donderdag 12 januari 2012

Reflecties op het Anarcho-Syndicalisme

Anarcho-Syndicalisme is niet Links

De begrippen “links” en “rechts” evenals “centrum” zijn in de puurste zin van het woord parlementarische begrippen. Deze respectievelijke richtingen binnen het politieke spectrum zijn afgeleid van het perspectief van de vertegenwoordigers binnen het parlement. Rechts bevonden zich de Conservatieven, links de Sociaaldemocraten c.q. Communisten en in het centrum de Liberalen.

Onder deze begrippen vallen traditioneel gezien ook enkele politieke verenigingen, vakbonden en (andere) politieke samenwerkingsverbanden, die op grond van hun Anarchistische principes van parlementaire deelname afzien. Deze zijn feitelijk niet onder deze categorieën onder te brengen omdat deze zich fundamenteel onderscheiden van de Sociaaldemocratische en Communistische stromingen. Ze zijn niet centralistisch of staatsbevorderend en hangen geen dogma aan die het historisch materialisme als enige verklaring voor de geschiedenis en toekomst beschouwen. Ze zoeken hun kracht niet in onderdanigheid, autoriteit of in een persoonscultus, maar in het zelf denken, het zelfbewustzijn en in een respect voor individuele emancipatie. Ze staan voor een beweging die begint bij de basis, zonder vertegenwoordigers, bureaucraten of leiders.

Het Anarcho-Syndicalisme heeft met de “Socialistische” partijen net zo weinig gemeen als met de autoritaire Monarch of de Kapitalistische despoot. Vrije en emancipatorische activiteiten zijn in de gehele geschiedenis nooit bezield geweest door parlementaire activiteiten, maar wezen deze juist strikt af. Zowel onder de “linkse-”, “rechtse-” als “centrum-“regeringen worden vrijheidslievende ideeën en activiteiten sterk onderdrukt. Onder al deze regimes werden Anarcho-Syndicalisten onderdrukt, vervolgd, gevangen gezet of zelfs vermoord. Dit zowel in het Fascistische als “Democratische” Italië en Duitsland, in het Tsaristische als Communistische Rusland, het Kapitalistische als Communistische Cuba, het Monarchistische als Fascistische Spanje. In elke Staat met een gecentraliseerde structuur van politiediensten, geheime diensten, bureaucratie en een legermacht werden zij vervolgd en onderdrukt. Anarcho-Syndicalisme heeft zowel in theorie als in praktijk weinig gemeen met Marxisten, Kapitalisten, Fascisten en evenmin met richtingen zoals “rechts”, “links” of “centrum”.

Deze richtingen en begrippen worden specifiek gebruikt om te insinueren dat er nooit een verschil bestaan heeft tussen Marxisten en andere autoritaire bewegingen enerzijds en Anarcho-Syndicalisme anderzijds. De grenzen lopen echter niet tussen “links” en “rechts” maar altijd tussen “onder” en “boven”. Parlementaire vertegenwoordigers en regeringen van welke aard dan ook, of dit nu “rechtse” of “linkse” regeringen zijn, worden fundamenteel afgewezen. Het Anarcho-Syndicalisme neemt in haar principes een duidelijk klassenstandpunt in, waarmee het Socialisme geheel vrij zal zijn of simpelweg niet vrij zal zijn. Er bestaat dan ook geen “linkse eenheid” binnen de klassenstrijd. Hier bestaat enkel de zelforganisatie van de emancipatorische beweging tegen alle vormen van overheersing. Denken in termen zoals “rechts” en “links” verdeeld mensen enkel en leidt daarmee af van de echte frontstelling. Dit denken, dat is gebaseerd op drogredenen, zal enkel van kwaad naar erger leiden, van het Kapitalisme en zijn gevangenissen, de concentratiekampen van het Staatskapitalisme naar de Goelags van de Marxisten. “Links” en “rechts” zijn niets meer dan oorlogsbegrippen die door de machthebbers worden gebruikt om ons denken te vernevelen en ons een valse richting op te sturen. Bovendien belemmeren deze betekenisloze begrippen en substantiële termen een goede omschrijving voor de Anarcho-Syndicalistische beweging. Anarcho-Syndicalisme wordt in naam of onderschrift in bijna ieder artikel simpelweg bij “links” ingedeeld – daarmee strijken ze Anarchisten, Marxisten, Sociaaldemocraten en Fascisten allen over een kam. Wat een aanfluiting voor deze principes! Het Anarcho-Syndicalisme kan niet “links” zijn zonder ook emancipatoir, zelfbewust, op de basis en op de menselijke behoeften georiënteerd te zijn. Noch kan het ontkennen tegen de Staat, tegen het parlementarisme, ondogmatisch en nog veel meer te zijn. Men moet daarom gewoon inhoud geven aan het Anarcho-Syndicalisme en niet de waarheid vertroebelen of valse gelijkenissen tevoorschijn toveren met betekenisloze lege begrippen.

Om het leven in eigen handen te kunnen nemen moeten we eerst de begrippen en categorieën zelf invullen in plaats van deze aan ons te laten dicteren. Zelforganisatie, zelfbewustzijn en emancipatoir handelen begint bij jezelf. Als tegenstanders ons denken, denken te kunnen dicteren, dan is de strijd al verloren.

“Totalitarisme”

Dat zowel het “centrum” als “rechts” en “links” in het “extremisme” getrokken zijn, is ons allen bekend; beweringen die stellen dat dit niet het geval zou zijn, zijn ronduit gelogen. De “rechtse” en “linkse” extremen worden door het “centrum” als totalitair beschouwd – en terecht. We weten echter ook dat elke zogenaamde “Democratie” van het “centrum” evengoed totalitaire vormen kan aannemen. “Totalitair” is dan ook enkel een oorlogsbegrip van het “centrum” om een fundamenteel verschil te maken tussen enerzijds “Democraten” en anderzijds de “extremisten”. Maar ook dat gegeven klopt niet. De omvorming van Nederland tot een “totalitaire Staat” kan immers volledig legaal uitgevoerd worden. De juridische middelen daarvoor zijn immers al voor handen (politiewetten, grondrecht en vorderingen voor een noodtoestand) en ook de middelen om het te implementeren (politie, geheime diensten en de militaire bureaucratie) zijn aanwezig.

“Democraten” en “extremisten” hebben feitelijk veel meer met elkaar gemeen dan dat zij toe willen geven. Beiden zijn centralistisch en hiërarchisch, Staatsbevorderend, bureaucratisch, autoritair, de vrije wil ondermijnend, anti-emancipatoir, betuttelend en Kapitalistisch. Het onderscheid kan hier dan ook enkel gevonden worden in kleine nuanceverschillen en in het feit of men een private economie (kapitalisme) of Statelijke economie (Staatskapitalisme) nastreeft. De klassenrelaties zijn in principe gelijk. Het Anarcho-Syndicalisme daarentegen richt zich tegen iedere vorm van dominantie. Het baseert zich op een organisatie van onderop en op Anarchistische principes om alle vormen van onderdrukking en uitbuiting af te schaffen. Hiermee wil het een samenleving van zelfbewuste, geëmancipeerde individuen verwezenlijken, die samen vrije overeenkomsten aangaan en in staat zijn om problemen onderling op te lossen. Eigen verantwoordelijkheid en zelfdiscipline vervangen hierbij het paternalisme en afhankelijkheid. Zelfbestuur op alle delen van het leven neemt de plaats in van de hiërarchische indeling.

Evenals het Marxisme duwt het “Democratische centrum” het Anarcho-Syndicalisme altijd in de linkse hoek en presenteert het zichzelf hiermee als het absolute bolwerk van rede, rechtvaardigheid en beschaving. De wereldwijde onderdrukking en uitbuiting gaan echter niet van het Anarcho-Syndicalisme uit. Anarcho-Syndicalisten hebben niet systematisch eten vernietigd en laten niet jaarlijks 7.000.000 kinderen wereldwijd verhongeren om de prijzen op de wereldmarkt stabiel te houden. Anarcho-Syndialisten richten geen corrupte marionettenregeringen op in andere Staten om imperialistische belangen wereldwijd te behartigen, noch leveren deze hen de wapens en de folterwerktuigen om dit te doen.

Het begrip “Links”

In de eerste plaats zullen we af moeten van betekenisloze definities door echt vrij en ondogmatisch te gaan denken. Het begrip “links” is niets meer dan een betekenisloze indicatie van richting en kan dan ook een veelvoud aan zaken omschrijven: een vleugel binnen de NSDAP, diverse Hegeliaanse stromingen, autoritaire Jakobijnen, het Leninisme, Stalinisme, Trotskisten, Maoïsten, Castro, Republikeinen in het Fascistische spectrum en Che Guevara. “Links” is dus een arbitrair en rekbaar begrip dat zeer relatief is. In plaats van het opzetten van categorieën en begrippen zoals “links” en “rechts” moeten we mensen juist wijzen op de echte verschillen. Verschillen zoals arm en rijk, Kapitalisten en proletariërs, bureaucratie en sociale hulp, Parlementarisme en Anarcho-Syndicalisme, Staat en vrije samenleving, autoritair en emancipatoir, machtswil en vrijheidswil en zeker nog veel en veel meer. Enkel dan zullen we niet onnodig in het duister tasten en kunnen we de waarheid echt aanschouwen. Dat biedt een betere start om het idee van een vrije samenleving met succes te implementeren. Het begrip “links” moeten we daarbij eenvoudig gezegd dus “links laten liggen”.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten