woensdag 12 oktober 2011

Sociaal Revolutionair Nationalisme – II

Sociaal Revolutionair Nationalisme keert zich tegen het pseudonationalisme van ultrarechtse racisten evenals tegen het pseudosocialisme van de ultralinkse communisten. In tegenstelling tot beide stromingen erkent het Sociaal Revolutionaire gedachtegoed dat met de mondiale deregulatie door het bankierswezen de klassenstrijd essentieel een nationale strijd van ieder volk op aarde is geworden. Een strijd tegen de macht van het internationalistische financierkapitalisme en haar marionetten regeringen. De corporatieve loonslavernij is verergerd door de intrede van de renteslavernij, die ertoe leidt dat de nationale soevereiniteit van naties wordt overgegeven aan de instituties van het financierkapitaal.

Sociaal Revolutionair Nationalisme erkent dat we in een tijdperk leven dat gekarakteriseerd wordt door de totale mondiale financialisering van het kapitalisme. Dit leidt er toe dat het internationale geldkapitalisme parasiteert op het industriële kapitalisme. Met als gevolg de ondergang van gehele nationale economieën op een schaal die niet meer is gezien sinds het Verdrag van Versailles dat aan Duitsland opgelegd werd begin vorige eeuw. De parasitaire banken krijgen miljarden aan Euro’s van de Centrale Europese banken om hen te redden van de crisis die zij zelf door hun eigen hebzucht gecreëerd hebben. Als resultaat worden de volkeren van Europa en volkeren op andere delen van de wereld de armoede in gedreven door dit fiscale Fascisme.

Nationaal Revolutionair Nationalisme erkent de noodzaak voor monetaire hervormingen en de creatie van een nationale volksbank die vrij is om het soevereine recht van alle naties te erkennen. Dit soevereine recht is het recht om zelf rentevrij geld uit te geven zonder dit te hoeven lenen van private en internationale banken. Dit kan niet los worden gezien van de fundamentele belangenstrijd tussen de werkende klasse van alle naties en de instrumenten van het financierkapitaal. Echte democratie is niet de parlementaire democratie, maar economische democratie – de democratisering van de werkplaats en de industriële corporaties. Deze vorm van democratie kan enkel bereikt worden via een nationaal dictatorschap van het proletariaat.




Sociaal Revolutionair Nationalisme kent haar wortels in de Weimar republiek waar denkers als Ernst Jünger, Heinrich Laufenberg, Fritz Kloppe, Ernst Niekisch, Karl Otto Paetel en de gebroeders Strasser verschillende Sociaal Revolutionaire theorieën ontwikkelden. Sinds 1920 pleitten zij voor Duitse arbeidersraden die het Verdrag van Versailles omver zouden werpen en de Nationaal Revolutionaire oorlog tegen het financierkapitaal zouden voortzetten. Zij zagen de onvruchtbare onderlinge strijd en de verdeeldheid binnen de Duitse arbeidersklasse, terwijl de natie leed onder de onderdrukking van de winnende machten. Zij waren het die pleitten voor de opbouw van een vrije en solidaire volksorganisatie die het uitbuitende internationale financierkapitaal moest bestrijden. Hierbij streefden zij naar samenwerking met iedereen binnen de volksgemeenschap, omdat enkel de verenging van soldaten en arbeiders de natie kon bevrijden.

In 1930 werd er een nieuwe stap gezet om de verschillende dissidente fracties van links en rechts te verenigen onder het vaandel van het Sociaal Revolutionair Nationalisme. In het journaal “Die Kommenden” van de “Bündisch Nationaal-Revolutionäre Jugend” verklaarde men;

“Op Hemelvaartsdag 1930 werd, wat lang een losjes verbonden groep was van jonge Nationaal Revolutionairen die Socialisme als de essentie van het ware Nationalisme zagen, samen geroepen om een Sociaal Revolutionaire groep op te richtten. Deze groep wenst niet een nieuwe organisatie te formeren maar een paraplu te creëren die alle jonge mensen met een vergelijkbaar wereldbeeld uit verschillende nationalistische associaties en jonge mensen van “links” kan verenigen onder de slagzin “Natie en Socialisme”.”

Het doel van deze groep was niet enkel om een antikapitalistisch front van links en rechts op te bouwen, maar ook om een antifascistisch front te realiseren. Karl Otto Paetel, de grondlegger van deze groep, wilde het partijprogramma van de NSDAP veranderen in een oprecht Socialistisch programma dat vrij was van Fascistische elementen. Op het NSDAP partijcongres in Nuerenberg werd dit meer radicale Socialistische programma verspreid. In het programma was te lezen;

“Omdat de totale controle over de gehele Duitse industrie vandaag de dag in handen ligt van de organen van het internationale financierkapitalisme, wordt de nationale revolutie onvoorwaardelijk gericht tegen het internationale financierkapitalisme. Als resultaat van een volledig gerealiseerde Duitse revolutie zal Amerika en haar Volkenbond al haar macht gebruiken tegen de Duitse arbeiders en boerenstaat. De eerste taak van het Nationaal Socialistische buitenlandse beleid is daarom de organisatie van een revolutionaire verdediging tegen de imperialistische machten, een vereniging met de Sovjet Unie en steun aan de revolutionaire bewegingen in alle landen ter wereld die in opstand komen tegen het internationale financierkapitaal.”

Toen Hitler op 30 januari 1933 aan de macht kwam ging de Sociaal Revolutionaire beweging ondergronds. Hoewel Hitler een model invoerde dat de macht van het internationale financierkapitalisme confronteerde, deed hij dit nadat hij een stevige alliantie gesloten had met de kapiteins van het Duitse industriële kapitalisme en een Nationaal Kapitalistische staat had gecreëerd in plaats van een ware Nationaal Socialistische staat.

Karl Otto Paetel wees erop dat de term Nationaal Socialisme niet door Hitler was uitgevonden. Voordat de NSDAP de status van succesvolle massabeweging en politieke organisatie kreeg, werden termen als Duits Socialisme, Socialistisch Nationalisme en Nationaal Socialisme gebruikt als symbool van erkenning dat het lijden van het Duitse volk niet kon worden gestopt zonder een Socialistische anti-imperialistische basis. De NSDAP bood plaats aan Monarchisten, Republikeinen, Christenen, Atheïsten, Sociaal Revolutionairen en Sociale Reactionairen; allen mensen die zich rechts Nationalistisch en links Socialistisch voelden. Hitler heeft de partij mettertijd meer en meer van een volledig Socialistisch platform afgeleid. De linkse vleugel van de partij was niet blij met deze tendens en vond een vertegenwoordiger in Otto Strasser. Op 4 juli 1930 verklaarde hij dan ook dat “de Socialisten de NSDAP verlaten”.

Gevolgd door een paar honderd medestanders vormde hij het Zwarte Front met het hamer en zwaard als symbool. Zijn programma omvatte de nationalisatie van banken en steun aan de anti-imperialistische strijd van landen wereldwijd. Strasser stelde;

“Wij verstaan Nationaal Socialisme als even vijandig naar de Kapitalistische bourgeoisie als naar het internationale Marxisme. Het is haar taak beiden te overkomen. Ondanks dat Marxisme in essentie een oprecht gevoel voor Socialisme heeft, is het verbonden aan de valse leer van Liberaal materialisme en internationalisme. In de essentie heeft de bourgeoisie een oprecht gevoel voor Nationalisme, maar is zij verbonden aan de valse leer van Liberaal rationalisme en Kapitalisme. Daarom zien wij geen essentieel verschil in onze oppositie tegen het Marxisme en de bourgeoisie, het Liberalisme in beide maakt deze tot onze vijand.”



Sociaal Revolutionair Nationalisme is Socialisme met een ziel, het tegenover gestelde van het zieldodende en zielloze Kapitalisme. Geest en ziel zijn innerlijke en uiterlijke dimensies van bewustzijn. Enkel door een grotere bewustwording in ons dagelijks leven, relaties en de wereld om ons heen te realiseren kunnen we de accumulatie van kapitaal transformeren naar een accumulatie van bewustzijn. Sociaal Revolutionair Nationalisme is het Socialisme dat nieuw politiek en economisch bewustzijn verenigt met een nieuw spiritueel bewustzijn. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten