd sinds het begin van haar historie, Amerika gekarakteriseerd door corruptie, roofkapitalisme, valse democratie, hypocrisie en heeft zij haar binnenlands geweld altijd naar buiten gericht. Tegenover dit Amerikaanse wangedrocht staat het Duitse idealisme, dat het grootste obstakel vormt voor de wereldwijde ambities van de Oostkust - een eufemisme voor een machtige vereniging van machtige Joden met een blank establishment in een ondergeschikte rol. Het is dan ook geen grote stap van anti-Amerikanisme naar anti-Zionisme.


Ras

Ras neemt een prominente rol in, in het huidige radicaal-rechtse wereldbeeld van Mahler. De volksgemeenschap wordt vaak neergezet als een geromantiseerd en abstract beeld van de Germaanse natie waarin het volk een gedeelde geschiedenis en gedeeld lot kent. Hij pleit voor culturele identiteit en nationale zelfbeschikking. Mahler erkent raciale verschillen en zet het Duitse "racisme" in contrast tot het Joodse racisme, dat volgens hem kwaadaardig is. Terwijl het Duitse racisme erkent dat er raciale verschillen bestaan, wil het Joodse racisme slechts alle niet-Joodse mensen onderwerpen. Net als sommige Afro-centristen wijst Mahler op de Joodse invloed binnen de slavenhandel. In overeenstemming met zijn Linkse verleden haalt Mahler met regelmaat Marx aan, die de Joden veroordeelde als woekeraars en roofzuchtige kapitalisten. Hij verklaart: "Marx schreef dat de mensheid zich moet bevrijden van het Judaïsme. Het zijn niet de Joden die vermoord moeten worden, maar hun God, Jahweh." Mahler wijst er bovendien op dat Marx ook verwees naar een "definitieve oplossing" van het Joodse vraagstuk.
   
Gedurende lange tijd kende Duitsland het meest liberale asielbeleid van Europa. Hierdoor trok Duitsland een van de grootste populaties vluchtelingen aan in geheel Europa. Mahler beziet deze immigratie vanuit ontwikkelingslanden als een dreiging voor de natie, die met opzet georkestreerd is door het Internationale Zionisme en de Verenigde Staten, om zo Europa te "balkaniseren". Dat is volgens hem een van de redenen dat de Verenigde Staten er zo op hamert dat Turkije tot de EU moet worden toegelaten. De massale immigratie naar Duitsland wordt in de context gezien van het bewust verzwakken van de gemeenschappelijke banden van het inheemse volk. De mengelmoes aan mensen die hieruit voortkomt, zou compleet weerloos zijn tegen de goed georganiseerde Anglo-Zionistische wereldwijde heerschappij.


Het Derde Rijk

Mahler legt uit dat onder leiding van Adolf Hitler, Duitsland in staat was politiek in de hoogste graad te bedrijven. De agressie van Duitsland tijdens WO II was een gerechtvaardigde poging om de onrechten van het Verdrag van Versailles recht te zetten. Duitsland probeerde Europa te redden van zowel het Aziatisch despotisme uit het Oosten als wel van de dictatuur van het kapitaal uit het Westen. Mahler claimt dat de heroïsche nederlaag van Duitsland, haar het historisch recht geeft op een glorieuze wederopstand. Toch is Mahler het niet eens met bepaalde aspecten van Hitler zijn ideeën over de volksgemeenschap, die volgens hem de vorm van een Leviathan aannamen. De politiek van het Nationaal-Socialisme ontwikkelde zich niet veel anders dan de gedragspatronen van de strijd om te overleven in het dierenrijk. Dit leidde ertoe dat Nazi Duitsland een imperialistisch beleid ging voeren, dat uiteindelijk leidde tot haar ondergang in een ruïneuze wereldoorlog.


Holocaust ontkenning

De ontkenning van de Holocaust door Mahler moet in de context gezien worden van de "Historikerstreit" van de jaren '80, die het Nazi verleden probeerde te revalueren en Duitsland een historische identiteit moest geven "buiten de schaduw van Auschwitz". Dit debat centreerde zich vooral rond de discussie of het Derde Rijk uniek was, of slechts een voorbeeld van totalitarisme dat vergelijkbaar was met het Stalinistisch Rusland of de Volksrepubliek China van Mao. Volgens vooraanstaand historicus Ernst Nolte was de barbarij van het Nazi regime defensief omdat het geboren werd uit de angst voor Bolsjewistische onderdrukking. Na het lezen van het onderzoek van zogeheten revisionistische historici, stelde Mahler dat het Holocaust dogma wellicht "de grootste leugen van de wereldgeschiedenis was". Hij suggereerde dat de "Auschwitz leugen" was gefabriceerd door de geallieerde krachten om zo het Duitse volk moreel te ontwapenen en uiteindelijk te vernietigen. Mahler kwam hiermee op eenzelfde lijn te staan als bekende revisionistische historici zoals Ernst Zündel. Mahler wilde Zündel dan ook verdedigen tijdens zijn rechtszaak in 2005 wegens Holocaust ontkenning in Duitsland. De rechter stond dit echter niet toe omdat Mähler als advocaat geroyeerd was en liet hem door de politie uit de rechtszaal verwijderen. Op 15 februari 2007 werd Zündel tot maar liefst 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens "het aanzetten van rassenhaat en het ontkennen van de Holocaust”.

In recente jaren is het revisionistische Holocaust debat opnieuw opgewaaid in het Midden-Oosten. In 2004 suggereerde de Iranese president Mahmoud Ahmadinejad dat de Holocaust een mythe was. Een jaar later kondigde hij een revisionistische conferentie aan, die door het Iranese ministerie van buitenlandse zaken bijeengeroepen werd, en waar 76 deelnemers uit 30 landen aanwezig waren. Mahler wilde deze conferentie bijwonen, maar de Duitse regering trok zijn paspoort in om zo de reis naar Iran te voorkomen. Toch schreef Mahler een open brief waarin hij de Iranese president prees voor zijn publieke onderschrijving van het Holocaust revisionisme. Hij schrijft; "U meneer de President heeft de poorten van de waarheid geopend. Voor deze daad zullen de naties eeuwig dankbaar zijn en U herinneren als de bevrijder van de Joodse slavernij.”


Veroordeling

De repressieve maatregelen van Duitsland bestaan onder andere uit verboden op bepaalde meningen en ideeën. Mahler werd dan ook aangeklaagd voor het gedogen van een illegale handeling. In een TV interview verklaarde Mahler namelijk dat de 9/11 aanvallen bruut maar rechtvaardig waren en dat de daders op zijn volledige sympathie konden rekenen. Volgens hem waren de aanvallen op Amerika legaal onder internationaal militair recht. Voor het Hamburgse gerecht in 2003 beschreef hij de Verenigde Staten "als de bloederigste en meest imperialistische macht die de wereld ooit gezien heeft". In 2005 werd Horst Mähler veroordeeld tot 9 maanden celstraf wegens "het verspreidden van antisemitische propaganda en het oproepen tot geweld" in een folder die door de NPD werd uitgereikt op een betoging in 2002. Hij begon zijn straf uit te zitten in November 2006. In 2006 werd Mahler in een langslepende rechtszaak wegens Holocaust ontkenning nog eens tot 6 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De Beierse rechter verklaarde tijdens de uitspraak dat hij een eind wilde maken aan Mahlers "nationalistische geklets".


Eindconclusie

Op het eerste gezicht mag Horst Mahler zijn politieke visie vreemd en ideologisch inconsistent lijken. Echter zoals de historicus Walter Laqueur al observeerde, zijn er treffende overeenkomsten tussen het anti-Amerikanisme van radicaal-links en radicaal-rechts. Mahler ziet dan ook geen enkele tegenstelling tussen zijn linkse verleden en zijn huidige ideeën. Hij legt uit; "In de jaren '60 was onze principiële vijand het Amerikaans imperialisme. Dat is het vandaag nog: het Amerikaanse beleid is erop gericht om Europa te balkaniseren om het zo niet-concurrerend te maken." Volgens hem zijn de labels "links" en "rechts" vandaag de dag niet meer van toepassing. "Globalisatie is het dominante probleem en de enige macht die tegen Globalisering kan opstaan is de natie.”

De levensbeschouwing van Mahler bestaat uit bepaalde thema's die gehoor vinden bij een schijnbaar ongelijksoortige verzameling van dissidenten, die allen een kritiek op het globalisme, Amerikanisme en Zionisme delen, zij het om verschillende redenen. Zo kan het argument van een Zionistische samenzwering tegen de natie worden terug gevonden binnen zowel radicaal-rechts als bij militante Islamisten. De syntheses van Mahler omtrent anti-imperialisme, anti-Amerikanisme en anti-Zionisme leiden tot een radicale politieke kracht, die een interessante fusie vertegenwoordigt van op het eerste gezicht tegenstrijdige posities die weerklank vinden binnen sommige dissidente hoeken van het tijdperk der globalisering.



zondag 12 augustus 2012

Oproep voor Antikriegstag 2012


Op 3 september 1939 verklaarden de imperialistische machten Engeland en Frankrijk de oorlog aan Duitsland en ontketenden zodoende de Tweede imperialistische wereldoorlog – de tweede roof- en vernietigingsoorlog van hun kant jegens het Duitse volk!

De 3e september dient ons daarom elk jaar opnieuw als herinnering en als waarschuwing dat kapitalisme en imperialisme synoniem zijn met oorlog en ons onvermijdelijk telkens weer opnieuw de catastrofe zullen storten.

Kapitalisme – De imperialistische mogendheden Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten beschouwden zowel aan de vooravond van de Eerste als aan die van de Tweede (imperialistische) Wereldoorlog de opkomende Duitse economie als onwelkome concurrentie – aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog waren ze bovendien bang voor de uitstralingskracht van het Duitse (nationale) socialisme, met als wezenlijke kenmerken antikapitalisme en sociale rechtvaardigheid, op hun eigen onderdrukte volkeren.

Imperialisme – Zowel in 1914 als in 1939 waren het Engelse en het Franse imperialisme nog steeds de sterkste koloniale machten ter wereld, die honderden volkeren – vooral in Afrika en Azië – in slavernij en onderdrukking gevangen hielden. De Verenigde Staten evenwel streefden (ook toen al!) naar de wereldheerschappij, iets wat hen na 1945 ook inderdaad zou gelukken. Voor hen allen vormden de (nationale) socialistische volksstaat en de (nationale) socialistische wereldbeschouwing van het Duitse volk de beslissende hinderpaal voor het consolideren en uitbreiden van hun wereldwijde heerschappij.

Duitsland en het Duitse volk echter streden in beide wereldoorlogen voor de
doeleinden van de werkelijke Europese vrijheidsbeweging:

VOOR DE VRIJHEID DER VOLKEREN – 
TEGEN DE NIET-EUROPESE ANGLO-AMERIKAANSE PLUTOCRATIEËN!

Alleen het (nationale) socialisme brengt de volkeren der wereld vrede en vrijheid!
Arbeiders! Werkers!

Weest op jullie hoede voor diegenen, die weliswaar ook steeds het woord “socialisme” in de mond nemen, maar jullie voortdurend voorliegen en bedriegen! Weest op jullie hoede voor de bonzen in partij en vakbond! Weest op jullie hoede voor diegenen, die jullie proberen wijs te maken dat de Tweede Wereldoorlog zou zijn begonnen op 1 september 1939 met het grensconflict tussen Duitsland en Polen!

De Tweede imperialistische Wereldoorlog begon NIET op 1 september (dat was slechts het begin van een regionaal begrensd conflict tussen Duitsland en Polen!), de Tweede Wereldoorlog nam pas zijn aanvang op 3 september met de Engels-Franse oorlogsverklaring aan Duitsland!

Arbeiders! Werkers!
Strijdt voor de vrijheid van de volkeren der wereld!
Strijdt voor vrede, nationale bevrijding en sociale vooruitgang!
Strijdt voor het socialisme!

OORLOG AAN DE IMPERIALISTISCHE OORLOG!
NIE WIEDER KRIEG – KAMPF FÜR DEN ARBEITERSTAAT BIS ZUM SIEG!



HISTORISCH DOCUMENT:

“Kameraad Stalin heeft (op de vraag van de hoofdredacteur van de Prawda) het volgende antwoord gegeven:

1e Niét Duitsland heeft Engeland en Frankrijk aangevallen, maar integendeel, Engeland en Frankrijk hebben Duitsland aangevallen en dragen zodoende de verantwoording voor de huidige oorlog.

2e Na het uitbreken van de vijandelijkheden heeft Duitsland tegenover Engeland en Frankrijk vredesvoorstellen gedaan, en de Sovjet-Unie heeft de vredesvoorstellen van Duitsland in het openbaar gesteund, omdat zij destijds dacht en nog nog steeds denkt, dat een snelle beëindiging van de oorlog de situatie van alle staten en volkeren grondig zou verbeteren.

3e De heersende kringen in zowel Engeland als Frankrijk hebben beide de Duitse vredesvoorstellen, evenals de inspanningen van de Sovjet-Unie om te komen tot een snelle beëindiging van de oorlog, op beledigende wijze verworpen.

Zo – en niet anders – liggen de feiten.”

[Bron: Prawda, centraal orgaan van de CPSU, dd. 29 november 1939 – Interview
met de secretaris-generaal van de CPSU, pg. J.W. Stalin, over de actuele situatie]


donderdag 9 augustus 2012

Toen Fascisme nog Links was...


Het conventionele links-rechts model van het politieke spectrum zet Fascisme en Marxisme als absolute tegenpolen tegenover elkaar. Marxisme wordt als een extreem-linkse ideologie beschouwd terwijl het Fascisme ogenschijnlijk een visie lijkt te vertegenwoordigen die uiterst rechts is. Feitelijk was Mussolini als kind uit een revolutionair socialistisch gezin echter onmiskenbaar een man van links. In zijn jeugd was Mussolini een overtuigd Marxist en antiklerikaal. Hij reisde naar Zwitserland om de militaire dienst te ontwijken en is meerdere malen gearresteerd en gevangen gezet voor het aansporen van militante stakingen. Uiteindelijk werd hij de leider van de Socialistische Partij van Italië en werd hij in 1911 wederom gevangen gezet vanwege zijn anti-oorlogs activiteiten gerelateerd aan de invasie van Libië door Italië. Tegen die tijd van zijn carrière was Mussolini een zodanig prominente socialist dat hij door Lenin geprezen werd als de rechtmatige leider van de toekomstige Italiaanse staat.

Toen in 1914 WO I uitbrak, veranderde Mussolini zijn anti-oorlogs houding geleidelijk in een pro-oorlog positie waardoor hij uit de Socialistische Partij verbannen werd. Hierop schreef hij zichzelf in bij het leger en raakte hij in de strijd gewond. De redenen voor de verschuiving van Mussolini naar een pro-oorlog positie zijn essentieel om de ware wortels en natuur van het Italiaanse Fascisme te begrijpen binnen de context van de 20ste eeuwse intellectuele en politieke geschiedenis. Mussolini beschouwde de oorlog als een anti-imperialistische strijd tegen de Habsburg dynastie van Oostenrijk-Hongarije. Verder beschouwde hij de oorlog als een anti-monarchistische strijd tegen de conservatieve krachten zoals de Habsburgers, de Ottomaanse Turken en de Duitse Hohenzollern. Hij viel deze regimes aan als reactionaire vijanden die het socialisme onderdrukt hadden. Bovendien voorspelde Mussolini op bijna profetische wijze dat de deelname van Rusland aan de oorlog ertoe zou leiden dat zij dusdanig verzwakt zou raken dat het gevoelig werd voor de socialistische revolutie (wat uiteindelijk ook gebeurde). Met andere woorden; Mussolini zag de oorlog als een kans om de links revolutionaire strijd in Italië en de rest van Europa aan te wakkeren.

Toen de Italiaans Fascistische beweging werd gesticht in 1919 waren de meeste leiders en theoristen net zoals Mussolini zelf voormalig Marxisten en andere radicale linksen zoals voorstanders van de revolutionair syndicalistische doctrines van Georges Sorel. Het officiële programma dat door de Fascisten werd uitgegeven liet een mix zien van republikeinse en socialistische ideeën, die in die tijd algemeen voorkwamen binnen praktisch iedere linkse groepering in Europa. Er is dan ook meer dan genoeg overtuigend bewijs om te stellen dat het Fascisme haar wortels vindt in de uiterst linkerzijde van het politieke spectrum. Maar hoe komt het dan dat het Fascisme tegenwoordig een reputatie heeft als een extreem-rechtse ideologie?  

Het antwoord hierop lijkt een combinatie te zijn van drie primaire factoren;

1 - Marxistische propaganda heeft haar weg binnen de algemene historiografie gevonden.
2 - De revisie van de links-revolutionaire doctrine die Fascistische leiders zelf gemaakt hebben.
3 - De onvermijdelijke compromissen die het Fascisme gemaakt heeft tijdens de verwezenlijking van de Staatsmacht.

Sinds de jaren '40 veranderde de perceptie van de term "Fascisme" buiten Italië van een exotische Italiaanse nieuwigheid in een symbool van het kwaad. Onder invloed van linkse schrijvers werd een visie over het Fascisme verspreid die tot op de dag van vandaag dominant is onder intellectuelen. Dit beeld ziet er als volgt uit; "Fascisme is het kapitalisme achter een masker. Het is een instrument van het groot bedrijfsleven, dat via democratie heerst tot het zich bedreigd voelt, en dan het Fascisme loslaat. Mussolini en Hitler zijn marionetten van het groot kapitaal, omdat deze bedreigd werd door de revolutionaire werkende klasse." Uiteraard moet vervolgens uitgelegd worden hoe het Fascisme een massabeweging kan zijn, die niet geleid noch georganiseerd is door het groot kapitaal. Deze uitleg is dat het Fascisme dit zou doen door "slim gebruik van rituelen en symbolen te maken". Fascisme als een intellectuele doctrine wordt door deze linkse schrijvers dan ook neergezet als een ideologie die elke serieuze inhoud ontbreekt. Fascisme zou enkel een zaak van emoties zijn in plaats van ideeën. Het zou samen hangen "door lofzang, vlaggenzwaaien en andere holle rituelen, die niet veel meer zouden zijn dan irrationele instrumenten die ingezet zouden worden door de Fascistische leiders die geld van het kapitaal zouden ontvangen om de massa's te manipuleren.”

Deze perceptie blijft tot op de dag van vandaag de standaard linkse "analyse" omtrent het Fascisme. Dit verklaart dan ook waarom vandaag de dag Europese politieke bewegingen en figuren die absoluut niets met het historisch Fascisme te maken hebben, zoals een PVV of rechts-conservatieve politici, steeds maar weer het label "Fascist" opgeplakt krijgen door hysterische linksen en liberalen.

De realiteit van het Fascisme was bepaald anders. De stichters van het Fascisme waren een assortiment van linkse intellectuelen en politieke figuren die allen de visie deelden dat het Marxisme als een ideologie gefaald had. Fascisme begon als de revisie van Marxisme door Marxisten, een revisie die in opeenvolgende stadia verliep. Uiteindelijk stopten deze Marxisten ermee zichzelf als Marxist te zien en uiteindelijk stopten zij er zelfs mee zichzelf als socialist te zien. Echter zij zijn er nooit mee gestopt om zichzelf als anti-liberale revolutionairen te beschouwen.

De crisis van het Marxisme vond plaats vanaf 1890. Marxistische intellectuelen konden claimen om namens de massale socialistische bewegingen in heel Europa te spreken, echter in die jaren werd het duidelijk dat het Marxisme had overleefd in een wereld waarin Marx geloofde dat het nooit kon bestaan. De arbeiders werden rijker, de arbeidende klasse was verdeeld in secties met verschillende belangen, technologische vooruitgang nam enkel toe in plaats van dat het tot een stop kwam, de "winstvoet" daalde niet, het aantal welvarende investeerders ("magnaten van het kapitaal") nam niet af maar toe, de industriële concentratie nam niet toe en in alle landen zette arbeiders hun natie boven hun klasse.

De vroege Fascisten waren voormalig Marxisten die het revolutionaire potentieel van de klassenstrijd gingen betwijfelen, maar tegelijkertijd het revolutionaire nationalisme gingen beschouwen als een veelbelovend alternatief. Dit werd nog eens geaccentueerd door Mussolini in een toespraak op 5 december, 1914:

"De natie is niet verdwenen. We geloofden vroeger dat het een concept zonder enige inhoud was. In plaats daarvan zien we de natie voor ons rijzen als een kloppende waarheid! Klasse kan de natie niet vernietigen. Klasse laat zich aanschouwen als een collectie van belangen - maar de natie is een historie van sentimenten, tradities, taal, cultuur en ras. Klasse kan een integraal onderdeel van de natie worden, maar de een kan niet de ander verduisteren. De klassenstrijd is een nutteloze formule, met effecten en consequenties daar waar men een volk vindt dat zichzelf niet heeft geïntegreerd in haar eigen linguïstische en raciale grenzen - waar het nationale probleem nog niet definitief is opgelost. In zulke situaties vindt de klasse beweging zich belemmerd door een ongunstig historisch klimaat.”

Fascisme heeft subsequent de klassenstrijd achter zich gelaten voor een revolutionair nationalistische visie die voor klassensamenwerking stond onder het leiderschap van een sterke staat die de natie kon verenigen en de industriële ontwikkeling kon versnellen. Er zijn dan ook veel overeenkomsten tussen het Italiaanse Fascisme en Derde Wereld nationale bevrijdingsbewegingen van de tweede helft van de twintigste eeuw. De logica die achter hun verschuivende posities lag was dat er helaas geen proletarische revolutie ging komen, niet in de ontwikkelde landen, maar ook niet in minder ontwikkelde landen zoals Italië. Italië stond alleen en het probleem van Italië was een lage industriële uitgave. Italië was een geëxploiteerde proletarische natie, terwijl de rijkere landen opgeblazen bourgeois naties waren. De natie was de mythe die de productieve klassen kon verenigen achter de wil om de uitgave uit te breiden. Deze ideeën komen overeen met de Derde Wereld propaganda van de jaren '50 en '60, waar de ambitieuze elites van economisch achtergestelde landen hun eigen leiderschap als "progressief" betitelden omdat het de economische ontwikkeling versnelde. Van Nkrumah tot Castro volgden de dictators van Derde Wereld landen in de voetsporen van Mussolini.

Tijdens zijn 23 jaar aan de macht heeft het regime van Mussolini grote concessies gedaan aan traditioneel conservatieve belangen zoals de monarchie, het groot zakenleven en de Katholieke kerk. Deze pragmatische accommodaties die zijn geboren uit de politieke noodzaak, behoren tot het vermeende bewijs dat keer op keer door antifascisten als een indicatie voor het Fascisme haar zogenaamd rechtse natuur wordt geleverd. Toch is er uitgebreid bewijs dat Mussolini essentieel een socialist bleef gedurende zijn gehele politieke leven. In 1935, 10 jaar nadat Mussolini de macht greep met zijn mars op Rome, was 57% van de Italiaanse industrie genationaliseerd of onder intensieve staatscontrole geplaatst. Echter het was aan het einde van zijn leven en het bestaan van zijn regime dat Mussolini zijn economische beleid het meest links was.

Nadat hij gedurende enkele maanden tijdens de zomer van 1943 zijn macht verloor, keerde Mussolini met behulp van Duitsland terug als staatshoofd en stichtte hij de Italiaanse Sociale Republiek. Het regime nationaliseerde alle bedrijven met meer dan 100 arbeiders, herverdeelde huizen die daarvoor privaat bezit waren onder haar arbeiders, begon aan grootschalige landsherverdelingen en zag een aantal prominente Marxisten lid worden van Mussolini zijn regering. Een van hen was Nicolo Bombacci, oprichter van de Italiaanse Communistische Partij en een persoonlijke vriend van Lenin.

Het lijkt er dan ook op dat de historische bittere rivaliteit tussen Marxisten en Fascisten niet zo zeer een conflict tussen rechts en links was, maar eerder een conflict tussen twee families van links. Dit is op zich niet verbazend gezien de neiging van radicaal linkse groeperingen naar sektarische bloedvetes. Het is dan ook aannemelijk om te argumenteren dat het linkse "antifascisme" meer is geworteld in jalousie jegens een succesvol familielid dan iets anders.

Mussolini geloofde dat Fascisme een internationale beweging was. Hij verwachtte dat zowel de decadente bourgeois democratie als het dogmatische Marxisme-Leninisme de weg voor zou bereiden voor het Fascisme. De 20ste eeuw zou de eeuw van het Fascisme worden. Net als zijn linkse evenknieën onderschatte hij de veerkracht van zowel democratie als van het vrije markt liberalisme. Substantieel werd zijn voorspelling echter vervuld: de meeste mensen ter wereld tijdens de tweede helft van de 20ste eeuw werden geleid door regeringen die in praktijk dichter bij het Fascisme lagen dan bij het liberalisme of Marxisme-Leninisme. De 20ste eeuw was inderdaad de eeuw van het Fascisme.


donderdag 2 augustus 2012

Syrië – Frontlinie tegen het Imperialisme


De Westerse media zet het Vrije Syrische Leger vaak neer als een gewapende revolutionaire groep. Feitelijk gaat het hier echter om een groep die in handen is van de reactionaire monarchieën in de Golf tot aan NAVO bondgenoot Turkije. Het Syrische conflict heeft tot dusver aan ongeveer 20.000 mensen het leven gekost. Volgens de Westerse politici en media willen de Syriërs maar al te graag in een land leven naar het model van de Westerse markteconomie. Zij steunen na Tunesië, Egypte en Libië dan ook maar al te graag de opstandelingen die Bashar Al-Assad omver willen werpen. De VS heeft een lang geplande operatie tegen het Syrische regime ingezet; eerst via haar regionale bondgenoten en vervolgens door het introduceren van gewapende groepen om het land te destabiliseren.

De Syrische gebeurtenissen moeten niet geïnterpreteerd worden als een hoofdstuk van de zogenaamde “Arabische lente”, want feitelijk heeft deze “lente” geen basis. Het is niets meer dan een propaganda slagzin om ongerelateerde feiten positief te presenteren. Hoewel er inderdaad volksopstanden in Tunesië, Jemen en Bahrein waren, was deze er in Libië niet. In Libië was er geen politieke opstand, maar een oorlog van een separatistische beweging in Cyrenaica tegen de macht van Tripoli. Als gevolg van de militaire NAVO interventie heeft dit aan ongeveer 160.000 mensen het leven gekost. De Arabische lente kan dan ook in hetzelfde licht worden gezien als de “Arabische opstand” van 1916-1918 dat door de Britten werd georkestreerd tegen het Ottomaanse rijk. De “Arabische Lente” is niets meer dan valse reclame.

De leiders van de Syrische Nationale Raad (SNC) en het Vrije Syrische Leger zijn geenszins democratisch in de zin dat zij een regering voor en door het volk willen realiseren. Het Vrije Syrische Leger erkent de spirituele autoriteit van Adnan Alrour, een Takfiristische prediker die oproept tot een omverwerping van Assad zijn regime. De oppositie van Alrour tegen het Assad regime is niet om politieke redenen, maar omdat Bashar Al-Assad een Aleviet is – dus een heiden volgens de predikant. Alle leidende officieren in het Vrije Syrische Leger zijn van Soennitische afkomst en hun brigades zijn vernoemd naar historische Soennitische figuren. Tijdens de “revolutionaire tribunalen” worden hun tegenstanders en ongelovigen ter dood veroordeeld. Hun programma is om een einde te maken aan het seculiere Ba’athistische regime, de SSNP en de Communistische partij om een puur religieus Soennitisch regime te stichten.

Het besluit om een oorlog tegen Syrië te beginnen was al genomen op 15 september 2001, vlak na de 9/11 aanvallen, door President George W. Bush. In 2004 beschuldigde Washington Syrië dat het land massavernietigingswapens zou hebben en een jaar later, na de aanslag op Rafik Hariri, probeerde de VS een oorlog tegen Syrië uit te lokken. Dit werd uiteindelijk voorkomen doordat Syrië haar leger terug trok uit Libanon. Hierop begon de VS een Syrische revolutie voor te bereiden met het Syria Democracy Program, dat zinspeelde op het idee om pro-Westerse oppositie groepen te creëren en te steunen met geld en middelen. In 2012 formeerde de “US departments of State and Defense” een taskforce genaamd “The day after” om “de democratische overgang in Syrië te steunen”. Hierin werd onder andere een nieuwe constitutie voor Syrië opgetekend.

De gewapende groepen die vandaag de dag in Syrië strijden, komen niet voort uit de vreedzame protesten van 2011. Deze protesten waren gericht tegen corruptie en pleitten voor meer vrijheid, terwijl de meeste gewapende groepen voortkomen uit Islamitische kringen. In recente jaren is Syrië door een economische crisis getroffen en zijn er fouten gemaakt met de invoering van economische hervormingen. Hierbinnen ontwikkelde zich in het relatief religieus tolerante Syrië een Takfiristische stroming, die de basis vormde voor veel van de gewapende groepen, die sterk gefinancierd worden door de Wahabistische monarchieën. Veel huurlingen en criminelen hebben zich bij deze groepen gevoegd door het makkelijke geld dat er te verdienen valt; een “revolutionair” krijgt zeven keer het gemiddelde salaris. Ook veel professionele Islamisten die in Afghanistan, Bosnië en Irak hebben gevochten, mengen zich in de strijd.

De Syrische vlag met de groene band en drie sterren die de gewapende groepen gebruiken, wordt in de Westerse media ook weleens “de vlag van onafhankelijkheid” genoemd. Dit is echter de vlag van het Franse mandaat dat van kracht bleef tijdens de formele onafhankelijkheid van het land, van 1932 tot en met 1958. De drie sterren representeren de drie districten van religieus kolonialisme. Na meer dan 18 maanden gewapende strijd beginnen de gewapende groepen zichzelf meer en meer te structureren en te coördineren. De overgrote meerderheid is onder Turks bevel komen te staan, onder het stempel van het Vrije Syrische Leger, wier hoofdkwartier is gevestigd op de NAVO basis Incirlik. De Islamisten hebben hun eigen organisaties gevormd of opereren onder de naam van Al Qaida. Deze staan onder controle van Qatar en Saoudi Arabië en worden gelinkt aan de CIA. De “progressieve” constitutie die begint met een opstand van arme boeren en eindigt met een instroom van gewapende huurlingen lijkt identiek met de gebeurtenissen in Nicaragua waar de CIA de contra’s organiseerde om de Sandinistas omver te werpen.

Media manipulatie in Oostenrijkse krant

In zijn tijd had President Reagan zo zijn problemen om de contra’s als “revolutionairen” weg te zetten. Hiervoor creëerde hij een structuur voor zijn propaganda met Otto Reich aan het hoofd ervan. Deze corrumpeerde journalisten binnen de grote Amerikaanse en Westerse media imperia om zo de bron van publieke opinie te vergiftigen. Zo verspreidden zij onder andere de leugen dat de Sandinistas waarschijnlijk chemische wapens zouden hebben die ze tegen hun eigen volk zouden inzetten. Vandaag de dag is het Ben Rhodes die namens het Witte Huis dezelfde methoden voor propaganda hanteert.

In samenwerking met het Britse MI6 heeft Rhodes een nieuwe structuur opgezet als de belangrijkste bron van informatie voor de Westerse media; het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR). De media heeft nooit vraagtekens gezet bij de geloofwaardigheid van het SOHR, zelfs nadat haar beweringen ontkend werden door waarnemers van de Arabische Liga en van de VN. Rhodes heeft ook uitstapjes georganiseerd voor naar sensatie beluste journalisten. Gewillige journalisten kregen de kans om Syrië illegaal te betreden met behulp van smokkelaars en af te reizen naar afgelegen dorpen in de bergen. Daar konden ze een foto sessie houden met “revolutionairen” en “het dagelijks leven van opstandelingen” mee nemen. Raar genoeg hebben veel van de journalisten die deze vervalsingen zelf hebben meegemaakt geen conclusies hieruit getrokken. Volgens een klassieke ironie liegen journalisten nog liever dan dat zij openlijk toegeven dat zij gemanipuleerd zijn. Bewust dragen zij bij aan de ontwikkeling van de leugen die zij ontdekt hebben. De vraag is dan ook of wij onze ogen dicht doen en ons laten misleiden of dat we het Syrische volk beschermen tegen de agressie van het imperialisme.

Het NAVO imperialisme creëert valse percepties om zo haar eigen belangen te bevorderen. Het heeft zich ten doel gesteld om alle grote energiezones aan de controle van het Pentagon te onderwerpen. Dat is het ware gezicht van het moderne fascisme dat soevereine naties onderwerpt en de wereld terroriseert. De doelstelling van het imperialisme is hetzelfde als voorheen in Libië en Irak, het gaat niet om het brengen van “vrijheid en democratie”, maar om de complete vernietiging van de Syrische samenleving. Net als in Irak waar ze een autocratie hebben vervangen door drie nog repressievere dictaturen, een Sjiietische, een Soennitische en een Koerdische. Door middel van een bloederige burgeroorlog, wil men het regime van Bashar Al-Assad vervangen door een nieuwe fascistische en religieuze dictatuur. Het door de NAVO gesteunde zogenaamde “Vrije Syrische Leger” gedomineerd door Islamisten en reactionairen wenst dan ook niets minder dan de complete onderwerping van de Alevieten, Druzen, Christenen en Sjiieten, die gezamenlijk ongeveer 45% van de Syrische populatie uitmaken. Dit alles om de belangen van het imperialisme te dienen, die langzaam maar zeker toewerken naar de vernietiging van Iran, met als doel de terugtrekking van concurrerende opkomende economische supermachten zoals China en Rusland.

Openlijke militaire interventie in Syrië lijkt dan ook steeds dichterbij te komen. De gevechten tussen het regime en de door het imperialisme gesteunde huurlingen nemen gestaag toe, dit alles begeleid door de terroristische aanslagen tegen de regering en onschuldige burgers. Het huidige offensief van opstandelingen en de reacties van haar Westerse bondgenoten laten het misleidende en corrupte karakter van het zogenaamde VN “vredesplan” zien. VN secretaris-generaal Ban Ki-Moon plaatste alle schuld voor de gewelddadigheden in Syrië op het regime van Bashar Al-Assad en verklaarde vervolgens dat hiermee de voorwaarden van de VN Veiligheidsraad geschonden werden. Nooit is er een serieuze poging vanuit de VN of de Westerse machten gedaan om een politieke schikking tussen de opstandelingen en het regime tot stand te brengen. Dit was dan natuurlijk ook nooit de bedoeling; de imperialistische krachten zochten slechts een aanleiding voor verdere provocaties jegens het Syrische regime. Het VN “vredesplan” was dan ook door niemand anders ontworpen dan Kofi Annan, de architect van de imperialistische “responsibility to protect” (R2P) strategie die “preventief ingrijpen” van de “internationale gemeenschap” (het imperialisme) propageert.

Een imperialistische aanval op Syrië bedreigt het leven van miljoenen mensen en kan gigantische ontwrichtende gevolgen hebben voor de stabiliteit in de regio en de gehele wereld. Deze aanval is immers niet enkel gericht op het regime van Bashar Al-Assad, maar eveneens tegen haar bondgenoot Iran en uiteindelijk tegen Rusland en China met mogelijk een verdere escalatie en een mogelijke wereldoorlog als ultieme gevolg.

Met dank aan de N.A.N.