maandag 23 mei 2011

Duits Socialisme en de Europese Federatie

Terwijl verschillende concepties van Europese eenheid die zijn uitgezet door mensen als Francis Parker, Sr Oswald Mosely en Julius Evola relatief bekend zijn, maakte het Europese idee ook een fundamenteel deel uit van het “Duitse Socialisme” van Otto Strasser (1897-1974). De ideeën van Otto Strasser voor een Europese federatie ontstonden al in 1931.  
Otto Strasser zijn weg naar het Duitse Socialisme
Als zestienjarige jongen nam Otto Strasser deel aan de eerste wereldoorlog waar hij de aktie aan het front mee kreeg. Hij werd onderscheidden met een IJzeren kruis van de tweede klasse en werd gepromoveerd tot artillerie luitenant. Het kameraadschap tussen officieren (hij verafschuwde de onderofficieren vanwege hun ongevoeligheid ten opzichte van de gewone soldaten) had een doorslaggevende invloed op zijn politieke denken. De ideeën van Otto kregen vorm in de loopgraven waar deze kristalliseerden tot een anti internationaal Socialisme op een patriottistische basis. Doch Strasser was geen crypto-Marxist en zijn gehele ideologie van het Duitse Socialisme, stevig doordrongen met Westerse ethiek, had net zo min iets gemeen met Marxisme als met Kapitalisme. Het is de sociale ethiek die de hoogstaande Europese cultuur eeuwenlang heeft geleid voor de opkomst van het Kapitalisme, de bourgeoisie en haar spiegelbeeld het Marxisme.
De eerste ervaringen van Otto met politiek had hij toen hij als een oorlogskreupele door het leven moest op twee krukken. Hij confronteerde de Communistische agitator Kurt Eisner op een publieke bijeenkomst. In het revolutionaire tumult van het  naoorlogse Duitsland was het dat Otto Strasser en zijn broer Gregor Strasser hun strijd voor Duitsland weer op pakten, maar dit keer als leden van het Freikorps, een groep veteranen die vochten tegen de Bolsjewieken.

Tijdens een kort verblijf bij de Socialistische partij, zocht Otto tevergeefs een Duits Socialisme dat niet synoniem was aan statisme die enkel het kapitaal van de bourgeoisie af wilde pakken ten gunste van het proletariaat, zonder daarbij de geest van het Kapitalisme omver te werpen. Het was karakteriserend voor de arbeidersbeweging die overtuigend werd omschreven door de Duitse filosoof Oswald Spengler die een belangrijke invloed uitoefende op de ideeën van Otto.
Op aandringen van Gregor had Otto in 1920 Hitler al ontmoet, maar hij was niet erg onder de indruk. Hitler zag op zijn beurt Otto als een intellectuele gek. De houding van Otto jegens de NSDAP veranderde met de eerste Putsch in 1923. Hij beschouwde dit als een breuk van Hitler met de militaristen en kapitalisten en zag het als bewijs dat Hitler een oprecht Revolutionair en Socialist was. Hij was ook onder de indruk van de verklaring van Ludendorff dat de Putsch liet zien dat collaboratie met de reactionairen onmogelijk was. Met Hitler in de gevangenis en Gregor die de gehele partij bestuurde bezweek Otto onder de druk van zijn broer en werd lid van de NSDAP in 1925.
De daaropvolgende 5 jaren, die eindigden met het vertrek van Otto bij de NSDAP in 1930, leidden tot de verdeeldheid binnen de partij tussen het Duitse Socialisme van de Strassers en wat zij zagen als de compromissen van Hitler. Gregor bleef bij de partij en behield zijn Noord Duitse bolwerk met medestanders zoals Goebbels, Lutze, Kerl en Rust. Deze Noord Duitse leiders eisten de creatie van een aparte partij die geleid werd door de gebroeders Strasser. De rivaliteit binnen de partij leidde ertoe dat de krantenventers van de fracties van Strasser en de fracties van Hitler elkaar bevochten op straat.       
Desalniettemin was het de Strasser organisatie die bleef groeien in het Noorden. De laatste slag kwam in 1930 toen de Strasser organisatie steun uitriep voor de staking van de metaalarbeiders. Hitler dreigde met een stop op de subsidie van de werknemersfederatie en beval dat de partij tegen de staking moest zijn. Terwijl Gregor nog zocht naar een manier om de partij te hervormen was Otto compromisloos.
Gregor, die zelfs de mogelijkheid had om zelf een regering te vormen, heeft nooit geprobeerd om te breken met Hitler, hij bleef loyaal. Hij wees een rol voor zichzelf liever af dan Hitler buiten spel te zetten zoals Generaal Schleicher en vakbondsleider Leipert vroegen. Toen hij alsnog werd beschuldigd van verraad door Hitler, nam Gregor afscheid van de partij en stopte met politiek. Tijdens de partijzuivering van 1934 werd hij beloond met de dood. 
Otto dacht anders over Hitler en vormde een Unie van Revolutionaire Nationaal Socialisten, het Zwart Front, in de hoop dat de organisatie een kans had om Hitler omver te werpen. De steun hiervoor was breder verspreid als dat we nu kunnen onderscheiden. Het Zwart Front had steun van de Jonge Duitse Orde, Revolutionaire boeren in Schleswig-Holstein, Nationaal-Socialisten in Silesia en Kapitein Stennes van de Noord Duitse Sturm Abteilung. Veel Zwart Front medestanders werden na 1933 geïnterneerd.

Europese federatie                 
Otto Strasser was ondanks zijn loyaliteit als Frontsoldaat ten tijde van WO1 geen militarist of imperialist. Zijn Duitse Socialisme verwierp het idee van lebensraum. In tegenstelling tot Hitler omhelsde het Nationaal Socialisme van Otto niet het biologische en hiërarchische beeld van ras als fundament van de ideologie. Zijn ideaal was er een van een Europese federatie waarin de oude naties en etniciteiten van Europa geconserveerd werden.
Een compleet programma voor de reorganisatie van Duitsland en haar relatie met Europa werd vastgelegd in het boek van Otto Strasser “Duitsland morgen” dat in 1940 gepubliceerd werd. Strasser schreef dat het boek ernaar streeft “om te voorzien in de fundamenten voor een test tijd, geschreven door iemand die ervan overtuigd is dat Nationale veiligheid en Europese collaboratie elkaar verre van uitsluiten en de neiging hebben elkaar te bevoordelen.”
“Europese samenwerking” maakte deel uit van de drie-eenheid van het Zwart Front samen met “nationale vrijheid en sociaal recht”. De doelen en methoden van het Zwart Front moesten de hoeksteen vormen van een toekomstig Duits buitenlands beleid dat elke vorm van imperialisme zou verstoten. Een Europese federatie moest de basis vormen voor nationale vrijheid en de ontwikkeling van alle naties en minderheden. De drie-eenheid vormde het fundament voor de hergeboorte van het Westen. Dit idee ging niet enkel op voor Duitsland maar was van toepassing op het gehele Westen als een spirituele en culturele identiteit.           
Al in 1936 beschreef Otto de hergeboorte van de Westerse beschaving als zijn raison d’étre:
Het wordt meer en meer duidelijk dat de federatie van Europese volkeren de vitale conditie is die nodig is voor het spirituele herstel van de Europese naties en de preservatie van Westerse cultuur en beschaving. … Dit en niks anders is de betekenis en inhoud van de Duitse revolutie, het herstel van het Westen!
Dit Nieuwe Europa zou een verbond van vrije naties worden. Strasser zag dit als de bekroning van een lang gekoesterde droom onder Europese denkers. Strasser klaagde dat er bloed was verspild om een Europese eenheid te verwezenlijken omdat de reden kwam vanuit het verlangen van een natie of een leider om het initiatief te nemen. Otto pleitte voor een geloof in gelijkheid als leden van een familie, als vrijwillige deelnemers aan een Europese federatie. Dit in tegenstelling tot voorstanders van een anti Europese federatie, die de grondslag vormde van de moderne Europese Unie die gebaseerd is op universalisme, seculier humanisme, de macht van handel die opgedrongen is door Amerikaanse belangen. De Europese Unie van vandaag de dag is niet het Nieuwe Europa dat Strasser beoogde. Het moderne Europa is een onderdrukkend project, een bastaard en een ontkenning van identiteit.
Europa en de Verenigde Staten           
Strasser stelde een Europa voor dat in strijd was met het concept dat de Verenigde Staten na WO2 aan Europa opdrong. Hij streefde naar een Pan-Europa ten gunste van een Europese federatie gebaseerd op vrijwilligheid en gelijke rechten. In 1950 vergeleek hij het Amerikaanse ontwerp met dat van de USSR en wees deze ondubbelzinnig af. Hij verwierp het ultimatum van US Secretary of State John Foster Dulles, die stelde dat Europa moest verenigen om de Amerikaanse belangen te dienen tegen Rusland.
Zinspelend op de verklaring van Dulles op de NAVO conferentie van 1953 in Parijs, stelde Strasser dat het Amerikaanse plan voor een verenigd Europa de oude volkeren compleet zou elimineren en hen zou afstevenen op een multiculturele smeltkroes. De belangrijkste eis van Dulles was de verenging van Duitsland en Frankrijk. Het antwoord van Strasser was dat zonder de bemoeienis van buitenlandse krachten in beide delen van de wereld, voornamelijk met betrekking tot de Verenigde Staten, de conflicten nooit waren verspreid.

Ook zag Strasser het als een belediging om te stellen dat Europa protectie nodig had van de VS tegen Rusland aangezien enkele tijd ervoor President Rooseveld het halve continent aan de USSR had gegeven. Strasser vond de Amerikaanse leugens over hulp aan Europa te gênant om aan te horen en stelde dat als Europa echt zo decadent was zij met geen enkel bedrag aan Dollars of wapens kon worden geholpen. “Een boom die van zijn innerlijke gezondheid is ontdaan kan niet worden geholpen door haar dode takken te verbergen.”
Strasser geloofde dat Europa nog bruiste van vitaliteit en dat de basis van deze vitaliteit vorm kreeg in haar nationale en culturele verschillen die door de Amerikaanse eis tot integratie zouden worden vernietigd. Die diversiteit gaf de vorm en kleur aan de ziel van Europa. Hij zag de Amerikaanse eis voor Europese eenheid als “idiote demagogie“. Europa is wat zij is op grond van het onderscheidend vermogen van Spanjaarden, Italianen, Fransen, Duitsers, Polen enz. en moet weerstand bieden tegen de plannen om een grote smeltkroes te worden ten gunste van meer efficiënte productie of meer winstgevende ondernemingen voor de Wereldbank.
De ondergang van het Westen? 
Strasser was sterk beïnvloed door de filosofie van Oswald Spengler over de geschiedenis en cultuur. Hij aanvaardde uitdrukkelijk de geldigheid van de briljant geformuleerde wet over de opkomst en val van een culturele cirkel van Spengler, in dit geval de Westerse culturele cirkel waarin we de grote wet van beweging van al het organisch leven waarnemen: de wet van geboorte, volwassenheid en dood. De visie van Strasser dat ras wordt gevormd door historische krachten is zeer verwant aan de ideeën van Spengler, Yockey en Evola. Strasser zag in ras de vormende processen als geografie, klimaat, dieet en de impact van historische krachten. Ondanks de etnische verschillen binnen Europa, delen allen een en hetzelfde ritme van Westerse cultuur en allen zijn onderworpen aan dezelfde vitale wetten van deze familie van volkeren.                     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten