donderdag 12 juli 2012

Maatschappij in de uitverkoop

In de schaduw van de “bevrijders” lurkte een duistere toekomst voor Europa. Ogenschijnlijk een zegen, een barmhartige altruïstische daad. In feite een vloek en een puur zelfzuchtige daad. 6 juli 1947, de dag dat de Europese landen hun ziel verkochten aan de duivel.

Marshallplan

Toen het eerste, naar aanleiding van het in werking treden van het Marshallplan, “Liberty schip” met Amerikaanse goederen arriveerde had Nederland al enige ervaring met en een soortement van fascinatie voor de banale Amerikaanse cultuur. Er waren immers ook Nederlanders aan het begin van de negentiende eeuw naar Amerika geëmigreerd. Er was toen echter nog maar sprake van een geringe invloed op onze eigen cultuur. De veramerikanisering van Nederland en Europa kwam pas echt goed op gang na het “accepteren” van de Marshallhulp.

Op zes juli 1947 werd er in Parijs een Europese conferentie georganiseerd naar aanleiding van de Trumandoctrine. De Europese landen moesten, om in aanmerking te komen voor de miljarden dollars “steun”, zich wel voegen naar de Amerikaanse voorwaarden; een Amerikaanse controlecommissie in ieder land, invoering van de vrije markt economie en het land moest opengesteld worden voor buitenlandse (dus Amerikaanse) ondernemingen en handel. Er moest een permanente Europese organisatie opgericht worden onder andere ter uitvoering van de Marshallhulp. Dit werd de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (de basis voor de huidige Europese Unie.) Ook werd er een clausule opgenomen waarin stond dat Amerika “de hulp” ten allen kon uitstellen of stilleggen als het ontvangende land iets ondernam dat niet “in overeenstemming met de belangen van Amerika” was. Zo is Nederland twee keer in de “problemen” gekomen; In 1949 vanwege de politionele acties in Nederlands-Indië en in 1950 omdat Nederland weigerde om troepen te sturen naar aanleiding van de oorlog tegen het communisme in Korea. De totale financiële “hulp” bedroeg ruim 11,6 miljard dollar en werd verdeeld over een totaal van 16 landen waaronder Turkije. Doch dit roept vragen op, daar Turkije gedurende de tweede wereldoorlog neutraal is gebleven. Me dunkt dat men in al het bovenstaande toch zekere parallellen moet herkennen met hedendaagse gebruikte technieken, gebeurtenissen en gedragingen.  

De Marshallhulp start definitief op 19 december 1947. Nederland sleepte relatief veel hulpgeld binnen; tot en met 1954 ontving ons land 1127 miljoen dollar. Circa 25 procent van dit bedrag werd besteed aan voedsel. Het gemiddelde aantal calorieën dat men tot zich nam/ kon nemen steeg in deze periode met 20 procent. Zonder de hulp zou de consumptie van calorieën gedurende een iets langere tijd op het niveau van 1947 zijn blijven steken, maar dat had geen onoverkomelijke ramp hoeven zijn. Men moet ook in rekenschap nemen dat de Nederlandse productie eind 1947 al weer op het vooroorlogse niveau was, Nederland had immers een heel ambitieus wederopbouwplan. Dezelfde groeicijfers zouden dus ook behaald zijn zonder de Amerikaanse hulp! Dit zou echter circa 7 maanden langer geduurd hebben. Om een Britse historicus te quoten: “Vergeleken bij de herstel- en investeringsprogramma’s  die de staten in West Europa zelf opstarten na de Tweede Wereldoorlog, is de hele Marshallhulp niet meer dan een druppel in de oceaan geweest.”  Waarom onze politici indertijd dan toch met het Marshallplan hebben ingestemd, is en blijft mij een vraag. 

Tot in hoeverre de Marshallhulp effectief bedoelt was om Europa weder op te bouwen is de vraag. Wie naar de achterliggende feiten kijkt, ziet dat het vanuit Amerikaans perspectief puur uit eigen belang voorgesteld werd. De Europese import uit Amerika was zeven keer zo groot als de Europese export naar Amerika met als gevolg; enorme tekorten op de handelsbalans en een acuut gebrek aan dollars. Dit zou tot devaluaties en hyperinflatie leiden, oftewel een onhoudbare situatie voor de eigen Amerikaanse economie. 

Waar het Marshallplan aanvankelijk bedoeld was om de ineenstorting van de wereldeconomie te voorkomen, kreeg het later een functie in de Koude Oorlog. Het geld moest een barrière opwerpen tegen de communistische dreiging. Landen die hulp ontvingen kregen een verbod om handel te drijven met de USSR opgelegd. Vanaf 1951 werd de “ontvangende”” landen ook verplicht om de militaire uitgaven te verhogen, dit in het “belang” van de Koude Oorlog. De Europese samenleving kreeg in die tijd steeds meer een Amerikaanse glans. Europa begon zich meer en meer te spiegelen aan de Amerikaanse way of life. 

De Marshallhulp speelde bij dit alles een sleutelrol. Niet alleen vanwege de dollars waarmee Amerikaanse goederen, grondstoffen en machines konden worden gekocht, en het welbegrepen Amerikaanse eigenbelang werd gediend, maar vooral wegens de visie waarmee het wederopbouwprogramma was opgezet. Om een voorbeeld te noemen; toen Nederland wegens geldgebrek geen Hollywood films wilde kopen kreeg het een minimum quotum van af te nemen Hollywood films opgelegd te financieren vanuit de Marshallhulp. 
Voor jongeren had de Amerikaanse consumptiemaatschappij een enorme verleiding, ze konden zich hiermee distantiëren van de oudere generatie. Het beeld dat men kreeg van Amerika was immers dat van het land van de ongekende mogelijkheden en rijkdom. De economische groei, onder andere door het Marshall-plan, de snelle modernisering en het luidruchtige Amerikaanse voorbeeld waren een tijdbom onder de traditionele verhoudingen. Langzaamaan kreeg de Amerikaanse consumptiemaatschappij steeds meer voet aan wal in Nederland. In de loop der tijd zie je ook dat steeds minder dingen die van oorsprong Amerikaans zijn als zodoende worden omschreven of ervaren. Supermarkten, barbequen, doe het zelven, pretparken, verkiezingscampagnes en fastfood worden niet meer als Amerikaans ervaren terwijl ze dit in de basis wel zijn.

Nederland hobbelt op Engeland na wel het meeste achter Amerika aan. Nederland is immers altijd een sterk naar buiten gericht en Angelsaksisch georiënteerd land geweest, wat de omstandigheden voor een “effectief cultureel beleid” in Nederland vrijwel ideaal voor Amerika maakte. Op ieder gebied van onze hedendaagse levenswijze is de Amerikaanse invloed terug te vinden; de consumptie, de wetenschap, journalistiek, politiek, bedrijfsvoering enzovoorts. Het lijkt bijna alsof wij de 51ste staat van Amerika zijn in plaats van een oude natiestaat in Europa. Tegenwoordig is overal ter wereld de Amerikaanse invloed zichtbaar en of voelbaar. Je kunt met recht zeggen dat Amerika de meest chronische besmettelijke ziekte ter wereld is! 

We moeten ons verzetten tegen de veramerikanisering en weer terug naar onze wortels en onze natuurlijke bondgenoten!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten