woensdag 12 september 2018

Over het Financierkapitaal: Renteverhogingen en de crisis in Turkije




I

Er lijkt geen einde te komen aan de toenemende spanningen tussen Turkije en haar NAVO-bondgenoten. Zeker de relatie tussen Ankara en Washington is nog nooit zo slecht geweest. Eens gold Turkije nog als de seculiere opvolger van het Ottomaans rijk, dat zich als vazal van het Westen bij de Europese Unie aan wilde sluiten. Echter, sinds Erdogan vanaf 2003 ging regeren als premier, en later president, verschoof zijn politieke koers van een 'gematigde islamitische democratie’ naar zijn hedendaagse politieke islam (Moslimbroeders) in combinatie met Pan-Turkisme (al dan niet onder druk van de coalitiepartij MHP [Grijze Wolven]) en een Oosterse oriëntering (al in 2013 benadrukte hij dat ,,onze normen en waarden meer gemeen hebben met die van de lidstaten van de SCO [Shanghai Cooperation Organisation]”).

Sinds de Arabische lente van 2011 begon Turkije steeds meer een onafhankelijke koers te varen. Deel hiervan was het promoten van het bovengenoemde 'Turkse model', als de regeringsvorm voor de regionale staten waar regimes omver geworpen werden (zoals Tunesië en Libië). Samen met bondgenoot Qatar ondersteunde Turkije in 2012 de nieuwe Egyptische president Morsi, leider van de Moslimbroeders. De staatsgreep een jaar later tegen Morsi door generaal Abdul Fatah al-Sisi (die in het “geheim” tot op heden een samen met Israël opererende militaire dictatuur heeft gevestigd) werd streng veroordeeld door Erdogan. Deze zag de omverwerping van Morsi als een overwinning voor zijn concurrenten in Washington, Tel Aviv en zijn Arabische rivalen in de Golfstaten.

Turkije is tevens al een lange tijd verwikkeld in een strijd om de Syrische president Bashar al-Assad af te zetten. Zich zelf ziende als de beschermheer van de soennieten, steunt Erdogan de Syrische rebellen tegen het alawietische Assad-regime. Na de befaamde operatie Olijftak dit jaar, welke de militaire intrekking in het Koerdische gebied Afrin in Syrië betrof, tracht Turkije op zijn veroverde grondgebieden een nieuw “nationaal leger” op te bouwen. Dit nieuwe Syrische (lees buitenlandse) rebellen leger onder Turks commando moet alle splintergroepen onder één gezag, vlag en uniform brengen tegen Assad, tegen Islamitische Staat-milities en tegen de Koerdische PKK/YPG (wat voor Turkije één en het zelfde is). Zeker de aanval op de laatste groep zet kwaad bloed in het Westen, aangezien de Syrische Koerden (en tevens de Iraaks-Koerdische Peshmerga) als bondgenoot (of proxy, hoe je het noemen wilt) geldt van de VS.

Daarentegen heeft Turkije momenteel de relatie met Rusland weten te normaliseren (dit sinds de crisis als gevolg van het neerhalen van een Russische straaljager in 2015). Dit heeft geresulteerd in een strategisch bondgenootschap. Het Turkse besluit om Russische S-400 luchtafweersystemen te kopen betekende een grote breuk met haar NAVO-bondgenoten. In een reactie weigerde Washington Turkije twee F-35 straaljagers (en andere Amerikaanse wapentuig) te verkopen.


Turkse troepen trekken Afrin (Koerdisch gebied in Noord-Syrië) binnen


II

Bovenstaande zijn een paar (zéér) beknopte samenvattingen van enkele belangrijke Turkse politieke gebeurtenissen van de afgelopen jaren die grote invloed hadden op de Westerse politiek. De belangrijkste is echter de huidige economische crisis in Turkije: na de grote crisis van het kapitalisme in 2008, hebben de banken zoals de Wereldbank, de Federal Reserve (de fed) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) de rentes op leningen constant laag gehouden. Zo konden zwakkere en opkomende economieën goedkoop geld lenen, dat aan de dollar gekoppeld is. Echter, nu de FED de rente op dergelijke leningen steeds meer verhoogt, raken deze economisch zwakkere landen in de problemen. Immers: wanneer de dollar weer sterker wordt, is het steeds moeilijker die schuld af te lossen. Eind april en begin mei dit jaar verloor de Argentijnse peso meer dan 10% van zijn waarde ten opzichte van de dollar. De Poolse zloty daalde toen ongeveer 3%. Toen ook al daalde de Turkse lira met 5% (de Turkse centrale bank verhoogde toen de rente om daarmee tevergeefs de lira te proberen te stabiliseren). Immers: kapitaal vloeit naar de meest rendabele plekken. Eerst waren dat de door lagere rente opkomende groeimarkten buiten de Westerse wereld, maar nu de rente begint te stijgen keert het kapitaal zich weer terug naar de dollar, de onbetwiste wereldmunt.

Westerse media beweerde dan wel voorheen dat Erdogan zelf de eigen economie oververhitte door roekeloos geld uit te geven voor bouwprojecten en financiële cadeautjes voor zijn achterban, maar dit bleek dus niet de hoofdoorzaak van de haperende Turkse economie. De recente rel omtrent de gevangenschap van de Amerikaanse dominee Andrew Brunson in Turkije (die begin jaren '90 naar het Turkse Izmir verhuisde en diverse Presbyteriaanse kerken oprichtte [= Schots protestantisme dat rond 1560 het Koninklijke gezag verwierp ten einde eigen leiders te kunnen verkiezen]), heeft Turkije zware importheffingen opgeleverd dankzij de regering-Trump. Sinds eind 2016 zit Brunson vast wegens aanklachten van spionage en terrorisme omdat hij banden zou onderhouden met de Gülen-beweging. Hij zou deel uitmaken van een netwerk van christelijke missionarissen gesteund door de CIA die proberen leden van de PKK te bekeren tot het christendom om zo Turkije te ondermijnen. Wat de waarheid ook moge zijn, de enige reden dat Washington sancties tegen Turkije onderneemt voor deze dominee, is omdat vicepresident Mike Pence behoort tot dezelfde evangelische kerkfamilie als Brunson. De regering-Trump probeert zo de evangelische kiezer voor zich te winnen voor de komende Congresverkiezingen in november.


Andrew Brunson wordt afgevoerd door twee agenten in burger


Al met al, deze diplomatieke rel mondde uit in financiële sancties tegen twee Turkse ministers en de verdubbeling van tarieven op de import van Turkse staal- en aluminiumproducten. Dit leidde tot een nog grote devaluatie van de Turkse lira en de Turkse economische crisis, welke zich al lang niet meer tot de Turkse grenzen beperkt. Toen de lira bleef kelderen, raakten burgerlijke economen en markten in paniek dat Franse, Spaanse en Italiaanse banken met aanzienlijke investeringen in Turkije daarmee ernstig gevaar zouden lopen. Een kettingreactie zou zo door Europa kunnen lopen. Een dergelijke valuta-crisis zou populistische regeringen zoals die nu in Italië heersen, kunnen doen overwegen daadwerkelijk uit de EU te stappen (á la Brexit). Trump – 'de sloper van de huidige wereldorde' – kreeg direct weer alle schuld van deze doemscenario’s, immers, Trump zou ook bewust inspelen op een Brexit. Waarom dan ook niet een Italiaanse Exit...

In een reactie op de Amerikaanse sancties ondertekende Erdogan een wet om de tarieven op Amerikaanse importproducten zoals alcohol, auto's, cosmetica, kolen, rijst, en tabak omhoog te gooien. Hij sprak zich uit tegen de buitenlandse investeerders (,,de economische terroristen") en hij is bereid de 'economische oorlog' aan te gaan. Ook werd er een boycot aangekondigd op Amerikaanse elektronica, waarop duizenden Turken hun IPhones en andere producten kapot sloegen. Ook leuzen als ,,Jullie hebben de dollar, maar wij hebben God!”, deden het goed bij Erdogans conservatieve achterban (= in de marge gedrukte islamitische kiezers). Echter, achter zijn theologische retoriek gaat wel degelijke een onderbouwde economische theorie schuil: die over de 'renteslavernij' (om het maar even 'controversieel' te noemen).

In de islam geldt het verbod op ribâ; het verbod op (woeker)renteheffing. Deze ‘goddelijke wet' sloeg op het feodale tijdperk, daar het de eerlijke handel in de weg stond (de daadwerkelijke waarde van een waar) en de schulden van individuen alleen maar bleven opstapelen. Doortrekkend naar de moderniteit zijn islamitische geleerden het eens dat ribâ ook vandaag de dag nog naties in torenhoge schulden laat steken wat alleen maar leidt tot recessies en werkloosheid. Liever dan geld te investeren in bouwprojecten en de (islamitische) gemeenschap zelf, verkiezen kapitaalkrachtigen hun geld uit te lenen tegen een teruggave van hoge rentes om zo hun geld meer en meer te verhogen ten koste van de (islamitische) gemeenschap. Aldus hier een islamitisch geleerde.

Dit doet de kenners denken aan de theorie van de Zinsknechtschaft van de NSDAP-econoom Gottfried Feder in de jaren '20. Feder zal vast geen Koran-kenner geweest zijn, maar ook hij zag de economische crisis van naties in de geldcirculatie. In de stelling tegen deze renteslavernij wordt er enerzijds onderscheid gemaakt tussen inkomen afkomstig uit fysieke en geestelijke arbeid en anderzijds inkomen afkomstig uit arbeidsloze “inspanning” en dus speculatie en woeker. Deze laatste is het idee dat geld “werkt"; dat mensen die genoeg geld bezitten, dat geld voor hen kunnen laten “werken” (dit door kredietverlening, renteheffing, speculatie, beurzenmanipulatie etc.). Zo produceert dus de arbeidersklasse de waren, levert de fabriekseigenaar het materiaal en alle aspecten erom heen voor op de markt, maar zijn beiden ondertussen slachtoffer opdat “hun" fabriek op papier nog steeds óf in handen van schuldeisers is. Of omdat de fabriekseigenaar leningen moest afsluiten om zijn fabriek en grondstoffen te kunnen bekostiging en dus met zijn winst alleen maar rente aan het aflossen is (i.p.v. de daadwerkelijke schulden), óf is zijn fabriek in handen van aandeelhouders. Rente (of ook wel leenkapitaal genoemd) is dus geld dat uit geld 'voortkomt' zonder dat daarvoor ook maar één product gefabriceerd is om te kunnen consumeren. Productief kapitaal versus parasitair kapitaal.

Erdogan is op zijn beurt natuurlijk niet geïnspireerd door Nazi-economen, maar ondanks dat hij als vroom moslim ribâ verwerpt, heeft zijn afkeer van rente toch wel degelijke een materialistische (aardse) opvatting. Namelijk dat van het neo-fisherisme. Erdogan is nog altijd een fel tegenstander van renteverhoging door de Turkse centrale bank (evenals Trump dat óók tegen renteverhogingen is door ”zijn" fed, als reactie op de Amerikaanse inflatie van 2,9% [iets dat hoogst ongebruikelijk is, dat een zittende president zich met het onafhankelijke monetair beleid bemoeit!]). De iets te veel door het Westen beïnvloede schoonzoon van Erdogan, Albayrak (minister van Financiën), is overigens niet tegen renteverhogingen. Deze zei dat in een reactie op de recente val van de Turkse lira bezuinigen toe en beloofde niet de markten lastig vallen d.m.v. het geldverkeer aan banden te leggen (allemaal handelen die niet afwijken van de vorige pro-IMF minister van Financiën). In het verleden heeft Albayrak zich ook herhaaldelijk sterk gemaakt voor de verhoging van de rentestand. Terug naar het neo-fisherisme: hierin wordt gesteld dat niet de centrale banken de inflatie aansturen maar de regeringen. Al stijgt de rente, dan stijgen de rentelasten voor de overheid. In deze stelling is er dan een staat waar de schuldenlast géén invloed heeft op de begroting (zoals dus in Turkije met haar bouwprojecten), waardoor de bevolking dan vreest dat de stijgende rentelasten voor inflatie zorgen opdat ze dan aannemen dat de staat geld moet bijdrukken voor inflatie bestrijding. Dit doet de staat dan echter niet, waardoor de vrees van de bevolking voor inflatie dus ook werkelijkheid wordt. Wanneer werknemers hierop hoger loon gaan eisen, moeten bedrijven dan ook hun prijzen gaan opvoeren, wat dan de betaalbaarheid van de staatsschulden deels moet herstellen. In het neo-fisherisme is de sleutel tot economische stabiliteit dus lage rentes. Bepaalde Westerse economen die deze theorie aanhangen geven Erdogan dus geen ongelijk in zijn redeneringen.


De Duitse 'Nazi-econoom' Gottfried Feder


III

De eerder besproken economische theorieën zijn enerzijds voor burgerlijke economen omstreden, maar tegelijkertijd zoekt diezelfde bourgeoisie óók de problemen van het kapitaal in de geldcirculatie. Hetzij niet persé in de rente maar in het bankwezen zelf. I.t.t. de marxistische crisistheorie van de overproductie van goederen (= ,,de tegenstrijdigheid tussen maatschappelijke productie en kapitalistische toe-eigening verschijnt als tegenstelling tussen de organisatie van de productie in de afzonderlijke fabriek en de anarchie van de productie in de gehele maatschappij” [F. Engels, 'Anti-Dühring']), gaat de burgerij er van uit dat de crisis van het kapitalisme in het geldverkeer steekt en dus niet in het wezen van het kapitalisme zelf: de anarchie van de productiewijze dus. De bourgeoisie stelt dat er een tekort aan geldkapitaal kan ontstaan welk dan faalt om in de economie gepompt te kunnen worden d.m.v. bijv. leningen door banken aan bedrijven. De anarchie van de productiewijze zou dan slechts een resultaat van dit kapitaaltekort zijn.

Dat revolutionaire proletariërs degelijke theorieën als een Zinsknechtschaft of neo-fisherisme als reactionair betitelen mag duidelijk zijn, maar dat neemt niet weg dat iemand als Erdogan wel degelijk gelijk heeft als het bekeken wordt van het oogpunt van een zwakker kapitalistisch(!) land (wat Turkije is!) ten opzichte van een sterk imperialistisch land (wat Amerika is). Het is dan ook Erdogans goed recht (of dat van een land als Venezuela of Rusland) om het geldverkeer binnenin zijn landsgrenzen te reguleren tegenover een agressiever dominant imperialistisch land die zijn markt wil penetreren. De straffe bezuinigingen als gevolg van financiële leningen van het IMF door de Turkse junta in de jaren '80 en na de recente Turkse financiële crisis in 2001, (die heviger was dan de huidige) hebben er voor gezorgd dat Erdogan niet nogmaals de Turkse onafhankelijkheid op het spel wil zetten als hij hulp moet vragen voor de huidige financiële crisis. Terecht stelt hij dan ook dat hij mogelijk andere bondgenoten zal zoeken – in het oosten -, wetend dat hij van het Westen in ieder geval geen gelijkwaardige hulp kan verwachten.


De Turkse president Erdogan spreekt zijn volk toe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten