Bij het bestuderen van het Multiracialisme en de wijze waarop het onze maatschappij vanuit een liberale invalshoek gevormd heeft moeten we grondig onderzoek doen naar enkele termen die men gebruikt om het volk meer onderdanig te maken. Twee van die clichés die wij keer op keer terug horen komen zijn “discriminatie” en ”intolerantie”.
Deze termen worden als wapen gebruikt door Liberalen, hun betekenis voor de uitdrukking “discriminatie” is vanzelfsprekend; het impliceert dat iedereen gelijk is, in alles wat die doet. Cultureel, religieus, etnisch, moraal, financieel, atletisch enz. Als zodanig mag niemand een ander beoordelen, niemand mag “beledigd” worden of anders zijn. Helaas heeft deze Liberale droom over gelijkheid geen enkele wortels in de werkelijkheid, omdat het leven, zelfs dat van hen, vol is met discriminatie op een dagelijkse basis.
Als we bijvoorbeeld naar werk zoeken zullen we hoogstwaarschijnlijk moeten discrimineren op basis van de positie die wij wensen te krijgen. Tijdens het sollicitatie gesprek word je waarschijnlijk zorgvuldig onderzocht, net als alle andere kandidaten. De baas MOET discrimineren (tenzij hij de positie aan eenieder geeft die zich aanmeldt) als hij de juiste persoon voor de baan wil vinden. Als we gaan winkelen, moeten we de ene winkel discrimineren ten opzichte van bepaalde andere winkels (en respectievelijk dus hun eigenaren) ten gunste van anderen. Dat kan vanwege allerhande grote of kleine redenen zijn; misschien vind je de prijzen of de atmosfeer bij de een beter, misschien mag je diegene achter de toonbank wel of juist niet of misschien is het product dat je zoekt bij de ene winkel juist zeer goed.
Binnen persoonlijke relaties discrimineren mensen eveneens de gehele tijd gebaseerd op de mensen waar zij zichzelf mee associëren. Uiteindelijk discrimineert een persoon door een iemand te verkiezen boven anderen en ermee te trouwen en een gezin te stichten. En op de trouwerij, receptie of de barbecue in de achtertuin naderhand wordt er wederom gediscrimineerd. De gastenlijst moet bijgehouden worden op basis van kwantiteit en kwaliteit, waardoor bepaalde mensen niet aanwezig kunnen zijn gebaseerd op allerhande redenen.
Zaken als homoseksualiteit en andere geassorteerde perversiteit worden gevierd door liberalen, echter is dat zeer ironisch als men zich bedenkt dat ook dit een vorm van discriminatie is op basis van sekse en seksualiteit.
In andere gevallen is discriminatie nodig om mensen te laten overleven. Als u bijvoorbeeld weet dat er een gevaarlijk stadsdeel in de buurt is moet je discrimineren tegen de mensen die daar wonen en hen proberen te mijden – tenzij je uiteraard een masochist bent die graag in elkaar geslagen of overvallen wordt. Omgekeerd bezoekt u misschien graag een opera of een kunstgalerie, bij die beslissing discrimineert u op basis van sociale status.
Laten we aannemen dat u een Moslim bent. Dat betekend dat u moet discrimineren op basis van religie en geen kerk, synagoge of tempel bezoekt om te bidden. U kunt er zelfs achter komen dat u exclusief tussen uw eigen mensen uit uw eigen land leeft en een deel van de stad in een kleine enclave veranderd waar u discrimineert op basis van religie of ras.
We zien hoe belangrijk discriminatie is in ons dagelijks leven. Maar hoe zit het op nationale schaal en met betrekking tot de ontvangende cultuur? Is het verkeerd als we discrimineren tegen mensen die in ons land willen komen wonen en hen rechten en privileges ontzeggen? Het antwoord is NEE, het is juist belangrijk om te discrimineren omdat ons gehele overleven afhangt van wie wij binnen laten; hoe compatibel ze zijn, hoe productief ze zijn, hoeveel plaats we voor hen hebben en welke kwantiteiten we kunnen opvangen – niet veel anders als de gastenlijst bij de barbecue in je achtertuin.
Zoals we kunnen zien geeft discriminatie enkel keuze, echter lijkt “keuze” niet echt een belangrijk punt te vormen binnen de traditioneel links-liberale collectieve mentaliteit.
Het tweede deel van dit artikel gaat over de notie van “tolerantie”.
Het gehele idee van “tolerantie” wordt door traditioneel links-liberalisme toegepast om onze samenleving om de oren te slaan met onze eigen waarden en principes, namelijk ons gevoel van eerlijkheid en redelijkheid. Echter is de term op zichzelf verkeerd omdat het “te leiden of te verdragen” betekend.
Een voorbeeld van “tolereren” is als uw buurman begint met zijn huis te verbouwen. Mensen zullen dit wellicht tolereren omdat het snel ophoudt en alles vervolgens weer rustig en stil is. Wellicht verbouwt u zelf uw huis, het gebrek aan toegang naar de woonkamer is te “tolereren” en alles zal wel weer goed zijn na verloop van tijd.
Echter mensen “tolereren” niet, nog zouden moeten “tolereren”, dat er iedere dag een verbouwing gaande is die maand na maand, dag na dag, uur na uur door gaat. Mensen “tolereren” niet nacht na nacht harde muziek of een hond die constant blaft zonder dat er iets aan gedaan wordt. In andere woorden; tolerantie is niet onuitputtelijk.
Dat is echter wel wat verwacht wordt van de Europese samenlevingen als het gaat om het multiracialisme en de immigratie vanuit de derde wereld. Een onophoudelijke filosofie die onze samenleving doet verdwijnen en onze enige instructies zijn “grijns en verdraag het”. Echter zien we wereldwijd naties die zich beginnen te realiseren dat “tolerantie” voor een concept als multiracialisme een vloek is voor hun manier van leven. We hebben in Nederland de tolerantie naar zijn uiterste grenzen gerekt zien worden. Zelfs in landen als Thailand is de tolerantie van kalme mensen verbroken door het voortduwende duwen van vijandige krachten.
Steeds vaker zien we dat het Cultureel Marxisme, of de politiek-correctheid zoals dat vandaag de dag heet, niet sterk genoeg is om het massale sentiment tegen multiracialisme tegen te houden.
Een ander voorbeeld van “tolerantie” die niet ver af staat van diegene die het idee introduceerde is het feit dat mensen in dictaturen figuren zoals El Generale Presidente “tolereren” ongeacht zijn acties. Maar in zogenaamde democratische samenlevingen zoals de onze, is zowel discriminatie en intolerantie, ongeacht het onderwerp, noodzakelijk, wenselijk, gezond en valide uitingen van de publieke opinie.
Hoe is dit ideologische middel er dan in geslaagd om zich zo sterk in onze collectieve geest te nestelen en waarom heeft het ons zo zwak, mild en meewerkend gehouden? Voornamelijk omdat mensen al sinds jonge leeftijd geïndoctrineerd worden om de valse aanname te geloven dat discriminatie en intolerantie per definitie slecht zijn. Dus als we ergens een mening over willen geven, zullen we instinctief ervoor zorgen dat we niet “intolerant” of “discriminerend” zijn ten opzichte van een ander. Hierbij controleert men een toespraak uiteraard op “politiek correcte” taal in plaats van gewoon te zeggen waar het op staat.
Uiteraard zijn de enige winnaars van de implementatie van politiek correctheid de Culturele Marxisten. Verlost van de last van “tolerantie” en “non-discriminatie” wordt je argument al snel vernietigd door laster, insinuaties, veronderstellingen en leugens door deze Cultuur Marxisten. De tijd moet komen dat eenieder van ons kan zeggen wat die bedoelt en bedoelen wat die zegt, ongeacht wie het zou “kunnen” beledigen. Laat de contra-revolutie beginnen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten