dinsdag 27 mei 2014

ACN/AKN Verklaring: De Krim is Russisch!

NA DE RECHTSE PUTCH IN OEKRAÏNE – USA/EU -IMPERIALISTEN HYSTERISCH NA RUSSISCHE INTERVENTIE!

De Russische president Vladimir Poetin heeft overeenkomstig een besluit van het parlement van de Russische Federatie eenheden van de Russische strijdkrachten naar de Krim gestuurd en prompt draait de propagandamachine van het westerse imperialisme volledig door. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken John Kerry verkondigde dat Rusland “een hoge prijs” zal dienen te betalen voor zijn “schending van de territoriale integriteit” van de Oekraïne. Verder kondigde hij aan om Rusland uit het G8-overlegorgaan van de imperialistische staten te gooien en de Russische banktegoeden in het buitenland te bevriezen. Zonder ook maar een spoor van ironie predikte Kerry: “In de 21ste eeuw kan men zich simpelweg niet zo gedragen alsof men zich nog in de 19de eeuw bevindt, men kan niet zomaar onder volstrekt uit zijn verband gerukte voorwendsels een ander land binnen vallen.”

Afghanistan, Irak, Libië, Syrië, enz. – de lijst van landen, die door het USA-imperialisme “in de 21ste eeuw” werden bedreigd of overvallen is ellenlang. En ook bij de gebeurtenissen in de Oekraïne hebben juist de Amerikaanse imperialisten (samen met die van de EU) in zeer grote mate hun handen in het spel.

De interventie van de Russische Federatie op de Krim is een rechtstreeks antwoord op het ten val brengen van de regering Janoekovitsj in Kiew. Op 22 februari jl. werd de corrupte pro-Russische president Viktor Janoekovitsj door middel van een rechtse putsch aan de kant gezet, welke door fascisten werd geleid en door de USA en de EU krachtig werd gesteund; Janoekovitsj week daarop uit naar Rusland. Thans hebben de gewapende knokploegen, die leiding gaven aan de drie maanden durende massamobilisaties in de straten van Kiew en daarbij overgingen tot het bezetten van regeringsgebouwen en tot niets ontziende aanvallen op de politie, de overhand. De fascisten van de Svoboda partij leveren in de nieuwe regering de plaatsvervangende minister-president en diverse andere ministers. De medeoprichter van Svoboda, Andrej Paroebi, is nu de leider van de Nationale Veiligheids- en Defensieraad, waaronder de strijdkrachten ressorteren. Nieuwe plaatsvervangende minister-president, verantwoordelijk voor economische zaken, is Oleksandr Sych, eveneens Svoboda, voorheen parlementslid. Terwijl Arsenij Jazenjoek, de favoriet van Washington en leider van de zogeheten Vaderlandspartij, nu als minister-president aan het hoofd van de regering staat, dicteren de knokploegfiguren van de Maidan zoals voorheen de politieke koers.

De machtsovername in Kiew van de kant van de rechtse Oekraïns-nationalistishe putschisten zorgde voor grote onrust onder de bevolking van de Russischtalige gebieden in de Oostelijke en Zuidoostelijke Oekraïne. En inderdaad was een van de officiële besluiten van het nieuwe regime het afschaffen van de wet uit 2012, welke het Russisch en andere minderheidstalen als officiële talen toestond. Dit werd met reden als aanval op de niet-Oekraïense minderheden opgevat en leidde tot wijdverbreide protesten – zelfs in Lwow, waar de fascisten aanzienlijke steun genieten. Van de 27 districten in de Oekraïne, voerden er dertien het Russisch als tweede officiële taal (vooral in het Oosten) en twee westelijke districten het Roemeens, het Hongaars en het Moldavisch. De Krim – waar 58,5% van de bevolking bestaat uit etnische Russen, 24,4% uit Oekraïners en 12,1% uit Tartaren – werd bijzonder zwaar getroffen door de nieuwe chauvinistische wetgeving van het regime in Kiew, aangezien ca. 97% van de twee miljoen inwoners ongeacht hun etnische afkomst het Russisch als voornaamste taal gebruiken.

De Russische strijdkrachten hebben met behulp van plaatselijke zelfverdedigingskrachten de controle over de Autonome Republiek van de Krim overgenomen. De overgrote meerderheid van de Oekraïense soldaten op de Krim wisselde de fronten, anderen namen hun ontslag uit de dienst. Ook de opperbevelhebber van de Oekraïense marine ging over naar de Russische kant, evenals ca. 800 op een Oekraïense luchtmachtbasis op de Krim gestationeerde soldaten. De onrust is ondertussen ook over geslagen naar de Oostelijke Oekraïne.

Op het Krim-schiereiland bevinden zich tal van Russische soldaten en leden van de marine. In overeenstemming met voorgaande Oekraïense regeringen huisvest de stad Sewastopol de thuisbasis van de Russische Zwarte Zee vloot. Inmiddels heeft er op 16 maart jl. een volksraadpleging plaats gevonden – georganiseerd door de nieuwe pro-Russische regering op de Krim, waarbij de bevolking in de gelegenheid werd gesteld om te beslissen over de status van de Krim, namelijk deel van Oekraïne te blijven dan wel de-facto onafhankelijkheid en nauwe aansluiting bij de Russische Federatie te zoeken.

Zoals te verwachten, veroordeelde het nieuwe regime in Kiew de interventie van de kant van Rusland als een “wederrechtelijke bezetting van Oekraïens grondgebied” en de bourgeois-pers trok meteen de vergelijking en met de Russisch-Georgische oorlog van 2008. De Russische interventie op de Krim heeft echter geen enkele overeenkomst met deze oorlog, in het verloop waarvan de Russische strijdkrachten destijds tot diep in Georgisch gebied doordrongen. Als principiële revolutionairen stonden wij toentertijd op het standpunt van het revolutionaire defaitisme en riepen op tot strijd tegen de beide burgerlijke strijdkrachten. (Georgië werd in dit conflict gesteund door het westers imperialisme.)

In tegenstelling tot de algemeen verbreide zienswijze in de westerse imperialistische media is de Russische interventie op de Krim géén invasie in een “vreemd land”, ongeacht de formele status van de Krim als deel van de Oekraïne. De Krim was al sinds het einde van de 18de eeuw, toen het op het Ottomaanse rijk werd veroverd, Russisch. Pas in 1954 stond de toenmalige partij- en regeringsleider van de USSR, Nikitra Chroetsjov, de Krim af aan de Oekraïense SSR. Dit kreeg later met de ineenstorting van de USSR betekenis, toen het lot van de regio tot onderwerp van verhitte discussies tussen, beiden ondertussen burgerlijke staten verworden, Rusland en de Oekraïne werd. In 1991 werd het streven van de bevolking om tot een referendum inzake de onafhankelijkheid van de Krim te komen door de Oekraïense regering de kop ingedrukt en voor onbepaalde tijd verboden verklaard.

Het voornaamste verzet op de Krim zelf tegen een zich los scheuren van de Oekraïne komt van de kant van de Tartaren, een overwegend Islamitisch volk van Turkse afstamming. Op 26 februari jl. braken er in de (Krim-)hoofdstad Simferopol gevechten uit tussen Tartaren ener- en pro-Russische betogers anderzijds, waarbij twee personen werden gedood en nog eens dertig verwond. Het wantrouwen onder de Tartaren tegenover de Russische autoriteiten gaat terug tot de tijd van Stalin, die de Krim Tartaren in 1944 vanwege hun collaboratie met de Duitsers massaal vanuit hun historisch vaderland naar Centraal-Azië en andere delen van de USSR liet deporteren.

Al vanaf de contrarevolutionaire vernietiging van de gedeformeerde (bureaucratisch misvormde) Sowjet-arbeidersstaat in de jaren 1991/92 hebben wij steeds de noodzaak benadrukt van de aaneensluiting van alle arbeiders in de strijd tegen kapitalistische uitbuiting en alle verschijningsvormen van repressie, nationale onderdrukking en chauvinistische hetze. In een verklaring d.d. 3 april 1995 werd door ons reeds onderstreept dat “een referendum m.b.t. de nationale zelfbeschikking zowel op de Krim als in Tsjetsjenië zeer wel op zijn plaats is.” (Geplaatst in het kader van ons streven om op te komen voor de democratische rechten van de arbeiders en van alle nationaliteiten alsmede deze te verdedigen.)

De bevolking op de Krim heeft het onbeperkte recht op nationale zelfbeschikking, met inbegrip van onafhankelijkheid of aansluiting bij de Russische Federatie. Op het tijdstip van het referendum (16 maart) kan het zo zijn geweest, dat de uitoefening van dat recht afhing van de mate van de ondersteuning door de Russische strijdkrachten. In de realiteit echter was het de nieuw gevormde regering op de Krim, die om een Russische interventie heeft verzocht.

Voor ons als principiële revolutionairen is de ondersteuning van de Russische interventie op de Krim niet afhankelijk van het feit of de onder Oekraïense heerschappij (vanaf 1954) veelvoudig onderdrukte Tartaarse minderheid door Rusland thans bijzondere rechten worden toegestaan, ja dan nee. Dat de Krim destijds überhaupt aan de Oekraïne werd afgestaan berustte op een domme bestuursadministratieve fout van het toenmalige Chroetsjev-regime en was volledig in strijd zowel met de geschiedenis als met de nationale en taalkundige structuur van de Krim. De verdere ontwikkelingen dienen natuurlijk te worden afgewacht, maar de nieuwe instanties hebben in elk geval in woorden al verklaard, dat men genegen is de belangen van de Tartaren tot hun recht te helpen. De vicepresident van de Krim, Rustan Temirgaliev, verkondigde dat de plaatselijke regering de Krim-Tartaren een zetel aanbiedt in de opperste Sowjet en dat er rijkelijk financiële hulp beschikbaar gesteld zal worden voor remigratie- en re-integratie programma’s ten behoeve van de in het Stalin-tijdperk gedeporteerden (Russia Today, 2 maart jl.).


VOOR HET RECHT VAN ALLE NATIES OP ZELFBESCHIKKING!

Het recht op nationale zelfbeschikking (evenals andere nationale rechten) geldt voor de volkeren van alle naties, ook voor die van grote mogendheden, zoals Rusland. Principiële revolutionairen dienen met grote beslistheid de methodiek af te wijzen, volgens welke democratische rechten slechts voor bepaalde zogeheten “progressieve” volkeren zouden zijn gereserveerd, zulks in tegenstelling tot die volkeren, welke voor “reactionair” zouden doorgaan.

Bijvoorbeeld onderdrukt de Israëlische zionistenstaat het Arabische volk van Palestina meedogenloos, maar desalniettemin dienen wij de internationale rechten van de Joden aldaar even zo zeer te erkennen als die der Palestijnen en dienen we ons te keren tegen de opvatting dat de Joden in zee gedreven zouden moeten worden.

Ander voorbeeld: In Noord-Ierland wordt de Katholieke minderheid onderdrukt door een (weliswaar flinterdunne) Protestantse meerderheid en door de Britse staat. Desalniettemin erkennen wij het feit, dat de protestanten een eigen gemeenschap vormen, en zijn we gekant tegen hun gedwongen hereniging in een Iers-katholieke staat. In plaats daarvan propageren wij de vorming van een Ierse socialistische arbeidersrepubliek als onderdeel van een op vrijwillige basis tot stand gekomen federatie van arbeidersrepublieken op de Britse eilanden.

Het recht op nationale zelfbeschikking is een democratisch recht, evenwel géén absoluut recht. De toepassing ervan dient steeds ondergeschikt te zijn aan de vereisten van de klassenstrijd.

Zoals Lenin heeft benadrukt is het erkennen van het recht op nationale zelfbeschikking de beste weg om de nationale kwestie van tafel te krijgen en om de eenheid van het proletariaat op de grondslag van de klassenstrijd tot stand te brengen, hetgeen de arbeiders van de verschillende naties in staat stelt om in te zien wie hun werkelijke vijanden zijn – namelijk hun respectievelijke bourgeoisieën.

Ondanks alles blijven wij gekant tegen alle uitingsvormen van Groot-Russisch chauvinisme: Het Tsjetsjeense volk verdient onze volledige ondersteuning in hun militair gevoerde strijd voor de nationale bevrijding van de meedogenloze onderdrukking van de kant van het Russische bourgeois-regime zowel in de periode van Boris Jeltsin als ook in die van Vladimir Poetin.

Met de interventie op de Krim probeert het Poetin-regime slechts de belangen van (het kapitalistische) Rusland tegenover het westerse imperialisme te verdedigen. Tegelijkertijd (en dat is het wezenlijke!) vallen hier – ook gezien vanuit de context van toenemende vijandigheid tegenover de etnisch-Russische minderheid in de Oekraïne – Ruslands geopolitieke belangen (gedicteerd door de overwegingen van de Realpolitik) volledig samen met de eveneens zeer reële nationale angsten van de volksgenoten op de Krim (en, mogen we er thans aan toevoegen, in de Zuidoostelijke Oekraïne).

Ons standpunt m.b.t. de Russische interventie op de Krim betekent evenwel geenszins ook maar de minste of geringste vorm van politieke steun voor het bourgeois-regime van Poetin. Even zo zeer betekent onze oppositie tegen de putsch van rechts-nationalistische krachten in Kiew in géén enkel opzicht een vorm van politieke ondersteuning voor het regime Janoekovitsj. In de periode die aan de putsch vooraf ging zou het noodzakelijk zijn geweest om tegenover de nationale en etnische verdeeldheid, waaronder de Oekraïne lijdt, de proletarische klassenstrijd op de voorgrond te stellen. De mobilisering van de arbeidersklasse, teneinde de fascisten in Kiew het recht op de Oekraïense straat te betwisten, zou zeer zeker in het belang van het wereldproletariaat zijn geweest. Vandaag de dag zou het absoluut in het belang van de arbeidersklasse zijn om over te gaan tot de vorming van zelfverdedigingsmilities in de bedrijven teneinde de fascisten de pas af te snijden en ter afweer van het chauvinistische geweld.

(wordt vervolgd)  

                            
            



Geen opmerkingen:

Een reactie posten