zondag 19 augustus 2012

Horst Mahler en het Nationalisme


De radicaal linkse scene lijkt vandaag de dag gevangen te zijn in een hysterische afkeer van alles dat naar nationalisme riekt. Links heeft altijd al tegengestelde opvattingen gehad omdat zij zich vanaf het begin als internationalistisch gedefinieerd heeft, maar zich traditiegetrouw eveneens opstelde tegen het imperialisme van het kapitalisme. Deze tegenstellingen kennen een lange geschiedenis die voor veel verwarring en misvattingen hebben gezorgd. In het recente verleden ageerde radicaal links dan ook nog tegen de eenwording van Europa, terwijl ze vervolgens een nationalistische keus uitsloot. Hoewel de linkse scene in veel gevallen de nationale bevrijdingsstrijd van de Basken en Noord-Ieren heeft onderschreven en ondersteund, wist zij zich met de opsplitsing in Joegoslavië dan weer geen enkele raad. Hoewel radicaal links de drijvende kracht achter de anti-globaliseringsbeweging is, weet zij geen enkel alternatief te bieden voor die globalisering omdat het antwoord nationalisme is.

Iemand die zich altijd tegen deze hypocrisie heeft gekeerd is Horst Mahler. Hij was onderdeel van de eerste generatie van de Rote Armee Fraktion (RAF) en een van de intellectuele vormgevers van de groep. Ondertussen heeft Horst Mähler sinds de jaren '90 aansluiting gevonden binnen radicaal-rechts, waar hij een belangrijke rol als ideoloog in heeft genomen. Echter stelt hij dat zijn huidige opvattingen geenszins verschillen met die uit zijn RAF periode en die van de linkse studentenbeweging uit de jaren '60. De rode draad in die tijd was volgens hem nog dat de gastarbeiders werden uitgebuit door het kapitaal, werden misbruikt als stakingsbrekers en beter thuis - in eigen land - konden werken aan de opbouw van het socialisme in eigen land. Mahler heeft zijn originele linkse ideologie gesynthetiseerd in een nationalistische wereldbeschouwing die segmenten van de hedendaagse anti-globaliseringsbeweging, nationalistische bewegingen en zelfs Islamisten heeft weten te inspireren.

Hoewel Horst Mahler in de jaren '90 bekend kwam te staan als extreem-rechtse theorist, is hij altijd de Marxistische kritiek op het kapitalisme trouw gebleven. In de jaren '70 marcheerde Mahler prominent met linkse studenten in allerhande demonstraties. Een gebeurtenis die politiek links deed verharden in die tijd, vond plaats op 2 juni 1967 tijdens een protest tegen het bezoek van de Shah van Iran in Duitsland. Een opstoot onder de protestanten leidde ertoe dat de politie op de demonstrerende menigte schoot, waarbij de 22 jaar oude student Benno Ohnesorg om het leven kwam. Zijn dood leidde tot een grote woede onder de linkse studenten en de onrust nam toe tot in 1968, waarna op 11 april een aanslag werd gepleegd op het leven van de SDS leider Rudi Dutschke. De dader was de rechts-extremistische Josef Erwin Bachman die beïnvloedt zou zijn door de krant de Deutsche Nationale Zeitung, een orgaan van de extreem-rechtse Nationaldemokratische Partei Deutschlands (NPD). Tijdens een emotionele studentenbijeenkomst georganiseerd door de Sozialistischer Deutscher Studentenbund (SDS) werd de schuld voor het incident op de schouders van de Springer Persorganisatie gelegd, die de Berlijnse media domineerde en de publieke opinie tegen de linkse studenten deed keren. Demonstraties en rellen vergezeld door brandstichtingen en bomaanslagen vonden plaats door geheel West-Duitsland. Uiteindelijk overleed Dutscke in december 1968 aan zijn verwondingen. Uit deze studentenprotesten en politieke onrust ontstond de Baader-Meinhof groep.


De Baader-Meinhof groep

Militant links ontstond in West-Duitsland uit het Berlijnse studenten milieu van de jaren '60. Sommige activisten en politieke groepen zochten naar buitenparlementaire middelen om het systeem te bestrijden. Deze verenigden zichzelf in 1968 binnen de Ausserparliamentarisch Opposition (APO). Hoewel de APO officieel geweldloos was, trok zij militante elementen aan, die de gewapende strijd wilden aangaan tegen het systeem. Een van deze elementen was de Baader-Meinhof groep, die later bekend kwam te staan als de Rote Armee Fraktion (RAF). Meestal wordt 14 mei 1970 aangemerkt als de geboorte van de RAF. Die ochtend bevrijdde een groep RAF leden geleid door Ulrike Meinhof, Andreas Baader uit het gevang. Hierbij werden 2 bewaarders neergeschoten en een ouder staflid bijna vermoord. Baader, Ensslin, Meinhof en Mahler vluchtten vervolgens van West-Duitsland, waar zij werden gezocht, naar Oost-Duitsland vanwaar zij hun reis verder vervolgden naar Libanon waar zij door het PLO (Palestine Liberation Organization) guerrilla training ontvingen.

Deze West-Duitse terroristen werden door de linkse studenten als "intellectuelen" gezien, die bijdroegen aan uitgebreide ideologische debatten. Veel van hen waren studenten uit de universiteit die een achtergrond hadden in het middenklasse gezin. Deze losjes georganiseerde groep kende op haar hoogtepunt ongeveer 20 tot 30 kaders en meer dan 200 leden die hielpen met de logistiek en onderduik adressen. Horst Mahler werd door de RAF erkend als hoofdorganisator, theoreticus, strateeg en tacticus. Volgens zijn analyse kon de revolutie enkel geleid worden door een avant garde van studenten. Mahler zag zijn strijd in klassen-termen en beschreef het niet als een strijd tussen naties, maar als een oorlog van klassen. De RAF beschouwde de Duitse arbeidersklasse als passief en onderdanig door de angst voor goedkope buitenlandse arbeidskrachten, dreigende werkloosheid en recessie. De arbeidersklasse had geen revolutionair potentieel meer en dus moest radicaal links om haar doelen te verwezenlijken zoeken naar andere ondersteuning - in de vorm van studenten.

Veel linkse revolutionairen uit die tijd waren geïnspireerd door de Braziliaanse revolutionair Carlos Marighella en zijn concept van de stadsguerrilla. Eind jaren '60 werden zijn theorieën omgezet in praktijk door de Tupamaros in Uruguay. Deze studentenbeweging begon een grootschalige campagne van gedecentraliseerd terrorisme tegen de regering om zo steun te krijgen van de arbeidsklasse en middenklasse. Hoewel deze strategie het omgekeerde effect bereikte, daar het geweld de massa's deed vervreemden, werden radicaal linkse groepen in de jaren '60 sterk beïnvloed door de praktijk van de Tupamaros. Mahler stelde dan ook de creatie van een Duitse guerrilla beweging voor, die gebaseerd was op het model van de Tupamaros. Met gewapende overvallen werd hun campagne gefinancierd en in 1971 gaf de RAF haar ideologische werk "Das Konzept Stadtguerilla" uit. Hierin werd de gewapende strijd tegen de West-Duitse regering gerechtvaardigd. Mahler wees de Verenigde Staten van Amerika en de NAVO aan als; "het hart van het imperialistisch-feodale systeem". De West-Duitse regering werd in deze context beschouwd als een integraal onderdeel van het systeem dat noodzakelijk was voor het succes van het Amerikaans imperialisme.

Terwijl hun strijd voortduurde ging de Palestijnse zaak een steeds grotere rol spelen voor de RAF leden, die deze in de context begonnen te zien van de internationale anti-imperialistische strijd. Het Midden Oosten werd geïdentificeerd als een vitale strategische, militaire en economische regio voor de krachten van het imperialisme. Hoewel de RAF altijd overtuigd antifascistisch was, ontwikkelde zij een zeer overtuigd en sterk anti-Zionisme. Om hun solidariteit met de Palestijnen en andere links radicalen zoals de Tupamaros te laten zien, werden in West-Berlijn verschillende Joodse doelen aangevallen. RAF leidster Ulrike Meinhof verklaarde dat anti-semitisme een manifestatie van antikapitalisme is. Zij beargumenteerde dat het volk op deze wijze haar afkeer liet zien van hun afhankelijkheid van Joodse bankiers; "het volk haat geen Joden omdat ze Joods zijn, maar vanwege hun kapitalisme". De RAF beschouwde Zionisme als een vorm van racisme, gebaseerd op de ideeën binnen de bevrijdingsbewegingen van de Derde Wereld die tot uitdrukking kwamen in de VN resolutie 3379. In deze resolutie uit 1975 werd terecht verklaard dat Zionisme een vorm van raciale discriminatie was. Voor de RAF vertegenwoordigde het Amerikaanse imperialisme de voortzetting van het Fascisme, zij het in een nieuwe vorm.

Tijdens de jaren '70 voerde de RAF een heuse terreurcampagne tegen Amerikaanse legerdoelen, politiebureaus en de media. Dit leidde tot een ware mensenjacht van de Duitse overheid op RAF leden. Mahler werd dan ook op 8 oktober, 1970 gearresteerd samen met Monika Berberich, Brigitte Asdonk en Irene Georges. In 1972 werden Holger Meins, Andreas Baader en Jan-Carl Raspe eveneens gearresteerd na een schietpartij. Kort hierna werden de laatste RAF leden Gudrun Ensslin en Ulrike Meinhof opgepakt. Ondanks deze arrestaties bleef het idee van de RAF voortleven, met nieuwe leden die onder het vaandel van de organisatie verder gingen met sporadische terreuraanvallen. Echter als consequentie hiervan ging de RAF zich meer beperken tot de vrijlating van gevangen kameraden, in plaats van het originele concept van de guerrilla strijd tegen het systeem voort te zetten. In 1976 was het grootste deel van de RAF in hechtenis genomen alhoewel de "2 juni beweging" en "Rode cellen" de aanvallen voort zetten. De RAF werd dan ook erg serieus genomen door de West-Duitse regering die het land zag vervallen in dezelfde onwettelijkheid als ten tijde van de Weimar republiek. In 1992, na de val van de muur, kondigde de RAF aan te stoppen met het geweld tegen "de vertegenwoordigers van staat en kapitaal". In maart 1998 werd de groep formeel ontbonden waarmee het concept vans stadsguerrilla ophield relevant te zijn in Duitsland.


Mahler en Radicaal-rechts 

In 1998 na een lange tijd politieke rust onthulde Horst Mahler zijn sympathie voor het Duitse nationalisme. In een artikel trok hij een duidelijke connectie tussen de generatie van 1968 en de ontwikkeling van een nieuwe Duitse "Völkische" ideologie.

"De generatie van 1968 vernietigde traditie en religie als wereldvormende denkbeelden en bracht ons volk een stap dichter bij volwassenheid. De grond is nu klaar om deze verlichting compleet te maken, wat tegelijkertijd hun overwinning betekent. Wij ervaren dit resultaat van de culturele revolutie van 1968 als de hel, omdat samen met onze traditie en religie onze morele substantie is vertrokken. Als een cultuurloos Volk leven we in een tweede stenentijdperk. Er is wat inspanning van het denken voor nodig om het mentale vacuüm te blussen - deze omstandigheid van absolute negativiteit, die ons dreigt te vernietigen als mens en als Volk - en het als iets positiefs te erkennen, als een historische dienst van de Mei '68 generatie. Laat ons strijders van de gedachten zijn! Laat ons samen betogen - voor God en voor het land van onze voorouders!”

In 1999 probeerde de repressieve Duitse regering de NPD te verbieden op grond van vermeende connecties met gewelddadige groepen. Horst Mahler vertegenwoordigde de NPD in de daarop volgende rechtszaken die in 2002 van start gingen. In maart 2003 werd door het Federale Constitutionele Hof bepaald dat er onvoldoende bewijs was om de NPD te verbieden. Uiteindelijk nam Mahler afstand van de partijpolitiek en richtte hij samen met Reinhold Oberlercher het Deutsches Kolleg op. Europese radicaal-rechtse intellectuelen hebben altijd al de strategie van de Marxist Antonio Gramsci kunnen waarderen, met zijn concept van "culturele hegemonie". Volgens zijn theorie hebben de Westerse landen sterke samenlevingen gevormd, van welke de bevolking de Staat als een natuurlijke uitgroei hiervan beschouwde. Daarom, om politieke macht te vergaren, moeten revolutionairen eerst een sterke aanwezigheid veroveren in de sfeer van cultuur, voordat zij de politieke macht overnemen. Het Deutsches Kolleg baseert zich dan ook op deze theorie en streeft ernaar de immorele accumulatie systeem van het kapitalisme te vervangen door een socialistische economie "die de ecologie van het volk en land der Duitsers zal dienen". Een kort overzicht van de visie van het Deutsches Kolleg is dan ook op zijn plaats.


Anti-Amerikanisme 

Anti-Amerikanisme kent een lange traditie zowel binnen politiek links als rechts in Duitsland. De kritiek van het Deutsches Kolleg op Amerika volgt de traditie van rechtse intellectuelen zoals Oswald Spengler, Julius Evola en Francis Parker Yockey. Deze critici wezen erop dat Amerika nooit een cultuur-dragende aristocratie heeft ontwikkeld. In contrast werd de Europese samenleving gezien als een organische en natuurlijke hiërarchie, welke in Duitsland geromantiseerd werd met het concept van de volksgemeenschap. De Amerikaanse politieke traditie maakte geen referentie naar een vaderland, maar centreerde zich rond een geloofsbelijdenis van idealen en oprichtende documenten (eerste amendement). De Amerikaanse nationale identiteit was grotendeels gebaseerd op deze geloofsbelijdenis in plaats van op etniciteit. Europees radicaal-rechts kwam dan ook tot de conclusie dat het Amerikaanse individualisme de mensen niet bevrijdde, maar hen juist vervreemde en atomiseerde. Net zoals politiek links ontwikkelde radicaal-rechts ook een kritiek op kapitalisme. Deze kritiek was echter niet gebaseerd op de leerstellingen van het wetenschappelijke socialisme van Marx, dit was meer een culturele kritiek op het kapitalisme. Er werd aangenomen dat het kapitalisme haar hoogtepunt had bereikt in Amerika, waar het haar meest onmenselijke vorm aannam en geld de ultieme maatstaaf werd voor iedere maatregel.

Waarom nam Amerika een zodanig ander traject dan Europa? Volgens Mahler kon deze afwijking terug geleid worden naar de vroegere Europese kolonisten in Noord-Amerika. De Puriteinen zagen de Noord-Amerikaanse wildernis als het nieuwe Israël, een land dat puur en niet corrupt was. Als een natie zou Amerika een onderdrukt vijandschap kennen jegens de landen waar de kolonisten vandaan kwamen, die door hen als corrupt werden bezien. Aan de andere kant zagen enkele Europeanen de Amerikanen als het detritus van Europa. Mahler bekritiseerde Amerika onder andere op religieuze gronden omdat hij haar sektarische Protestantisme zag als een vage schaduw van haar Europese tegenhanger.

Amerikaans Protestantisme met haar sterke Calvinistische invloed, benadrukte de individuele welvaart en had weinig interesse in het innerlijk leven van de ziel. Door de ideeën van Maarten Luther had het Duitse volk het Christelijke geloof succesvol weten te Germaniseren. Echter de Reformatie dwaalde af naar het pad van het Anglicisme, Calvinisme en Puriteinisme die zichzelf allen sterk identificeren met het Joodse Oude Testament. Deze transformatie bereikte haar hoogtepunt in Amerika, waar het Puriteinisme uiteindelijk het fundament legde voor de ontwikkeling van een Judeo-Amerikaans Imperium, welke de wereldeconomie wilde controleren via een wreed systeem van globalistisch kapitalisme.

Amerikanen zijn een ontworteld volk, dat bijna de gehele Amerikaans-Indiaanse populatie uitgeroeid heeft en elf miljoen zwarten tot slaaf had gemaakt. Volgens Mahler hebben Amerikanen die hun erfgoed terug vinden bij immigranten, een kwezelse geest in plaats van een krijgshaftige geest. Om hen te mobiliseren moet Amerika dus haar buitenlandse vijanden demoniseren.

In de echo van Karl Haushofer en Francis Parker Yockey vermaant Mahler Rusland om zich bij Europa aan te sluiten, zodat het Europa kan bevrijden van de Verenigde Staten. Niet verwonderlijk vindt Mahler dat de oplossing voor de Verenigde Staten, haar ontbinding is. Hij beschrijft het land als een "onhistorische constructie die bestaat uit ontwortelde (asociale) individuen uit West-Europa, wiens invasie van de Nieuwe Wereld rechteloos en wetteloos was. Volgens Mahler werd sinds het begin van haar historie, Amerika gekarakteriseerd door corruptie, roofkapitalisme, valse democratie, hypocrisie en heeft zij haar binnenlands geweld altijd naar buiten gericht. Tegenover dit Amerikaanse wangedrocht staat het Duitse idealisme, dat het grootste obstakel vormt voor de wereldwijde ambities van de Oostkust - een eufemisme voor een machtige vereniging van machtige Joden met een blank establishment in een ondergeschikte rol. Het is dan ook geen grote stap van anti-Amerikanisme naar anti-Zionisme.


Ras

Ras neemt een prominente rol in, in het huidige radicaal-rechtse wereldbeeld van Mahler. De volksgemeenschap wordt vaak neergezet als een geromantiseerd en abstract beeld van de Germaanse natie waarin het volk een gedeelde geschiedenis en gedeeld lot kent. Hij pleit voor culturele identiteit en nationale zelfbeschikking. Mahler erkent raciale verschillen en zet het Duitse "racisme" in contrast tot het Joodse racisme, dat volgens hem kwaadaardig is. Terwijl het Duitse racisme erkent dat er raciale verschillen bestaan, wil het Joodse racisme slechts alle niet-Joodse mensen onderwerpen. Net als sommige Afro-centristen wijst Mahler op de Joodse invloed binnen de slavenhandel. In overeenstemming met zijn Linkse verleden haalt Mahler met regelmaat Marx aan, die de Joden veroordeelde als woekeraars en roofzuchtige kapitalisten. Hij verklaart: "Marx schreef dat de mensheid zich moet bevrijden van het Judaïsme. Het zijn niet de Joden die vermoord moeten worden, maar hun God, Jahweh." Mahler wijst er bovendien op dat Marx ook verwees naar een "definitieve oplossing" van het Joodse vraagstuk.
   
Gedurende lange tijd kende Duitsland het meest liberale asielbeleid van Europa. Hierdoor trok Duitsland een van de grootste populaties vluchtelingen aan in geheel Europa. Mahler beziet deze immigratie vanuit ontwikkelingslanden als een dreiging voor de natie, die met opzet georkestreerd is door het Internationale Zionisme en de Verenigde Staten, om zo Europa te "balkaniseren". Dat is volgens hem een van de redenen dat de Verenigde Staten er zo op hamert dat Turkije tot de EU moet worden toegelaten. De massale immigratie naar Duitsland wordt in de context gezien van het bewust verzwakken van de gemeenschappelijke banden van het inheemse volk. De mengelmoes aan mensen die hieruit voortkomt, zou compleet weerloos zijn tegen de goed georganiseerde Anglo-Zionistische wereldwijde heerschappij.


Het Derde Rijk

Mahler legt uit dat onder leiding van Adolf Hitler, Duitsland in staat was politiek in de hoogste graad te bedrijven. De agressie van Duitsland tijdens WO II was een gerechtvaardigde poging om de onrechten van het Verdrag van Versailles recht te zetten. Duitsland probeerde Europa te redden van zowel het Aziatisch despotisme uit het Oosten als wel van de dictatuur van het kapitaal uit het Westen. Mahler claimt dat de heroïsche nederlaag van Duitsland, haar het historisch recht geeft op een glorieuze wederopstand. Toch is Mahler het niet eens met bepaalde aspecten van Hitler zijn ideeën over de volksgemeenschap, die volgens hem de vorm van een Leviathan aannamen. De politiek van het Nationaal-Socialisme ontwikkelde zich niet veel anders dan de gedragspatronen van de strijd om te overleven in het dierenrijk. Dit leidde ertoe dat Nazi Duitsland een imperialistisch beleid ging voeren, dat uiteindelijk leidde tot haar ondergang in een ruïneuze wereldoorlog.


Holocaust ontkenning

De ontkenning van de Holocaust door Mahler moet in de context gezien worden van de "Historikerstreit" van de jaren '80, die het Nazi verleden probeerde te revalueren en Duitsland een historische identiteit moest geven "buiten de schaduw van Auschwitz". Dit debat centreerde zich vooral rond de discussie of het Derde Rijk uniek was, of slechts een voorbeeld van totalitarisme dat vergelijkbaar was met het Stalinistisch Rusland of de Volksrepubliek China van Mao. Volgens vooraanstaand historicus Ernst Nolte was de barbarij van het Nazi regime defensief omdat het geboren werd uit de angst voor Bolsjewistische onderdrukking. Na het lezen van het onderzoek van zogeheten revisionistische historici, stelde Mahler dat het Holocaust dogma wellicht "de grootste leugen van de wereldgeschiedenis was". Hij suggereerde dat de "Auschwitz leugen" was gefabriceerd door de geallieerde krachten om zo het Duitse volk moreel te ontwapenen en uiteindelijk te vernietigen. Mahler kwam hiermee op eenzelfde lijn te staan als bekende revisionistische historici zoals Ernst Zündel. Mahler wilde Zündel dan ook verdedigen tijdens zijn rechtszaak in 2005 wegens Holocaust ontkenning in Duitsland. De rechter stond dit echter niet toe omdat Mähler als advocaat geroyeerd was en liet hem door de politie uit de rechtszaal verwijderen. Op 15 februari 2007 werd Zündel tot maar liefst 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens "het aanzetten van rassenhaat en het ontkennen van de Holocaust”.

In recente jaren is het revisionistische Holocaust debat opnieuw opgewaaid in het Midden-Oosten. In 2004 suggereerde de Iranese president Mahmoud Ahmadinejad dat de Holocaust een mythe was. Een jaar later kondigde hij een revisionistische conferentie aan, die door het Iranese ministerie van buitenlandse zaken bijeengeroepen werd, en waar 76 deelnemers uit 30 landen aanwezig waren. Mahler wilde deze conferentie bijwonen, maar de Duitse regering trok zijn paspoort in om zo de reis naar Iran te voorkomen. Toch schreef Mahler een open brief waarin hij de Iranese president prees voor zijn publieke onderschrijving van het Holocaust revisionisme. Hij schrijft; "U meneer de President heeft de poorten van de waarheid geopend. Voor deze daad zullen de naties eeuwig dankbaar zijn en U herinneren als de bevrijder van de Joodse slavernij.”


Veroordeling

De repressieve maatregelen van Duitsland bestaan onder andere uit verboden op bepaalde meningen en ideeën. Mahler werd dan ook aangeklaagd voor het gedogen van een illegale handeling. In een TV interview verklaarde Mahler namelijk dat de 9/11 aanvallen bruut maar rechtvaardig waren en dat de daders op zijn volledige sympathie konden rekenen. Volgens hem waren de aanvallen op Amerika legaal onder internationaal militair recht. Voor het Hamburgse gerecht in 2003 beschreef hij de Verenigde Staten "als de bloederigste en meest imperialistische macht die de wereld ooit gezien heeft". In 2005 werd Horst Mähler veroordeeld tot 9 maanden celstraf wegens "het verspreidden van antisemitische propaganda en het oproepen tot geweld" in een folder die door de NPD werd uitgereikt op een betoging in 2002. Hij begon zijn straf uit te zitten in November 2006. In 2006 werd Mahler in een langslepende rechtszaak wegens Holocaust ontkenning nog eens tot 6 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De Beierse rechter verklaarde tijdens de uitspraak dat hij een eind wilde maken aan Mahlers "nationalistische geklets".


Eindconclusie

Op het eerste gezicht mag Horst Mahler zijn politieke visie vreemd en ideologisch inconsistent lijken. Echter zoals de historicus Walter Laqueur al observeerde, zijn er treffende overeenkomsten tussen het anti-Amerikanisme van radicaal-links en radicaal-rechts. Mahler ziet dan ook geen enkele tegenstelling tussen zijn linkse verleden en zijn huidige ideeën. Hij legt uit; "In de jaren '60 was onze principiële vijand het Amerikaans imperialisme. Dat is het vandaag nog: het Amerikaanse beleid is erop gericht om Europa te balkaniseren om het zo niet-concurrerend te maken." Volgens hem zijn de labels "links" en "rechts" vandaag de dag niet meer van toepassing. "Globalisatie is het dominante probleem en de enige macht die tegen Globalisering kan opstaan is de natie.”

De levensbeschouwing van Mahler bestaat uit bepaalde thema's die gehoor vinden bij een schijnbaar ongelijksoortige verzameling van dissidenten, die allen een kritiek op het globalisme, Amerikanisme en Zionisme delen, zij het om verschillende redenen. Zo kan het argument van een Zionistische samenzwering tegen de natie worden terug gevonden binnen zowel radicaal-rechts als bij militante Islamisten. De syntheses van Mahler omtrent anti-imperialisme, anti-Amerikanisme en anti-Zionisme leiden tot een radicale politieke kracht, die een interessante fusie vertegenwoordigt van op het eerste gezicht tegenstrijdige posities die weerklank vinden binnen sommige dissidente hoeken van het tijdperk der globalisering.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten