Zoals we al eerder duidelijk hebben gemaakt steunen we de
Russische interventie op de Krim onafhankelijk
er van of er nu speciale rechten voor de overwegend islamitische etnische
minderheid der Krim-Tartaren worden ingevoerd, ja dan nee.
Overigens had de opperste Sowjet van de Krim al op 11 maart
jl. een wetsonderwerp aangenomen welke officiële taalrechten en het recht op
evenredige vertegenwoordiging in de regering garandeert aan de Tartaren,
terwijl tevens financiële middelen ter beschikking zullen worden gesteld voor
de repatriëring van de Krim-Tartaren die in 1944 door Stalin van het
schiereiland werden gedeporteerd.
Maar nogmaals: onze
steun voor de Russische interventie op de Krim staat volledig los van de
(toekomstige) behandeling van de Tartaarse minderheid op het schiereiland door
de Russische autoriteiten.
Het was volstrekt logisch voor de Russisch sprekende
bevolking van de Krim, welke sinds de ineenstorting van de Sowjet Unie zuchtte
onder het juk van de Oekraïense heerschappij, om ten diepste verontrust te zijn
door de coup in Kiew en de opkomst van een nieuw, door het westen gesteund
regime, dat is doordrenkt met anti-Russische fascisten.
Letterlijk de eerste ambtshandeling van het Oekraïense
parlement was dan ook het verbod op het gebruik van Russisch als officiële
taal, een verbod dat vervolgens werd getorpedeerd door een veto van de kant van
de president in overeenstemming van de pogingen van de USA om de coup voor te
stellen als een uitingsvorm van “democratie”.
Het westers imperialisme en haar media jammeren luidkeels
over “Russische agressie” op de Krim. Echter deze retoriek wordt door de realiteit
gelogenstraft. De interventie door de Russische Federatie op de Krim is in zijn
essentie defensief, grotendeels ingegeven door het verlangen om
Ruslands Zwarte Zee vloot in Sewastopol te beschermen. De zogeheten Russische
”invasie” is een hersenschim en de interventie blijft populair bij de overgrote
meerderheid van de bevolking van de Krim. De aanloop naar het referendum vond
dan ook plaats zonder ook maar één serieus incident. Hele legers van westerse
journalisten, die naar de Krim waren uitgezonden om verslag te doen van de
gruweldaden gericht tegen de Tartaren en andere etnische minderheden, konden
weinig berichten.
Ons standpunt m.b.t. de Russische strijdkrachten op de Krim
is verankerd in het Leninistische basisprincipe, namelijk dat het recht op
nationale zelfbeschikking van toepassing is op de volkeren van alle naties, met inbegrip van grote
zoals Rusland.
De interventie van Russische strijdkrachten op de Krim
maakte het uiten van nationale zelfbeschikking voor dat gebied überhaupt
mogelijk. Er bestaat niet zoiets als een afzonderlijke “Krim-natie”, de
meerderheid van de bevolking ervan is momenteel Russisch en heeft al sedert
lange tijd het aanhalen van de banden met Rusland – hetzij in de gestalte van
onafhankelijkheid, hetzij in die van autonomie – nagestreefd, inbegrepen de
heropname in de staat van de Russische Federatie. Het referendum dat de
imperialisten voor “illegaal” hebben verklaard, legde slechts de realiteit vast
dat de Krim Russisch is. En zelfs deze eenvoudige vaststelling zou zonder de
aanwezigheid van Russische strijdkrachten niet plaats hebben kunnen vinden. De
kwaadaardige gifspuwerij van de westerse imperialisten jegens de Russische
interventie vormt slechts een cynische dekmantel voor de onderdrukkingspolitiek
van hun Oekraïense quislings. Het wordt gelogenstraft door de onmogelijkheid
voor de inwoners van de Krim om tot nog toe zelfs maar een referendum te kunnen
beleggen om hun wens tot afscheiding van de Oekraïne tot uitdrukking te
brengen.
We hebben er al eerder op gewezen, dat in 1991 een poging
van de zijde van plaatselijke inwoners om te komen tot een referendum m.b.t.
onafhankelijkheid van de Krim voor onbepaalde tijd door de Oekraïense
autoriteiten werd verboden. Ook een andere poging in 1992, waarbij de kiezers
de vraag werd voorgelegd of de Krim met Rusland herenigd diende te worden, werd
door de Oekraïense regering als ‘illegaal’ bestempeld. Dreigementen van de
zijde van het Oekraïense parlement dwongen het parlement op de Krim in augustus
van dat jaar om af te zien van haar referendum inzake onafhankelijkheid.
Pro-Russische krachten op de Krim ondernamen in 1994
andermaal een poging om een nieuw referendum te beleggen, deze keer rond drie
vragen gecentreerd rond een grotere mate aan autonomie binnen het Oekraïense
staatsverband. Opnieuw greep Kiew in, aanvankelijk om het referendum te
degraderen tot een volksraadpleging met slechts een adviserend karakter ten
einde dan uiteindelijk het referendum in zijn geheel te verbieden. De stemming
vond desalniettemin toch plaats, met een overweldigende meerderheid vóór
autonomie binnen het Oekraïense staatsverband, inbegrepen bijna 83% van de
kiezers die zich uitspraken ten gunste van een wettelijke voorziening, waarbij
aan de inwoners van de Krim het dubbele staatsburgerschap (Russisch zowel als
Oekraïens) werd toegestaan. In het daarop volgende jaar, toen het conflict
tussen de Krim en Oekraïne oplaaide, dreigden diverse parlementsafgevaardigden
van de Krim met het organiseren van een referendum inzake hereniging met
Rusland. Als reactie hierop verklaarde het Oekraïense parlement de grondwet van
de Krim voor ongeldig, schafte het ambt van president m.b.t. de Krim af, ging
over tot het ontwapenen van de presidentiele garde en begon met een strafrechtelijke
procedure tegen de toenmalige president van de Krim; Yoeri Mesjkow.
De Oekraïense grondwet van 1996 schafte vervolgens in feite
elke mogelijkheid voor zelfbeschikking van de Krim af, aangezien er vanaf dat
tijdstip een landelijk referendum was vereist om de grenzen van de Oekraïne te
kunnen wijzigen. Er was veel ophef in de westerse imperialistische media
aangaande de afwezigheid van een keuze voor het status quo op het stembiljet
wat in het huidige referendum werd gebruikt. De keuzes die werden voorgelegd
betroffen 1) federatie met Rusland dan wel 2) herstel van de grondwet van de
Krim van 1992, welke de Krim definieerde als een autonome republiek binnen het
staatsverband van de Oekraïne. Deze grondwet wordt door de bourgeois-pers
afgeschilderd als het verzekeren van Russische controle over de Krim. Dit is
een regelrechte leugen. De betreffende grondwet stond de inwoners van de Krim
slechts een aanzienlijke mate van vrijheid toe, waaronder het aangaan van
banden met Rusland op bepaalde gebieden. Het verschil tussen de keuzes op het
stembiljet ener- en het status quo anderzijds is exact dat tussen het bezitten
van het recht op zelfbeschikking en het verbieden van dat recht.
Ons
standpunt m.b.t. de Russische interventie op de Krim betekent – wij herhalen
het nog maar eens – op géén enkele wijze ook maar de geringste politieke steun
voor Poetins bourgeois-regime, dat zelf nationale minderheden binnen de
staatsgrenzen van de Russische Federatie, zoals de bevolking van Tsjetsjenië,
meedogenloos onderdrukt. Zoals we reeds eerder uiteen hebben gezet, probeert
het Poetin-regime door te interveniëren op de Krim slechts de (geopolitieke)
belangen van (kapitalistisch) Rusland te verdedigen tegenover het westerse
imperialisme, dat erop uit is een marionettenstaat te creëren langs Ruslands grens.
Tegelijkertijd, ook gezien vanuit de context van de toenemende vijandigheid
jegens de etnisch Russische minderheid in Oekraïne, vallen de belangen van
Ruslands Realpolitik samen met de zeer reële nationale angst die door de Russen
op de Krim wordt ervaren.
Dit is zeer
zeker niet de eerste keer dat een burgerlijk bewind een democratische
hervorming heeft doorgevoerd – ook als reactie op groeiende druk vanuit het
volk – voor zijn eigen doeleinden. Werkelijke revolutionairen ondersteunen
dergelijke democratische hervormingen die ten voordele zijn van de arbeiders en
de onderdrukten – niet alleen wat nationale rechten aangaat, maar ook andere
rechten, zoals het recht op abortus voor vrouwen, democratische rechten voor
minderheden, het stemrecht voor de zwarte bevolking in de VS, enz. Echter wij
doen zulks vanuit het perspectief van het zelfstandige proletariaat, daarbij
vast houdend aan politieke oppositie tegenover de bourgeois –krachten, die door
bepaalde gebeurtenissen zich gedwongen zouden kunnen voelen om dergelijke
hervormingen door te voeren. Afstand nemen van het ondersteunen van dergelijke
hervormingen met als argument dat een ondersteuning er van een versterking van
de reactionaire kapitalistische heerschappij zou betekenen wil zeggen afstand
nemen van de mogelijkheid om de arbeidersklasse te mobiliseren voor de
socialistische revolutie.
Dus ons doel is het om door het verdedigen van het recht op
nationale zelfbeschikking – zij het voor de Russen op de Krim, zij het voor de
Tsjetsjenen, die slachtoffer zijn van het Groot-Russische chauvinisme – de
nationale kwestie van tafel te krijgen ten einde de eenheid van het
proletariaat onafhankelijk van nationale scheidslijnen te bewerkstelligen. Als
proletarische internationalisten keren we ons tegen het vergif van het chauvinistisch
nationalisme en strijden we voor de eenheid van de arbeiders op
klassengrondslag in het gevecht voor de omverwerping van alle bloedige bourgeois-regimes in de regio.
PAPEGAAIEN VAN HET
WESTERS IMPERIALISME
Het was te verwachten dat het Amerikaanse (en EU-)
imperialisme te hoop zou(den) lopen tegen de Russische interventie en het
Krim-referendum. In deze amok loop krijgen USA- en EU-imperialisten bijval van
de zijde van reformistisch links. Gehoorzaam marcheren de reformisten in
ganzenpas achter hun imperialistische meesters aan nu deze Rusland verketteren
als het grootste kwaad ter wereld, precies zoals deze pseudo-linksen deden toen
het westers imperialisme in de jaren ’90 Bosnië en Servië op de korrel namen.
Bijzonder goed wordt dit geïllustreerd door een verklaring
dd. 4 maart jl. afkomstig van het Committee
for a Workers’International (CWI) o.l.v. Peter Taaffe, waarvan
zusterorganisatie in Nederland de Vonk is (in Duitsland: SAV). In de verklaring
staat de CWI grootmoedig toe, dat “de Krim het recht dient te hebben op
zelfbeschikking, zo het zulks wenst”, maar vervolgt dan met te waarschuwen, dat
“hetgeen thans gebeurt niet tot werkelijke zelfbeschikking zal leiden; het zal
alleen maar betekenen dat de Krim tot een Russisch protectoraat verwordt”.
Derhalve zal
zelfbeschikking voor de bevolking van de Krim “niet mogelijk zijn onder het
kapitalisme met zijn armoede, werkloosheid en uitbuiting, en vanwege met elkaar
concurrerende elites die de “verdeel en heers” kaart spelen." Enkel een
arbeidersregering, die het verrotte kapitalisme vervangt door een maatschappij,
welke wordt bestuurd in het belang van de werkende massa’s, kan ervoor zorgen
dat de rechten van alle nationaliteiten en minderheden worden gewaarborgd.”
De logica van de verklaring van de CWI wordt expliciet
duidelijk gemaakt door een verklaring (2 maart jl.) , uitgegeven door haar
zusterorganisatie in Rusland, waarin wordt geëist: “Russisch imperialisme weg uit de
Krim!” en “Geen referendum op de Krim met het geweer in de rug!”. Een
soortgelijke verklaring was afkomstig van de Russische Socialistische Beweging, gelieerd aan het Verenigd Secretariaat (VS, pseudo-Trotskisten)
met de aanhef: “Geen interventie door de strijdkrachten van Rusland of enig ander land
in de aangelegenheden van de Krim!”
Dat alles is weinig meer dan een links klinkende dekmantel
voor het standpunt van de USA en de EU dat een stem voor zelfbeschikking van de
Krim ongeldig zou zijn, simpelweg omdat de Amerikaanse en EU-imperialisten zeggen
dat het ongeldig is. Waartegen de CWI hier amok maakt, is exact datgene wat
door de westerse imperialistische machten is verboden: Namelijk, het recht van
de bevolking van de Krim om te kiezen voor het samengaan met Rusland. Voor deze
sociaaldemocraten is zelfbeschikking alleen dan geldig, indien deze de
goedkeuring heeft van hun imperialistische meesters.
Deze pseudo-linksen maakten zich zeer zeker niet druk over
“dreiging met wapengeweld” ten tijde van de door de USA/NAVO gevoerde
terreuroorlog tegen Servië (1999), onder leiding van de toenmalige
Democratische regering Clinton, onder het voorwendsel van het beëindigen van
“etnische zuiveringen’ in Kosovo. Het overgrote deel van reformistisch links
roerde destijds de trom voor het imperialisme van de “mensenrechten” uit naam
van het “kleine, arme” Kosovo, waarbij er een gedeelte was die zelfs zijn steun
uitsprak voor rechtstreekse imperialistische interventie. De CWI hief destijds
de leuze aan “Zelfbeschikking voor Kosovo!”, zelfs toen het al bommen regende
op Belgrado. Het Verenigd Secretariaat ging nog verder en riep om militaire
interventie in Kosovo door de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking
in Europa – een militair blok gedomineerd door het EU-imperialisme) en de VN.
Als Leninisten hebben we in het verleden het recht op
nationale zelfbeschikking van de Albanese meerderheid in Kosovo verdedigd, met
inbegrip van het recht op vorming van een eigen staat dan wel op integratie in
een Groot-Albanië. Maar in de aanloop naar en tijdens de USA/NAVO oorlog diende
de strijd voor zelfbeschikking van Kosovo ondergeschikt
te worden gemaakt aan de noodzaak om op te komen voor de militaire verdediging
van Servië tegen de imperialistische aanval zonder hier echter ook maar
enigerlei vorm van politieke steun te geven aan het revanchistische regime in
Belgrado. De strijdkrachten van de NAVO vervingen het Servische leger als
feitelijke staatsmacht in Kosovo na de oorlog van 1999 en in 2008 werd er een
schijn “onafhankelijkheid” uitgeroepen, feitelijk een diplomatieke provocatie,
niet in de laatste plaats richting Rusland. Tot op de dag van vandaag
beschikken de Verenigde Staten in Kosovo over de grootste militaire basis in
Europa sinds de Vietnam oorlog (Camp Bondsteel). Het propageren van de strijd
voor onafhankelijkheid van Kosovo ten midden van het militaire offensief door
USA/NAVO tegen Servië zou wezenlijk hebben bijgedragen aan steun voor de
roofzuchtige doelstellingen van het imperialisme jegens dat land.
In het geval van de Krim vandaag de dag echter, is er géén
sprake van een oorlog, waaraan het nationale vraagstuk ondergeschikt zou zijn.
In tegenstelling tot de beweringen van het westerse imperialisme, haar media en
haar ‘linkse’ aanhangsels is de Russische interventie op de Krim géén daad van
militaire agressie jegens een ”ander land”. Echter, voor deze reformisten is de
werkelijkheid niet van belang. Om het maar eens in gewone taal te zeggen zijn
ze gekant tegen het referendum op de Krim om dezelfde reden als ze destijds de
Kosovaarse “onafhankelijkheid” onder auspiciën van het westers imperialisme
steunden: Ze wauwelen hun imperialistische meesters na!
VOOR EEN NIEUWE
OKTOBER!
Reformistisch links heeft al decennia geleden haar vrede
gesloten met het imperialisme. Dit kwam het meest duidelijk tot uitdrukking
toen pseudo-links zich opstelde achter de krachten van de contra-revolutie in
de Sowjet Unie. De leden van de CWI, bemanden ook letterlijk de barricades van
de contra-revolutie, waar men zich aansloot bij de krachten van de
kapitalistische restauratie o.l.v. Boris Jeltsin, toen hij de macht naar zich
toe trok in augustus 1991. Op haar beurt steunden de pseudo-Trotskisten van het
Verenigd Secretariaat nagenoeg elke contra-revolutionaire en separatistische
beweging in de USSR, inclusief het omhelzen van de fascistische marge van de
Baltische nationale bewegingen welke streefden naar de restauratie van het
kapitalisme onder het mom van “zelfbeschikking”.
In scherp contrast daarop vochten wij de onvoorwaardelijke
militaire verdediging van de Sowjet-arbeidersstaat tegen imperialisme en
contra-revolutie. Wij vochten daarvoor ondanks en tegen het wanbeheer van de
zijde van de bureaucratische partijkaste, dat de grondslagen van de
arbeidersstaat ondermijnde en de deur opende voor de contra-revolutie, niet in
het laatst door de strijd voor de wereldwijde revolutie op te geven en in
plaats daarvan de leugen van de zogeheten “vreedzame co-existentie” (met het
imperialisme) te verbreiden. Wij vochten voor een politieke revolutie onder
leiding van de arbeidersklasse om de partijbureaucratie omver te werpen en te
vervangen door een bewind gebaseerd op radendemocratie en revolutionair
internationalisme.
De bevrijdende visie van de bolsjewieken o.l.v. Lenin welke
leidde tot de Oktoberrevolutie van 1917 – die het recht op zelfbeschikking voor
alle volkeren van het toenmalige tsaristische rijk insloot – werd op groteske
wijze geperverteerd door de bureaucratische kaste in de CPSU, die haar
politieke macht begon te consolideren in de loop van de jaren ’20 en ’30. Dit
omvatte ook het gruwelijke lijden wat de Krim-Tartaren moesten verduren bij hun
gedwongen deportatie op last van Stalin aan het eind van de laatste
wereldoorlog. Tegelijkertijd leverde het bestaan van een gesocialiseerde
economie met een centrale planning de materiële basis voor de verwezenlijking
van volledige werkgelegenheid, van medische zorg voor iedereen en andere
verworvenheden, die de meest kwaadaardige vormen van bourgeois-nationalisme,
welke werden gevoed door de onvrede der kapitalistische maatschappij,
neutraliseerden.
De vernietiging van de Sowjet-arbeidersstaat bracht
ongedachte misère en verschrikkingen over de volkeren van deze eerste
arbeidersrepubliek ter wereld. Het heeft geleid tot een verscherping van de
etnische en nationale tegenstellingen en een verspreiding van de nationale
haat, waarbij de arbeider van het ene volk tegen de arbeider van het andere
volk wordt opgezet. Niettegenstaande de mogelijkheden van Rusland om aan de
ambities van het Amerikaans imperialisme van tijd tot tijd afbreuk te doen,
zijn de tijden van de USSR als tegenwicht tegenover het Amerikaanse
imperialisme definitief voorbij. Het proletarische klassenbewustzijn heeft een
drastische terugslag opgelopen, zodanig dat bijvoorbeeld de arbeidersklasse van
het land van de Oktoberrevolutie het socialisme niet langer ziet als zijn vrijheidsideaal.
De cruciale taak waarvoor revolutionairen zich thans
geplaatst zien, is het formeren van een voorhoede die zich verbonden heeft aan
de compromisloze strijd tegen het imperialisme en alle uitingen van chauvinisme,
daarbij koers zettend naar de strijd van een onafhankelijk proletariaat gericht
op een NIEUW OKTOBER!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten