De ware wortels van het eco-activisme
In onze huidige maatschappij wordt het thema milieu en natuur bijna standaard aan “linkse” groeperingen toegeschreven. Hedendaagse milieu- en dierenactivisten zijn van mening dat dierenrechten en het milieu onlosmakelijk verbonden zijn met mensen rechten ergo dit is dus niet verenigbaar met het “rechtse racisme”. Het is zeker verwonderlijk te noemen dat men zich niet bewust is van de nationaal socialistische wortels van het “radicale groene denken”.
De oorsprong van het “radicale groene denken” vinden we in de negentiende eeuw. In deze periode zien we de eerste dierenbeschermingsverenigingen ontstaan in verscheidene landen en de eerste aanzet naar een andere houding jegens dieren in nationale / lokale wetgevingen te bepalen. Eigenaardig is wel dat de wettelijke vertaling van dit denken in eerste instantie niet zozeer ontstaan is uit een nieuw moreel perspectief ten opzichte van dieren en het milieu, maar eerder ingegeven lijkt vanuit kantiaanse opvattingen. (Naar de ideeën van Immanuel Kant een Duitse filosoof ten tijde van de verlichting) Men ging er van uit dat wreedheid jegens dieren kon leiden tot wreedheid jegens mensen. Deze wetgevingen kwamen voort uit een paternalistische opvoedingsmoraal, niet zozeer uit echte betrokkenheid met het leed dat dieren berokkend werd. In eerste instantie werden alleen de “dieronvriendelijke praktijken” van de zogenoemde “lagere klassen” aangepakt en de niet diervriendelijke activiteiten van de “hogere klassen” weinig tot niet beperkt. Men was de mening toegedaan dat de gesofisticeerde rijke klasse zich niet zou verlagen tot banaliteiten en wreedheden jegens andere mensen. De algehele flora en fauna waren in deze tijd en visie ondergeschikt aan de mens en is alleen bedoeld om de mens te dienen. Het zogeheten antropocentrische denken.
De Duitse filosoof Ludwig Klages (1872-1956) moet zeker genoemd worden als we het hebben over de geschiedenis van het “radicale groene denken”. Hij schreef anno 1913 het tot op de dag van vandaag toonaangevend essay: “Mensch und erde”. Hij hekelde hierin het kappen van oerbossen, de verfoeilijke behandeling van slachtvee als uitsluitend handelswaar, het uitroeien van planten- en diersoorten, de verstedelijking en de neerslag van industrieel roet. Meer in het algemeen de teloorgang van de (ongerepte) natuur. Allemaal onderwerpen die tot op heden nog steeds actueel te noemen zijn. De diepgewortelde gronden die Klages aanwijst als oorzaak (Te weten; De vooruitgang, wetenschap en de techniek. Dit ras gevolgd door het consumentisme en het “nutsdenken”.) van de rampspoed die onze natuur treft maakt hem tot de voorganger van de hedendaagse “milieuradicalen”. De volgens Klages algehele ecologische ramp die ons hierdoor te wachten staat kon naar zijn mening alleen gekeerd worden door een net zo allesomvattend radicaal verzet. Verzet tegen de economische vooruitgang, de burgerlijke samenleving, democratie, de techniek en tegen het individualisme.
De conservatieve cultuurkritiek van Klages vond in het begin van de twintiger jaren veel weerklank onder de Duitse Jeugdbeweging (namelijk; Wandervogel deze zal later volledig opgaan in de nationaal-socialistische beweging) Klages werd een van de meest invloedrijke ideologen binnen de aanvang van het Derde Rijk.
De Nationaal Socialistische opvattingen omtrent de bescherming van dieren was niet vergelijkbaar met het tot op dan heersende antropocentrisch perspectief. Binnen de NSDAP was men van mening dat dieren beschermd moesten worden in hun eigen belang in plaats van in het belang van de mens. Binnen het Nationaal-socialistische Duitsland bestond er grote steun voor het dierenwelzijn en de natuur zo ook bij vele leiders binnen de NSDAP. Zo was luchtmachtchef Hermann Göring een groot dierenvriend, een voorstander van natuurbehoud en voor een verbod op vivisectie. De leider van de SS Heinrich Himmler bezat een eco-boerderij. Adolf Hitler zelf was (een enkele uitzondering daargelaten) vegetariër, natuur- en dierenliefhebber, sinds het begin van zijn politieke carrière geheelonthouder en aanhanger van de homeopathie. De NSDAP nam dan ook diverse maatregelen om de bescherming van dieren en de natuur te waarborgen. De Nationaal Socialisten waren actieve natuurbeschermers;
*Ze steunden de biologisch-dynamische landbouw en richtten divers Nationale Parken op. *Soortenbescherming en dierenwelzijn vond men van zeer groot belang.
*De NSDAP voerde campagne om mensen gezonder te laten eten en daarbij meer streekproducten (van het betreffende seizoen) te gebruiken.
*Het slachten van dieren werd gereguleerd en de jacht kreeg strenge beperkingen opgelegd. *Een van de eerste daden van Hitler, zodra hij aan de macht kwam, was een verbod instellen op het levend koken van kreeften en krabben.
*Spoedig volgde een verbod op vivisectie.
*Er werd vastgelegd in de wet dat het gebruik van dieren, in bijvoorbeeld films of openbare evenementen, waarbij het betreffende dier pijn of schade aan de gezondheid op kon leveren verboden was.
*Het vervoer van dieren werd aan banden gelegd.
*Het gedwongen voeren van gevogelte en het afhakken van kikkerbilletjes van levende kikkers werd verboden.
*Er werd eveneens een verbodsbepaling aangenomen betreffende het slachten van levende vissen en koudbloedigen.
*Ook herbebossen en de bescherming van miljoenen bomen was voor de NSDAP belangrijk.
Zo zijn er nog vele voorbeelden van wetten en bepalingen die het welzijn van de natuur en het milieu moesten waarborgen. Dierenbescherming werd zelfs een erkend lesonderwerp op lagere, middelbare en hogere scholen.
Het is mede door dit alles niet zo verwonderlijk dat de milieuwetten onder het bewind van de NSDAP tot de meest omvangrijke ooit behoorden. Een beleid dat tot op heden niet is geëvenaard door welke natie of bewind dan ook. Zelfs tot op de dag van vandaag is er betreffende dierenwelzijns wetgeving in verscheidene landen, zoals Duitsland, nog de invloed van het nationaal socialisme terug te vinden. Al zullen de betreffende landen en regeringen dit natuurlijk nooit erkennen.
Oprechte dierenrechten- en milieuactivisten zouden hun hart ophalen bij een partij die een zodanig uitgebreide wetgeving in het belang van dieren en het milieu er op na houdt. Maar omdat het in deze gaat over de NSDAP van Hitler wordt dit bij voorbaat gedemoniseerd. Toch vind je in de geschiedenis van het “radicale groene denken” geen of weinig “linkse” wortels. Binnen het linkse politieke spectrum werd de natuur tot ver in de jaren vijftig puur gezien als een reservoir van gebruiksobjecten die in dienst stond van de mens. De heersende opvatting was dat de natuur er voor de mens was en die daar alleen maar consciëntieus mee om diende te gaan. Karl Marx ging halverwege de negentiende eeuw hier nog veel verder in. Hij bejubelde de exploitatie van de natuur zelfs. Volgens Marx betekende de emancipatie van de mens aanvankelijk de onderwerping van de natuur. Dit is iets wat binnen het “linkse” communistische bewind flink doorgevoerd werd. Wat inhield dat er onder het communisme totaal geen respect voor de natuur was en ook niet noodzakelijk geacht werd. Anno de zestiger jaren komt het milieu en aanverwante onderwerpen steeds meer in de belangstelling te staan wereldwijd waarbij het langzamerhand steeds meer gezien werd als een “links” onderwerp. Alleen is men hiermee weer terug bij af en heeft het antropocentrische perspectief weer terug zijn intrede gedaan. Het gaat wederom meer om de toekomst van de mens in een verpest milieu dan dat het gaat om de natuur als een individueel op zichzelf staand fenomeen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten