dinsdag 10 mei 2011

Kennis en Propaganda

Het heeft weinig nut om over propaganda te discussiëren. Het is een zaak van praktijk, geen theorie. Men kan niet theoretisch vaststellen of de ene propaganda beter is dan de andere. De goede propaganda zorgt voor gewenste resultaten, de slechte leidt niet tot de gewenste resultaten. Het maakt dan ook niet uit hoe “geraffineerd” propaganda is, want de taak van propaganda is niet om “geraffineerd” te zijn, maar om te leiden tot succes. Niemand kan zeggen dat propaganda te bruut, te laag of niet fatsoenlijk genoeg is, want dat zijn irrelevante karakters. Het doel ervan is niet om zwak, aardig of bescheiden te zijn, het doel is om succesvol te zijn. Daarom bespreken we propaganda in dit artikel onder een ander thema, namelijk kennis. Het heeft immers weinig waarde om te schrijven over theorieën, dit artikel is dan ook geschreven om onze dagelijkse uitdagingen aan te gaan.  

We beginnen bij de oorsprong van propaganda zelf, namelijk het idee, om verder te gaan naar het doel, namelijk het volk. Op zichzelf zijn ideeën tijdloos. Ze zijn niet gebonden aan individuen. Ze rusten in de mensen, zijn authentiek, en beïnvloeden hun houding. Men zegt wel “ideeën zitten in de wolken”. Als er iemand langskomt die in woorden zegt wat eenieder in zijn hart voelt, voelt eenieder; “Ja! Dat is wat ik altijd gewild heb en waar ik altijd op gehoopt heb. Anderen zitten in verwarring, maar plotseling staat er iemand op die verwoordt wat ze voelen. Goethe zijn woorden worden waarheid; “Verloren in ellende, god geeft iemand die mijn lijden verwoord”.

Een idee ligt aan de wieg van elke politieke beweging. Het is onnodig dit idee in een dik boek te stoppen, of een politieke vorm aan te nemen in honderd lange paragraven. De geschiedenis wijst uit dat ’s werelds grootste bewegingen ontstonden, als de leiders wisten hoe ze hun volgelingen konden verenigen onder een duidelijk thema. Zo was Christus zijn doel helder en simpel; “Hou van je naaste evenveel als van jezelf”, en wist zijn volgelingen te verzamelen in deze beweging. Omdat zijn leer simpel, duidelijk en begrijpelijk was, werd het mogelijk dat grote massa’s mensen dit steunden, en het idee de wereld veroverde.

Men bouwt een geheel systeem om een kort goed geformuleerd idee. Het idee beperkt zich niet meer tot deze ene verklaring, maar wordt toegepast op ieder aspect van het dagelijkse leven en wordt een richtlijn voor al het menselijke leven; politiek, cultuur, economie, ieder aspect van menselijk gedrag. Ze verspreiden meer en meer en het wordt een wereldbeschouwing. We zien dat terug in alle grote revolutionaire bewegingen, welke ontsproten zijn uit een duidelijk, helder, begrijpelijk, alles omvattend idee.

Men zou kunnen zeggen dat hij een wereldbeschouwing heeft - niet omdat hij veel weet of veel leest – maar omdat hij het leven beschouwt vanuit een bepaald standpunt, en alles meet met een bepaalde standaard. Kant zei eens; “Reageer als het principe van je leven, het principe voor een hele natie is”. Ik ben een Nationaal Socialist, niet omdat ik dit of dat van de politiek wil, maar ik ben Nationaal Socialist in alle aspecten van het leven. Ik moet altijd handelen, door het belang van het geheel, van het volk boven mijn persoonlijk belang te stellen. Dan heb ik ook de garantie dat het volk opkomt voor mijn persoonlijk leven. Ik ben een Nationaal Socialist als ik alles in politiek, cultuur en economie bekijk vanuit dit standpunt. Als dat zo is kan de samenleving mij welvarender maken, sterken en bevoordelen.

Ik zie de economie dan ook niet als een manier om geld te verdienen, ik heb liever een economie die het volk sterk maakt, hen gezond en krachtig maakt. Dan pas kan ik verwachten dat het volk mij ook sterk en krachtig maakt. Als ik de economie vanuit deze manier zie, zie ik de economie in Nationaal Socialistische termen.

Als ik dit heldere en duidelijke idee ontwikkel naar een systeem dat invloed heeft op alle menselijke behoeftes, wensen en acties, dan heb ik een wereldbeschouwing. Als een idee zich ontwikkelt in een wereldbeschouwing, is haar doel de staat. De kennis blijft niet het bezit van een bepaalde groep, maar vecht voor macht. Het is niet meer de fantasie van een kleine groep mensen, maar het wordt het idee van de heersers, de machthebbers. De beschouwing is niet alleen maar een preek, maar wordt praktijk. Het idee wordt vervolgens de wereldbeschouwing van de staat. De wereldbeschouwing wordt een overheidsorganisme als het macht en invloed uitoefent over het gehele leven, niet enkel in theorie, maar in praktijk.

Een idee leeft altijd in individuen. Het zoekt een individu die zijn grote intellectuele kracht kan doorgeven. Het idee wordt gepredikt door individuen, individuen die nooit tevreden zullen zijn als ze deze kennis voor zichzelf houden. Als een idee leeft in een individu, voelt hij de drang het aan anderen te vertellen. Er is een geheimzinnige kracht in ieder van ons, die ons drijft het aan anderen door te geven. Hoe grootser en simpeler het idee is, hoe meer het van invloed is op het dagelijkse leven en hoe meer men de drang voelt het door te geven.

Als ik geloof dat de natie moet worden bestuurd met het principe dat gemeenschappelijk belang voor individueel belang komt, dan vertel ik het tegen diegene die het toepassen. Zodra ik me realiseer dat dit principe niet alleen van transcendente aard is, maar toe te passen is op het gehele dagelijkse leven, heb ik de behoefte het te vertellen aan diegene in de economische wereld. En als ik zie dat het ook toe te passen is op cultuur, dan voel ik de behoefte het mensen te vertellen die zijn betrokken bij culturele activiteiten. De grote massa zal nooit gewonnen worden zonder dat het idee zijn schaduw werpt op alle gebieden van het menselijk leven.

Je ziet hoe een idee verspreidt en een wereldbeschouwing wordt een samenleving vormt en hoe een beweging groeit naar een overheid uit het individu. Nu zijn er tien, twintig, honderd, duizend en zelfs meer. Dat is het geheim van ideeën; ze zijn als een bosbrand en kunnen niet tegen gehouden worden. Ze zijn als een gas dat overal doorheen kruipt. Als een idee ingang vindt en doordringt, dan zal die persoon snel anderen gaan beïnvloeden. Ze geloven dat ze de brand kunnen stoppen met repressie en geweld, wat ze misschien wel tien, twintig of honderd jaar kunnen volhouden, maar dat is compleet onbetekenend in de wereldgeschiedenis op langere termijn. Het is dan ook irrelevant of er vandaag of morgen iets gebeurt, of zelfs jaren in de toekomst. Het is mogelijk een idee te vertragen met repressie en geweld voor een onbepaalde tijd. Maar in praktijk, sterkt het een idee, want geweld roeit uit wat zwak is. De elementen die er niet toe behoren storten in.

Opeens wordt het individu een gemeenschap, een beweging of als je verkiest, een partij. Elke beweging begint als een partij. Dat wil niet zeggen dat deze de methodes van parlementaire partijen moet volgen. Wij zien de partij als deel van het volk. Als een idee dat zich verspreidt en een wereldbeschouwing wordt.

Het verspreidt zich over de gemeenschap en zal via deze gemeenschap het idee een praktijkgerichte vorm geven. De partij voelt noodzaak zich te organiseren, het drijft mensen met hetzelfde idee tot samenwerking. Langzaam vormt zich een sterker organisme, een partij die bereidt is te strijden voor haar idealen. Een partij die dat niet wil zal doorgaan met het preken van idealen, maar zal ze nooit werkelijk weten te realiseren.

De staat heeft een wereldbeschouwing nodig. Het Christendom heeft ook een staat veroverd, en in de beweging dat het die staat veroverde heeft zij praktische en politieke activiteiten uitgevoerd. Je kunt met recht claimen; “Ja, maar zodra het Christendom de staat overnam, hield het op met Christelijk te zijn.” Dat is de tragedie van alle grootse ideeën. Op het moment dat ze deel uit maken van het leven van zonden, al te menselijk, dan verlaten ze de hemelen en verliezen ze hun romantische magie. Het wordt iets normaals. We stellen niet ter discussie of men wel of niet de aard van het leven kan veranderen. Zaken gaan al miljoenen jaren op deze manier, en zullen op dezelfde manier nog vele miljoenen jaren doorgaan. Je zult aan een hogere macht moeten vragen waarom dit zo is. Zodra een idee een praktische vorm aan neemt, verliest het zijn romantische mysterie. Het is belangrijker dat de natie leeft, dan dat het idee zo puur mogelijk blijft in de hoofden van enkelen dromers.


Je kunt zien dat een beweging organisatie nodig heeft om een staat te veroveren, het moet de staat veroveren als men iets positiefs van historisch belang wil doen. Het is de taak van een revolutionaire strijdbare beweging om de macht te grijpen. De beweging heeft een programma nodig waar iedere eerlijke strijder achter kan staan. Als een beweging politieke macht vergaart, kan het die positieve dingen doen, die men wil doen. Alleen dan heeft het de macht zijn prestaties te beschermen. Op het moment dat een beweging of partij controle krijgt over de staat, wordt zijn wereldbeschouwing de staat en de partij, de natie. De natie is niet de 60 miljoen mensen die erin leven, dat is een verwarde mix. De een zegt ja, de ander nee, dat is geen natie. Een natie is gekarakatiseerd door zelfbewustzijn, instinct alleen is niet genoeg. Alleen als ik me bewust er van ben dat ik lid van de staat ben, als ik een bewust volksgenoot ben, dan behoor ik tot het volk. Adolf Hitler antwoordde terecht tegenover de raad in München toen men hem vroeg;”Hoe kun je denken een dictatuur over 60 miljoen mensen te vormen met zo’n kleine minderheid?” Zijn antwoord; “Als een hele natie laf is geworden, en er zijn slechts duizend mensen over die iets groots willen doen, en die de macht hebben de staat te transformeren, dan zijn die duizend mensen de natie.”Als men een minderheid de staat laat veroveren, dan zullen zij moeten accepteren dat we een alleenheerschappij installeren.

Hetzelfde geldt voor een beweging. Als het sterk genoeg is een staat over te nemen, dan heeft men ook de macht een staat te transformeren. Ik ben de laatste die zal klagen dat de Marxisten ons overheersen vandaag de dag. Zo lang wij niet de kracht hebben om hen te verslaan, hebben zij het politieke recht ons te onderdrukken. Ik klaag niet over de heren van de politie die hun kracht tegen ons gebruiken, ik klaag alleen over het feit dat ze zichzelf “democraten” noemen, en claimen dat ze vrijheid van meningsuiting toelaten. Dat is nonsens. Leugenachtige hypocrisie, want in waarheid zijn deze heren dictators. Als een beweging de kracht heeft de overheidsposities van macht over te nemen, dan heeft deze het recht de regering te vormen zoals men dat wenst. Iedereen die het daar niet mee eens is, is een domme theoreticus. Politiek is bedreven door macht, niet door morele principes.

Als een beweging de staat verovert, heeft deze het recht de staat te vormen. Je kunt zien hoe deze drie elementen persoonlijkheden en idealen combineren. Het idee leidt naar een wereldbeschouwing, de wereldbeschouwing tot de staat, het individu wordt de partij, de partij wordt de natie.

Mensen winnen voor iets wat ik herken als recht, dat is wat we propaganda noemen. Eerst is er kennis; het gebruikt propaganda om de mankracht te vinden om die kennis om te zetten in politiek. Propaganda staat tussen het idee en de wereldbeschouwing, tussen de wereldbeschouwing en de staat, tussen individu en partij en tussen de partij en de natie. Op het moment dat ik iets herken als belangrijk en erover begin te spreken, dan begin ik met het maken van propaganda. Op datzelfde moment begin ik te zoeken naar mensen die daarbij aansluiten. Propaganda staat tussen de enkeling en velen, tussen het idee en de wereldbeschouwing. Propaganda is niets anders dan de voorloper van organisatie. Als het dat heeft gerealiseerd is het de voorloper van de staatscontrole. Het is altijd een middel tot een doel.

Hoewel ik steevast aan het idee moet vast houden, kan propaganda zich aanpassen aan de benodigde condities. Propaganda is altijd flexibel. Het kan niet worden gevormd, vastgezet of gevuld worden, het moet juist de ruimte tussen de enkeling en velen overbruggen. Ik praat anders in de bus met de conducteur dan met de zakenman. Als ik dat niet zou doen, zou de zakenman denken dat ik gek was, en de conducteur in de bus zou het niet begrijpen. Dat betekent dat er geen grens is voor propaganda. Het past zich aan, aan diegene die ik probeer te bereiken. In andere woorden, er is geen ABC van de propaganda. Iemand kan propaganda maken of kan dit niet, propaganda is een kunst. Ik kan zeker ieder verstandig persoon de absolute basis van propaganda leren maar wil snel de beperkingen er van erkennen. Je bent een propagandist of je bent het niet. Nadat we het zware werk van het idee en de wereldbeschouwing over te brengen van de individuen naar de massa hebben voltooid, neemt propaganda de taak over om met de kennis van de massa de staat over te nemen.

Propaganda is absoluut nodig zelfs al is het alleen een manier om een doel te bereiken. Anders zou het idee de staat niet kunnen overnemen. De taak van een goede propagandist is om wat velen in gedachten hebben om te zetten op een manier die iedereen aanspreekt, van de hoogopgeleide man tot de gewone man. Het zou een grote fout zijn om van iedereen te verwachten dat ze het idee op dezelfde wijze behandelen, want hoe groots het ook is, zo verschillend zijn de individuen die erdoor bereikt worden. Hoe groter onze beweging wordt, hoe meer verschillende mensen erbij komen, en elk zal de beweging net iets anders weerspiegelen.

Als propaganda een steeds grotere aanhang voor het idee genereert, wordt het idee breder, en meer flexibel. Het zit niet langer in een paar hoofden, maar assimileert alles. Op een bepaald moment wordt het een veelomvattend programma. Je zult nooit miljoenen mensen vinden die bereid zijn te sterven voor een boek. Maar miljoenen mensen zullen bereid zijn te sterven voor een gospel. Alles wat we in ons individuele leven weten, verenigt zich om een groot geloof dat leeft in onze harten. Als de beweging het idee van het individu naar een wereldbeschouwing heeft gebracht, en een duidelijk gospel heeft gecreëerd waarvoor eenieder bereid is te sterven, dan is de overwinning voor de beweging nabij.
Dat gebeurt niet in de studie, eerder in strijd, bittere strijd elke dag met de vijand, hem laten zien hoe hij de natie het slechte pad op lijdt.

Ik wil nu de essentiële karakters van propaganda belichten. We waren al overeengekomen dat propaganda geen doel is op zichzelf, maar een manier om een doel te bereiken. De taak is om onze kennis over het Nationaal Socialisme te verspreiden onder de mensen. Je kunt propaganda niet halverwege evalueren, je kunt beter wachten tot het zijn makers doel heeft bereikt. Je kunt niet zeggen dat onze propaganda slecht is omdat onze overheid het verbied. Het zou fout zijn als het niet zou worden verboden, want dat zou betekenen dat het geen bedreiging was. Het feit dat ze het verbannen is het beste bewijs dat we een bedreiging voor hen zijn.


Propaganda is geen kwestie voor gemiddelde geesten, maar eerder een kwestie voor mensen die praktiseren. Het moet niet lief of theoretisch correct zijn. Het maakt me niet uit of ik prachtige, galante speeches geef of dat ik vrouwen aan het huilen maak. Het doel van een politieke toespraak is mensen te overtuigen van ons gelijk. We willen geen beweging van een paar stugge slimmeriken, we hebben liever een beweging die de brede massa verovert. Propaganda moet populair zijn, niet intellectueel uitdagend. Het is niet de taak van propaganda om waarheden te ontdekken, maar om waarheden door te geven. Het moet zich aanpassen aan diegene die het wil bereiken. Het maakt niet uit of de propaganda van hoog niveau is, de vraag is of het zijn doel heeft bereikt. Ze mogen van ons houden of ons haten, zolang ze maar weten dat we er zijn. Dat doel hebben we bereikt. Men haat ons en men houdt van ons. Als iemand het begrip Nationaal Socialist hoort, zal hij niet vragen; “Wat is dat?.” Als we dat eerste doel hebben bereikt, kunnen we beginnen haat om te zetten naar liefde, en liefde in haat, maar niet in onverschilligheid. Adolf Hitler stelde dat het niet nodig is om een toespraak over het programma te geven op een publieke bijeenkomst. Een publieke bijeenkomst moet het meest primitief worden benaderd. Fascisme en Bolsjewisme zijn gebouwd door de meesters van het gesproken woord! Er is geen verschil tussen de politicus en de spreker. Geschiedenis wijst uit dat er altijd grootse sprekers zijn geweest; Napoleon, Ceasar, Alexander, Mussolini, Lenin, noem wie je wilt. Zij zijn allen grote sprekers en organisatoren. Als een persoon retorische talenten, organisatorische kracht en filosofische kracht heeft, als hij de bekwaamheid heeft om zijn kennis over te brengen, en mensen te scharen onder zijn vlag, dan is het een briljante staatsman.

De taak van onze leiders en volgelingen is het brengen van onze kennis naar de harten van onze verscheurde staat. Alles wat we doen moet duidelijk zijn, we zullen nooit opgeven. Als alles duidelijk is, dan hoeft men geen uitstekende spreker te zijn. Als hij het in enkele woorden kan zeggen, dan is hij een propagandist. Als wij een heel leger hebben van propagandisten en als eenieder zijn glasheldere boodschap aan de massa overbrengt, dan zal de dag komen dat ons wereldbeeld de staat overneemt, en onze organisatie de macht grijpt, en we niet langer leden zijn van een slavenkolonie, maar burgers van een politieke staat die we zelf hebben gevormd!

Dat is onze taak op deze planeet: de fundamenten leggen waar ons volk op kan leven. Als we dat doen, dan zal onze natie een cultuur scheppen die een eeuwigheid zal duren in de Wereld geschiedenis!

Gebaseerd op een lezing van Joseph Goebbels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten