woensdag 8 juni 2011

De Gelijkheidsmythe

Elk tijdperk heeft zo haar eigen funderende legende, een onderliggende mythe die de tijdsgeest van die periode reflecteert. Diegenen die momenteel in het huidige Westen leven, leven in de schaduw van de Gelijkheidsmythe. Onze politieke en sociale instellingen werken vanuit de veronderstelling dat mensen fundamenteel gelijk zijn en dat alle ongelijkheden in de realiteit aberrant zijn en daarom dwingend moeten bijgestuurd of hersteld worden. Aanwerven, ontslaan, huren, toegang tot instellingen,… zelfs onze spraakpatronen, allen zijn ze bepaalt door egalitaire principes. We verafgoden de kampioenen van de gelijkheid als heiligen van de rationaliteit en demoniseren de tegenstanders ervan als zijnde achterlijk of als schurken met autoritaire sympathieën. Wat zijn de wortels en de resultaten van die Gelijkheidsmythe? 




Gelijkheid: oorsprong van een mythe

Gelet op de manier waarop de Gelijkheidsmythe wordt verpakt en aan de man gebracht, zijn haar wortels toch enigszins verrassend. Ondanks te worden voorgesteld als het product van het Verlichtingsrationalisme, en de “logische” keuze te zijn van de rationeel denkende mens, is egalitarisme niet geworteld in wetenschappelijk bewijs of rationeel onderzoek, maar wel in de christelijke theologie en metafysica. Inderdaad, empirische realiteit en wetenschappen blijven de voornaamste struikelblokken voor egalitaire denkers, want zij onthullen dat mensen NIET gelijk zijn, maar daarentegen sterk variëren in aanleg, geschiktheid, vaardigheden, enz…

De simpele realiteit is dat sommige mensen meer geschikt zijn dan anderen en dus, praktisch gezien, superieur zijn in vergelijking met hen die minder begiftigd zijn. Met als resultaat dat egalitaristen genoodzaakt zijn hun toevlucht te zoeken tot essentieel metafysische argumenten, namelijk dat alle mensen een gelijke “morele” en “spirituele” waarde en essentie hebben, en bijgevolg een gelijke behandeling verdienen. Deze veronderstelling is uiteraard niet gebaseerd op rationele argumentatie en observatie, maar wel in de christelijke Heilige schriften en wordt afgeleid van de notie dat alle mensen gelijk zijn voor God (zie Galaten 3:26-29, Akten 10:34-35-17:26).

Uiteraard botst dit met de sluier van het rationalisme waarin de egalitaristen zich graag verhullen, en het verklaart waarom egalitaristen zo afkerig staan tegenover het introduceren van empirische bewijzen voor hun stellingen, terwijl etnische nationalisten, racialisten, anti-feministen,… en andere differentialisten hun beweringen kunnen staven met statistische en empirische gegevens.

Sociale gevolgen van de Gelijkheidsmythe

Er zijn uiteraard gevaren inherent aan het niet kritisch aanvaarden van mythen, en de Gelijkheidsmythe is daar geen uitzondering op. De vertakkingen van het egalitarisme zijn manifest en veelvuldig. De Gelijkheidsmythe bestraft de getalenteerden en schept een maatschappij van middelmatigheid. Superieure mensen, de meest capabele en meest getalenteerde mensen worden voortdurend tekort gedaan door pogingen om inferieuren te bevoordelen (bijvoorbeeld via positieve discriminatie). Iemand die uitblinkt wordt verdacht, en wordt zeker niet beloond. Het eindresultaat is een “gelijkheid” in de vorm van uniforme middelmatigheid, een situatie die zowel contraproductief als onnatuurlijk is (evolutie kan pas echt bij differentiatie, hiërarchie en vooruitgang van superieur leven).


De gelijkheidsmythe leidt tot degeneratie van waarden en idealen. Eer, trouw en transcendentie zijn aristocratische eigenschappen, ze behoren tot superieure mensen, en hebben bijgevolg geen plaats in een maatschappij van “gelijken”. Het resultaat is, niet verrassend, sociaal verval. Gebroken gezinnen, gebroken families, misdaad, zedenverwildering, kortzichtigheid, hebberigheid, dat zijn de vruchten van het egalitarisme. Ook kunst is aangetast door de kwaadaardige hand van het egalitarisme, want een egalitaire maatschappij richt al haar energieën naar pacificatie en aanbidding van de Gemiddelde Mens (in wiskundige termen de laagste gemeenschappelijke deler). Het resultaat is betekenisloze “kunst” die tendeert tot shockeren of vulgariteit.

De waarheid is uiteraard dat zoiets als “gelijkheid” niet bestaat. Mensen zijn verschillend, niet gelijk. Bijgevolg verdienen mensen geen gelijke behandeling maar wel volgens hun mogelijkheden, vaardigheden en hun waarde voor de gemeenschap. De gevaarlijke, irrationele Gelijkheidsmythe moet verworpen worden, want het is uiteindelijk niks meer dan een sociale kanker die het weefsel in een beschaafde maatschappij wegvreet.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten