De Politieke termen “Links” en “Rechts”
Politieke principes die zijn gebaseerd op een bepaald “gevoel” of “karakter”, zoals het “conservatisme” (dat resistent is tegen politieke veranderingen, in het bijzonder veranderingen van een fundamentele aard) en “progressief” (een oudere term voor een politieke houding die neigt naar het liberale of revolutionaire) hebben hun betekenis verloren als deze niet gebonden worden aan substantiële principes (fundamentele politieke principes die vast liggen en niet veranderen mettertijd als doelstelling van het beleid). Dit verlies van de oorspronkelijke betekenis komt ook voor bij de indeling tussen “rechts” en “links”. Het zijn niet langer pure concepten, maar ze worden hopeloos conceptueel gemengd in al hun tegenstellingen en daarom zijn deze termen compleet ongeschikt geworden voor classificatie en analyse. De duidelijke vaste betekenis die deze termen in het verleden hadden, zijn tegenwoordig niet meer van toepassing. Het heeft een negatieve impact op het begrijpen van de hedendaagse politiek, en een negatieve impact op wat de weg voorwaarts is voor diegenen die een goede maatschappij willen en bereid zijn daar naartoe te werken. Echter kan de weg van deze progressieve verwarring van termen worden terug geleid naar de oorsprong.
De oorsprong van deze termen (“links” en “rechts”) vond plaats in een specifieke politieke en historische context. Door te onderzoeken wat deze termen betekenden bij hun oorspong, kunnen we zien welk karakter ons bevoordeeld, en belangrijker, welke inhoud zij belichamen.
De termen “rechts”en “links” ontstonden tijdens de Franse revolutie, toen in de wetgevende macht van 1791 de aanhangers van het Ancien regime aan de rechterzijde van de kamer zaten, en de oppositie aan de linkerkant. De rechterkant belichaamde de macht in die tijd en de linkerzijde de oppositie die geen macht had en de stand van zaken fundamenteel wilden veranderen (zij wilden revolutionaire controle nemen).
Oorspronkelijk stond “rechts” of “conservatief” voor “troon en altaar”, zij waren diegene die het politieke en religieuze status quo in stand wilden houden (althans in die tijd). De “Linksen” of “progressieven” stonden oorspronkelijk voor de “volkssoevereiniteit” en secularisatie. Zij bepleitten toentertijd de “universele rechten van de mens” en wilde het status quo omver werpen.
De strijd tussen “links” en ”rechts” (in hun oorspronkelijke vorm) werd uiteindelijk gewonnen door links. De Franse republiek overwon de oude aristocratie, de Britten hervormden de basis van hun constitutie in het voordeel van de volkssoevereiniteit, Rusland onderging catastrofaal de revolutie van extreem links, de VS werd gesticht op dezelfde principes als de Franse revolutie en Duitsland verloor zijn eigen “Ancien regime” aan de Weimar republiek, een republiek die specifiek gebaseerd was op de liberale principes.
De situatie voor ons Westerlingen is sinds die gebeurtenissen slechts schrijnender geworden. De uitkomst van WO2 was een ramp voor de geallieerden, omdat dit leidde tot een poging om een wereldregering te vormen, de zogeheten Verenigde Naties (VN). Dit was mogelijk omdat de VS in die tijd inzag dat de doelen van de VN een vooruitgang voor hun eigen geopolitieke doelen waren; het bankroet gaan van de Britten en het Britse rijk en het verzekeren van hun eigen streven naar wereld dominantie (ten minste over het Westen). Het ogenschijnlijke doel van WO2 zou het verwijderen van tirannie zijn echter het eigenlijke resultaat, naast de stichting van een permanente basis, was een verstoring van het evenwicht tussen de verschillende Europese machten. Dit eindigde met de oprichting van een ongekozen en onrepresentatief surveillance en controle systeem. Het VN handvest was opgesteld zonder dat het uitgesloten kon worden, dit alleen al maakt het een tirannie, omdat men willens en wetens een basis van toestemming uitsluit, en tevens de vrijheid van het kiezen om tot een bepaalde groep te horen permanent uitsluit.
Het fundament van deze nieuwe tirannie werd tijdelijk overschaduwd door de meer massale confrontatie tussen de overwinnaars van WO2; de Verenigde staten van Amerika (VS) en de Unie van Socialistische Sovjet republieken (USSR). De VS had een fineer van toestemming omdat de Westerse machten, of liever de geallieerden, medeplichtig waren aan de oprichting hiervan. Echter kreeg de VN vooral steun door het verduisteren van haar eigenlijke intenties en het achterhouden van beslissende informatie over zichzelf. Deed de VN dit niet dan zou dit voorkomen dat het deze steun kreeg, in ieder geval binnen de Westerse wereld.
Een consequentie hiervan is dat diegene die gewonnen hebben (de “linksen”) vandaag de dag de grootste supporters zijn van het status quo. Het belichaamt immers hun eigen principes, in feite zijn zij het ware “rechts” vandaag de dag, en dus zijn zij fundamenteel conservatief met betrekking tot het status quo. Daarom zijn diegene die de strijd over hun eigen samenleving verloren hebben (de “rechtsen”) de progressieven van vandaag, zij willen immers een fundamenteel verschil voor iets beters, feitelijk gezien zijn zij dus de ware “linksen” vandaag de dag.
Het decadente effect van deze perverse situatie is dat mensen vaak misleidt worden over wat hun echte belang is: het status quo is het grootste probleem voor hedendaags “rechts”. Conservatisme is een gevoel dat streeft naar het bewaren van wat bestaat, maar wat vandaag de dag bestaat is nu precies het probleem van “rechts”. Dit leidt dus tot een moeilijke situatie.
Wat is de situatie voor rechts als links heeft gewonnen? Om in die situatie (zoals we die vandaag de dag kennen) conservatief te blijven, moeten we juist vechten voor linkse progressieve en niet rechtse behoudende principes. Binnen het systeem werken is volgens rechtse principes. Om terug te gaan naar de absolute kern van rechtse doelstellingen is een adoptie (als middel, niet als doel) van de oorspronkelijke linkse revolutionaire aanpak nodig.
Waarom zouden de intellectueel braakliggende structuren van links intact blijven en verdedigd worden door hen die principieel daartegen zijn? Waarom zou de loyaliteit aan deze gedegenereerde ideeën en instellingen worden verwacht van diegene wiens standpunten lijnrecht tegenover elkaar staan en elkaar tegen spreken?
Te lang heeft links vertrouwd op het onderhoud van hun eigen structuren en op de loyaliteit van diegene welke zijn belangen die structuren behartigen, zij is zelfs vandaag de dag afhankelijk voor macht van diegene wiens principes tegenstrijdig zijn aan de linkse principes.
Links vertrouwt op de steun van stilzwijgende conservatieven die hen aan de macht houden. Maar conservatieven moeten bewust worden van het feit dat hun eigen belangen, nu niet, nooit niet behartigd worden door hun eigen onderwerping aan linkse dictaten en dogma’s. Conservatieve kiezers zijn vaak verbaasd, dat wanneer zij op een conservatieve regering hebben gestemd, deze conservatieve partij faalt in het doorvoeren van waar “conservatief” beleid. Zij zijn verbaasd en ontstemt dat de wetgeving en het beleid van de eerder gekozen linkse partij niet ingetrokken is, of zelfs niet verbeterd is: het is gepreserveerd en daarom bewaard en verwerkt in rechts en wordt op die manier deel van het status quo. Het is in belang van links dat stemmers niet-revolutionair en conservatief zijn. Links hoeft slechts van tijd tot tijd aan de macht te komen, om zijn politieke posities te handhaven, en om hun gehele programma te realiseren. Ze kunnen erop vertrouwen dat conservatieven nooit hun fundamentele platform ongeldig zullen verklaren, of zullen verwerpen, zij zullen dit behouden.
Links is zich redelijk bewust daarvan en van het effect dat daarvoor nodig is. De prominente aanwezigheid van “anti discriminatie” wetgeving en het –stiekem- uitbreiden daarvan door bv “Holocaust ontkenning” strafbaar te stellen, is een compleet links product. Echter is het onweersproken door de media, of elke van de mainstream politieke partijen (van links tot rechts), ondanks dat het een overduidelijke schending is van democratische normen zoals de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. “Anti discriminatie wetgeving” wordt weinig onderzocht door rechts en conservatieven, echter is het juist de moeite waard om te onderzoeken omdat het in de politiek en academische wereld is verankerd.
In de basis is het een succesvolle manier van links om haar eigen politieke dogma en agenda op te dringen zonder aan de macht te zijn. Het is de criminalisatie van alle politieke visies die tegen deze linkse agenda zijn en wiens visie op hoe de wereld volgens links moet zijn tegen spreekt. “Anti discriminatie wetgeving” is dan ook een goed voorbeeld van hoe links zijn doelen behaalt zonder enige noemenswaardige tegenstand van rechts. “Anti discriminatie wetgeving” zou geen inbreuk mogen maken op de vrijheid van meningsuiting (zeker politieke meningsuiting), die wij in onze vrije samenlevingen zouden genieten. Deze inbreuk is een onrecht jegens alle leden van die samenleving, zelfs wanneer deze “gedachte” criminelen niet veroordeelt worden, simpelweg omdat het werkt als een bedreiging in een gebied waar een dergelijke dreiging niet getolereerd zou moeten worden. Deze “anti discriminatie wetgeving” maakt een grote inbreuk op de vrijheid van meningsuiting, waarmee de Liberale democraten zichzelf juist legitimeren.
De VN en linkse principes kunnen onze samenlevingen niet behouden, of onze belangen behartigen, dit is niet per ongeluk of incidenteel, dit stond al vast vanaf de oprichting van de VN. De VN kan gezien worden als de wereld zijn eigen “Weimar republiek”, een constitutie die vertrouwd op een wereldvolk, enkel gebaseerd op linkse principes die geen enkele rekening houden met de belangen van de mensen die het regeert. Het is slechts empatisch ontworpen om te regeren ten koste van de nationale, culturele, politieke, etnische en economische belangen van naties.
Feitelijk is de VN racistisch en anti nationalistisch, maar wat is de theorie daarachter? Is het enkel een kwaad toeval, welke met wat hervorming verholpen kan worden, of is er iets fundamenteel fout met de VN (en het streven naar een wereldregering gebaseerd op “mensenrechten”), dat een negatieve impact heeft op nationale onafhankelijkheid en de uitoefening van rechten die verbonden zijn met de burgers van deze naties?
Hoe extreem is links vandaag de dag en in hoeverre is het verankerd? Een nieuw hoogtepunt van het linkse denken vervangt een eerder gehouden recht, dat de linkse agenda beperkte tot “onrecht”. Men argumenteert dat de mens geen recht heeft zijn eigen grenzen te controleren. In tegenstelling tot de conventionele opvatting, stellen zij dat volkeren niet begrenst zijn door iets (dus ook niet door een natie), maar dat deze onbegrensd dienen te zijn en wij allen burgers van de wereld zijn. Deze oneindige uitbreiding van de politieke eenheid, is in overeenstemming met de linkse notie van het politiek universalisme, maar is fundamenteel in strijd met het conservatieve en nationalistische standpunt dat grenzen, de natie en een volk afbakenen. Deze progressieve linksen stellen dat constitutionele democratieën hun recht moeten afstaan om de belangen van hun eigen volk te behartigen. Dit alles is gebaseerd op vastleggingen in VN verklaringen. De fout is dan ook de VN en haar verklaringen. Conservatieven moeten leren dat zij de symptomen niet moeten aanpakken door te klagen over wat er op universiteiten wordt geleerd, maar ze moeten de oorzaak van het probleem aanpakken.
Wat is de essentiële kern van rechts, welke niet fluctueert? Het beginsel is: het algemeen welzijn van een gemeenschap of volk in een politieke formatie. Of meer abstract, het recht van de bijzondere tegenover het universele. Als consequentie daarop volgt het besef dat een wereldregering niet mogelijk en/of wenselijk is (en indien ingesteld een tirannie is). De andere twee consequenties die daaruit volgen zijn:
- Meer of mindere verwezenlijkingen van andere rassen/volkeren/naties hebben geen prioriteit of vordering over iemands eigen natie, de gemeenschap moet zijn eigen overleving en eigen welzijn veilig stellen.
- Ontwikkelingssamenwerking, ondersteuning of elke andere vorm van hulp wordt een daad van genade, en geen morele plicht: het is een ongedwongen gunst en kan niet worden afgedwongen.
Dit zijn geen politiek irrelevante overwegingen aangezien het recht op zelfbeschikking is afgeleid van deze principes. Er is geen veiligere basis om dat recht veilig te stellen. Dit is duidelijk te zien aan het falen van de VN, afgezien van het onrealistische doel van “wereldvrede” (hoewel het begerenswaardig zou zijn, is het sinds 1945 nog niet bereikt), ondermijnt de VN haar eigen doelstellingen. Dit kan duidelijk gezien worden in het geval van het zelfbeschikkingsrecht. Zodra zelfbeschikking wordt geassocieerd met het recht van particuliere etnische groepen op hun eigen politieke status (zelfbeschikking), dan houdt het op met een mensenrecht te zijn, omdat het in nature discriminatoir wordt. De VN en hun handvest voor “mensenrechten” zal daarom onmogelijk de zelfbeschikking van etnische groepen kunnen beschermen, ondanks dat ze claimen deze zelfbeschikking veilig te stellen.
Hoofdstuk 1, artikel 1, deel 2 van het VN handvest stelt zijn bedoeling als: “Het ontwikkelen van vriendschappelijke betrekkingen tussen naties, gebaseerd op het principe van gelijke rechten en het zelfbeschikkingrecht van volkeren, evenals toepasselijke maatregelen te nemen om de universele vrede te versterken.” Dit klinkt wellicht alsof het verenigbaar is met het nationalisme, maar de compromissen van de VN leiden in beginsel tot een complete ontkenning van het recht op zelfbeschikking van etnische groepen. Het enige veilige principe dat in overeenstemming is met het zelfbeschikkingsrecht, is het nationalistische principe van het “bijzondere” over het “universele”. Dit is dan ook de fundamentele conservatieve doctrine omdat het de karakteristieke eigenheid van naties waarborgt en het behoud daarvan verzekerd voor de toekomst. De VN en haar universele/linkse posities daarentegen brengen alle naties en volkeren in gevaar door globalisatie en eindigt in de opheffing van grenzen en de totale verwerping van onafhankelijkheid, behalve die van een centrale wereldregering, onverschillig voor het welzijn van alle naties en volkeren.
Dus tot welk specifiek beleid of positie roepen de principes van rechts op? De wetgevingen en instituties die de “anti discriminatie wetgeving” opleggen en alle andere Orwelliaanse inperkingen van vrije gedachten en vrije meningsuiting moeten vernietigt en ingetrokken worden. Echter moeten we ook erkennen dat dit niet door “conservatieve” regeringen zal gebeuren, door linkse wetgeving, beleid en instituties, zijn de media en links dusdanig gegroeid in macht dat elke oppositie (zelfs een democratisch gekozen regering) erin faalt dit ongedaan te maken.
Dat is het effect van opname in het parlement en laat duidelijk zien dat onze liberale democratie gefaald heeft, dood is en moet worden vervangen. Een dergelijke radicale positie moet het conservatieve politieke beleid van onze tijd zijn, dat moet onze agenda zijn. De situatie vandaag de dag is echter niet al te best. Vanwege de “conservatieve” positie dat politiek uitgedragen wordt door mainstream conservatieven die niet erkennen dat we ons in een dergelijke uitzichtloze situatie bevinden, en op die manier in feite zelfs links en hun instituties steunt. De conservatieve beweging handelt niet naar de principes van rechts, maar heeft de strijd allang verloren, en vecht voor het steunen van linkse instituties en ideeën.
Alleen een helder besef van de fundamentele kern van rechtse politieke doelen kan er voor zorgen dat conservatieven succesvol zijn in hun politieke werk en het mogelijk maken om deze diepgaande problemen bij de wortel aan te pakken.
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen