zondag 27 september 2015

Syrië: Kruitvat van het Midden-Oosten

Er is veel gebeurd sinds in maart 2011 het conflict in Syrië uitbrak. In de nasleep van de Arabische lente brak er een volksopstand uit, nadat een demonstratie tegen het regime van Assad in Daara hard de kop ingedrukt werd door de Syrische veiligheidsdiensten. Buitenlandse bemoeienis en de toestroom van Islamisten uit naburige landen, stortten het land uiteindelijk in een jarenlange sektarische anarchie die zijn weerga niet kent. Het was echter niet het Syrische regime, noch de oppositie (FSA, Jahbat al-Nusra, Islamitische Staat), die het sektarisme in Syrië hebben uitgevonden. Sektarische onlusten waren altijd al een onderdeel van het Syrische politieke klimaat. Deze werden echter de laatste 45 jaar bruut onderdrukt door het Alevitische regime van Assad. Om de huidige situatie in Syrië te begrijpen, moeten we allereerst de Syrische geschiedenis kennen.


De val van het Ottomaanse Rijk

De grenzen van het huidige Syrië werden door de Franse kolonisten getrokken. Na de eerste wereldoorlog viel het Ottomaanse Rijk uiteen, waarna in 1920 Frankrijk de controle overnam van een deel van het voormalige Ottomaans territorium aan de Oostmediterrane Zee. Dit deel staat vandaag de dag bekend als Syrië en Libanon. In dit territorium leefden - en leven - veel verschillende etnische en religieuze groepen. De meerderheid is echter soennitische moslim. Het koloniale beleid van de Fransen was erop gericht om deze bevolkingsgroepen tegen elkaar uit te spelen, om zo haar macht in de regio te consolideren. Hierbij rekenden de Fransen hoofdzakelijk op minderheden, die voor hun macht afhankelijk zouden zijn van de kolonisten. Een religieuze minderheidsgroep, de Alevieten (een sji'itische sekte), zagen het Franse kolonialisme dan ook als een kans om hun positie te verbeteren. De Alevieten werden voorheen altijd als "afvalligen" onderdrukt door de Soennitische meerderheid in het land en werden daardoor gedwongen om in afzondering en armoede te leven. Dit veranderde echter met de komst van de Franse kolonisten. Veel Alevieten sloten een verbond met de koloniale bezetter die hen in ruil daarvoor bepaalde privileges toekende. Een aanzienlijk deel van de Alevieten traden toe tot het 'Leger van de Levant' (Armée du Levant), een militie die door de Franse kolonisten ingezet werd om het Arabisch nationalisme onder de soennitische moslims met harde hand te onderdrukken. Toen Syrië in 1946 uiteindelijk onafhankelijk werd verklaard en de Franse kolonisten uit het land vertrokken, bleven de Alevieten de belangrijkste posities in o.a. de strijdkrachten behouden.


Armée du Levant

Hafez al-Assad: De greep naar de macht

Hafez al-Assad, de vader van de huidige President Bashar al-Assad, werd in 1930 binnen de Alevitische gemeenschap geboren in de tijd dat Syrië nog een Franse kolonie was. Toen Syrië in 1946 onafhankelijk werd verklaard werd hij al snel lid van de Ba'ath Partij, dat een seculier pan-Arabisch nationalisme nastreefde. Hij meldde zich tevens aan bij de luchtmacht en promoveerde daar snel. In 1963 veroverde de Ba'ath Partij de macht in Damascus en werd Hafez al-Assad benoemd tot Minister van Defensie. Nadat er in 1966 een machtsovername binnen de Ba'ath Partij zelf plaats vond, wist hij vanwege zijn positie als Minister van Defensie de macht langzaam maar zeker naar zich toe te trekken. In de nasleep van de oorlog met Israël verloor het Syrische leger in 1967 de Golan Hoogtes door een reeks coups en interne machtsstrijd aan de zionisten. Door deze nederlaag werden de verhoudingen binnen de Ba'ath Partij wederom op scherp gezet.


Hafez al-Assad 

Assad en de Palestijnen

Hoewel Hafez al-Assad zichzelf graag als een vriend van het Palestijnse volk portretteerde, was zijn relatie met de Palestijnen een haat-liefde verhouding. Toen in 1970 de Jordaanse koning Hoessein met de ondersteuning van Amerika en Israël een offensief tegen de Palestine Liberation Organisation (PLO) begon, stuurde de Syrische regering aanvankelijk tanks Jordanië binnen om de Palestijnen ten hulp te schieten. Uit angst voor een nieuwe oorlog met de zionisten, sprak Hafez al-Assad zich als Minister van Defensie echter sterk uit tegen deze militaire interventie en weigerde hij de luchtmacht in te zetten. Hierdoor werden de Syrische tanks die nu als 'sitting ducks' in de woestijn stonden, gedwongen om zich terug te trekken. Hierdoor raakten de Palestijnen volledig geïsoleerd en werden zij uiteindelijk op brute wijze afgeslacht door de milities van Koning Hoessein. Vele duizenden Palestijnse vluchtelingen, waaronder vrouwen en kinderen, vonden de dood tijdens het bloedbad dat bekend kwam te staan als "Zwarte September". Dit verraad aan de Palestijnen was slechts een voorbode van de latere daden van verraad door Assad. Nog geen twee weken na de Zwarte September pleegde Hafez al-Assad zelf een militaire coup in Damascus en zuiverde hij de Ba'ath Partij van Soennieten, om hen te vervangen door leden van zijn Alevitische clan.



Palestijnse slachtoffers van Zwarte September

In 1973 sloten Egypte en Syrië gezamenlijk een verbond in een poging om de Golan Hoogtes te heroveren op de zionisten. Dit offensief was echter volkomen onsuccesvol en resulteerde in een complete vernedering voor het Syrische regime. Als gevolg probeerde Assad zijn verhoudingen met Amerika en Israël te normaliseren. Dit resulteerde onder andere in een de facto bondgenootschap met de zionisten tijdens de Libanese burgeroorlog, toen in 1976 Syrische troepen het land binnen vielen om de Christelijke Falangisten te hulp te schieten. Als gevolg pleegden de Falangisten verschillende massamoorden op soennitische moslims, waarvan het bloedbad van Tel al-Zaatar het hoogtepunt was. 


Palestijnse burgers worden uit Libanon verdreven

In 1982 nam Hafez al-Assad echter weer een andere positie in, toen het Israëlisch leger Libanon binnen viel nadat haar proxies van het Zuid-Libanese leger verslagen waren. Hierop sloten de Palestijnse leider Yasser Arafat en Assad een tijdelijk verbond. Echter na een grote militaire nederlaag ten opzichte van de zionisten zei Assad eenzijdig de samenwerking op. Als voorwaarde voor een vredesbestand eisten de zionisten dat de PLO uit Libanon verdreven zou worden en dat Syrië machteloos toe bleef kijken hoe de zionisten en de Falangistische bondgenoten van Syriè ongeveer 18.000 Palestijnse vluchtelingen zonder enige wroeging vermoordden. Ook de betrekkingen tussen de Ba'athisten kwamen tot een nieuw dieptepunt, toen Syrië als enige Arabische land de kant van Iran en Ayatollah Khomeini koos in het conflict met het Irak van Saddam Hoessein en de Soennitische tak van de Ba'ath Partij. Deze koers leidde in 1990-1991 ertoe dat Syrische troepen zich aan zouden sluiten bij de Amerikaanse coalitie tegen Saddam Hoessein tijdens de Golfoorlog in Irak. Als een gunst voor de bijdrage van al-Assad in de Golfoorlog knepen Amerika en Israël een oogje dicht toen Syrische troepen in 1991 Libanon bezetten om een pro-Syrisch regime in Beiroet te vestigen. 


 Syrische wachtpost tijdens de eerste Golf Oorlog


Sektarisch geweld in Syrië

Het regime van Assad werd gekenmerkt door brute onderdrukking. Vanaf 1977 werd Hafez al-Assad geconfronteerd met een groeiend verzet vanuit de soennitische bevolking tegen zijn heerschappij. Dit verzet werd hoofdzakelijk door de Moslimbroeders geleid. Toen de Moslimbroeders in 1979 vijftig Alevitische officieren vermoordden en een jaar later een aanslag op Hafez al-Assad zelf pleegden, werden er als vergelding 250 Moslimbroeders in gevangenschap vermoord door het regime. In 1982 kwamen de sektarische onlusten tot een hoogtepunt toen er een opstand uitbrak in het soennitische bolwerk Hama. De stad werd zonder pardon aan puin geschoten door de elitetroepen van Hafez al-Assad, waarbij ongeveer 10.000 tot 20.000 burgers op brute wijze de dood vonden. Volgens voorzichtige schattingen zijn er daarnaast tussen 1982 en 1992 ongeveer 10.000 politieke dissidenten vermoord door het Syrische regime.


1982: Hama vernietigd door het Syrische Arabische leger

Nadat Hafez al-Assad op 10 juni 2000 overleed, werd hij opgevolgd door zijn zoon Bashar al-Assad. Bashar al-Assad werd direct met enkele enorme problemen geconfronteerd. Syrië werd overspoeld met meer dan anderhalf miljoen (veelal soennitische) vluchtelingen uit Irak, die vanaf 2003 het geweld van de Amerikaanse invasie probeerden te ontvluchten. Na de moord op de Libanese oud-premier Rafik Hariri werd hij onder internationale druk eveneens gedwongen om de Syrische troepen uit Libanon terug te trekken en een einde te maken aan de jarenlange bezetting van dat land. Bovendien brak er een grote droogte uit in Syrië tussen 2008 en 2010, waardoor massa's landarbeiders naar de Syrische steden migreerden. Hier vestigden zij zich in de arme buitenwijken van de steden, die na de volksopstand van 2011 als centra van verzet gingen dienen. De impact van deze gebeurtenissen werd verergerd door Bashar al-Assad zijn beleid van neoliberale hervormingen. Door de privatisering van de agrarische sector verergerde de situatie voor de landarbeiders enkel verder. Reductie op import belastingen en de instroom van buitenlandse investeringen, zorgden er tevens voor dat veel kleine producenten failliet gingen. Lonen daalden en de werkloosheid in Syrië nam sterk toe. Bashar al-Assad brak de sociale verwezenlijkingen van het Ba'athisme snel af, waardoor de sociale ongelijkheid toenam. De polarisering tussen de verschillende klassen en bevolkingsgroepen zorgden voor een explosieve situatie. Het kon bijna niet anders dan dat een keer de bom zou barsten in het door sektarisme verdeelde land. De gehele voorgeschiedenis kon enkel leiden tot de uiteindelijke Syrische volksopstand van 2011, die het land tot op de dag van vandaag in zijn greep houdt.



Bashar al-Assad

De situatie in Syrië is dusdanig geëscaleerd dat het ondertussen de vorm heeft aangenomen van een existentiële strijd om leven en dood voor alle betrokken bevolkingsgroepen. Een sektarische oorlog die zich bovendien niet tot Syrië beperkt, maar dat zich als een olievlek over het gehele Midden-Oosten verspreid. Het kruitvat is ontstoken en zal moeilijk nog te doven zijn.


Protest tegen Bashar al-Assad






 

 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten