Pagina's

maandag 5 maart 2012

De wereldwijde financiële crisis

Hoe kwamen we erin en hoe komen we eruit?

Overal hebben landen te maken met de schuldencrisis die is neergeslagen door de kredietcrisis van 2008. In openbare diensten wordt gesneden en de publieke activa worden verkocht in een vergeefse poging om budgetten te compenseren die niet gecompenseerd kunnen worden omdat de geldtoevoer is gekrompen. Meestal krijgen regeringen de schuld, maar regeringen hebben deze crisis niet gestart. De ineenstorting vond plaats in het bankierssysteem en in het krediet dat verantwoordelijk is voor het creëren en in stand houden.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, wordt het meeste geld vandaag de dag niet door de overheden gecreëerd. Het wordt gecreëerd door private banken als leningen. Het private systeem van geldcreatie is zo sterk gegroeid de laatste eeuwen dat het regeringen wereldwijd domineert. Dit systeem bevat echter de vruchten voor haar eigen ondergang. De bron van haar macht is eveneens een fatale ontwikkelingsfout.

De fout is dat banken van te voren “bank krediet” uitgeven dat met rente terug betaald moet worden. Dit terwijl ze niet de verplichting hebben om de rente die zij ophalen, uit te moeten geven zodat leners dit keer op keer kunnen verdienen, zoals nodig is om de schuld af te betalen. In plaats daarvan wordt het geld geïnvesteerd in verschillende casino’s buiten het bereik van de leners. Dit leidt tot een continue systematische noodzaak voor banken om nieuw geld en krediet te creëren. Hier zit meer schuld met meer rente aan verbonden om grootschalige wanbetalingen en ineenstorting door deflatie te voorkomen.

Vandaag de dag is dit probleem vooral duidelijk binnen de EU. De Euro is een gefixeerd valuta systeem dat geen uitbreiding toe staat om aan de eisen van het private leners casino te voldoen. Het gevolg hiervan is dat lidstaten van de EU collectief worden verlamd door schuld.

Er zijn duurzamere manieren om een bankiers en krediet systeem te runnen.


Hoe banken geld creëren

Het proces waarmee banken geld creëren werd uitgelegd door de Chicago Federal Reserve in een brochure dat “Modern Money Mechanics” heet. Het stelt;

“Het eigenlijke proces van geldschepping vindt voornamelijk plaats in banken.” [p3]

“[Banken] betalen niet echt leningen uit van het geld dat zij ontvangen als deposito’s. Als zij dit deden zou er geen extra geld gecreëerd worden. Als zij leningen maken accepteren ze de uitgifte van promessen in ruil voor krediet op de transactie rekeningen van de lener. Leningen [activa] en deposito’s [passiva] nemen beide toe [met hetzelfde bedrag]. [p6]

“Met een reserveverplichting van 10%, zal een toename van $1 in de reserves goed zijn voor $10 in aanvulling op de transactie rekeningen.

Een deposito van $100 steunt een lening van $90, welke een $90 deposito wordt in een andere bank, die een lening van $81 ondersteund.

Dat is het conventionele model, maar banken creëren de leningen VAN TE VOREN. Banken hebben deposito’s nodig om hun uitgaande geld te vergoeden, maar zij vinden de deposito’s later. Banken creëren geld als lening, welke cheques worden die naar andere banken gaan. Als het dan nodig is om de cheques af te lossen, lenen zij het geld terug van andere banken. In feite lenen ze het geld terug dat ze eerder gecreëerd hebben, om de verspreiding tussen de rentegraad op te stapelen als hun winst. De rente waarmee banken in de VS kunnen lenen is een extreem lage 0,2%.


Hoe het systeem zich ontwikkelde

Het hedendaagse systeem van privaat uitgegeven geld kan men achterhalen in de brochure “Modern Money Mechanics”. Mensen die geld achterlieten bij 17de eeuwse goudsmeden om dit te bewaren werden uitgegeven op papieren certificaten die “bankbiljetten” heetten. Andere mensen die geld wilden lenen wilden ook graag deze papieren biljetten accepteren in plaats van goud omdat deze veiliger en gemakkelijker te vervoeren waren. De vingervlugheid begon toen de goudsmeden ontdekten dat mensen slechts 10% van de tijd kwamen om hun goud op te halen. Dat betekende dus dat 10 keer zoveel biljetten konden worden gedrukt en uitgeleend dan de goudsmeden goud hadden. 90% van de biljetten werden feitelijk vervalst.

Dit systeem noemde men “fractional-reserve banking” en werd geïnstitutionaliseerd toen de Bank of England in 1694 werd gesticht. Het werd de bank toegestaan om haar eigen bankbiljetten te lenen aan de regering en op die manier de nationale geldtoevoer te vormen. Enkel de rente op de leningen moest worden betaald.

Dat is vandaag de dag nog steeds het geval. De federale schuld van de VS is nooit afbetaald en groeit nog steeds, wat de basis vormt van de geldtoevoer naar de VS.


Het zetten van de val van wereldwijde schuld

Prof. Carrol Quigley was een insider die bij de internationale bankiers gluurde. Hij schreef in 1966 in “Tragedie en Hoop”;

“de krachten van het financiënkapitalisme had een ander ver reikend doel. Niets minder dan het creëren van een wereldwijd systeem van financiële controle in private handen, dat in staat is het politieke systeem in ieder land en de wereldeconomie te domineren.”

“Het hoogtepunt van dit systeem was de “Bank for International Settlements” [BIS] in Bazel, Zwitserland. Een private bank die beheerd en gecontroleerd wordt door de centrale banken van de wereld die zelf private ondernemingen waren. Elke centrale bank… wilde haar regering domineren door haar mogelijkheid om de schatkist leningen te controleren…”

Deze val van schuld werd in verschillende stappen gezet. In 1971 werd de Dollar internationaal van de goudstandaard gehaald. Valuta werd losgekoppeld van goud en toegestaan om te “zweven” in de valuta markten, waar zij concurreerde met andere valuta. Dit maakte het gevoelig voor speculatie en manipulatie.

In 1973 werd een geheim voorstel gedaan waarbij de OPEC landen enkel olie in Dollars zouden verkopen. Ook werd de prijs van olie dramatisch verhoogd. In 1974 werden de olieprijzen met 400% verhoogd ten opzichte van het niveau van 1971. Landen die een tekort aan olie hadden moesten hun Dollars lenen bij Amerikaanse banken.

In 1981 werd het fonds van de FED verhoogd tot 20%. Door de 20% samengestelde rente verdubbelde de schuld zich binnen vier jaar. Het resultaat hiervan was dat de wereld verlamd raakte door schuld. In 2001 hadden ontwikkelinglanden hun schuldsom die zij origineel verschuldigd waren al zes keer betaald; maar hun totale schuld is viervoudig toegenomen vanwege de afbetaling van hun rente.

Wanneer naties met schulden de banken niet af konden betalen, hielp het IMF door middel van leningen – met verplichtingen. De schuldenaars moesten toestemmen met “bezuinigingsmaatregelen”, waaronder:

- Het afschaffen van sociale voorzieningen
- Banken en openbare Nutsbedrijven privatiseren
- De markt openen voor buitenlandse investeringen
- Valuta laten “zweven”

Vandaag de dag worden deze bezuinigingsmaatregelen niet enkel aan ontwikkelingslanden opgelegd, maar eveneens aan de EU en de VS.


De BIS; Hoogtepunt van de private centrale banken piramide

Wat Proffessor Quigley had voorspeld over de “Bank for International Settlements” [BIS] is ook uitgekomen. De BIS heeft momenteel 55 lidstaten en staat aan het hoofd van de wereldwijde financiële piramide.

De macht van BIS kon men zien in 1988, toen het kapitaal bezit van haar aangesloten banken verhoogde van 6% tot 8% in een overeenkomst die Basel I heette. Het resultaat was het verlammen van de Japanse banken, die tot die tijd tot de grootste crediteurs van de wereld behoorden. Japan kwam terecht in een recessie waarvan zij tot op de dag van vandaag nog niet is hersteld.

De Amerikaanse banken wisten te ontsnappen door de kapitaaleis te ontwijken. Dit deden zij door de leningen uit hun boeken te schrijven en deze als “securities” te bundelen en te verkopen aan investeerders. Om investeerders te overtuigen deze te kopen werden deze door hypotheek gedekte waardepapieren beschermd tegen default met “derivatives”, dat feitelijk gewoon weddenschappen zijn. De “protection seller” verzamelde een premie door akkoord te gaan om te betalen in het geval van default. De “protection buyer” kocht de premie. Het bezit van activa was niet nodig. Net zoals gokkers bij een paardenrace, kunnen “derivatives” spelers wedden zonder een paard te bezitten.

“Derivatives” werden een zeer populaire vorm van gokken. Het resultaat was de moeder van alle bubbels, die meer dan $500 biljoen bevatte aan het eind van 2007. Vanwege de “securitization” en “derivatives” explodeerde het krediet. Praktisch iedereen die de deur binnen liep kon een lening krijgen.

Het keerpunt kwam in augustus 2007 met de ineenstorting van twee Hedge fondsen. Toen de “derivatives” regeling werd ontmaskerd droogde de markt voor derivative-protected securities ineens op. Maar de Amerikaanse beurs stortte niet in voor november 2007, toen nieuwe boekhoudregels werden opgelegd. Deze regels groeiden uit de Basel II overeenkomsten die geïnitieerd waren door BIS in 2004.

“Mark to Market” boekhouding verplichte banken om hun activa te waarderen volgens de marktvraag van de dag. Veel Amerikaanse banken, net zoals die in Japan in 1990, hadden ineens te weinig kapitaal om nieuwe leningen te maken. Het resultaat was de kredietcrisis waarvan de VS nog steeds niet is hersteld.

De BIS is nu de wereldwijde regulator geworden, net zoals Quigley al voorzag. In april 2009 hebben de G20 landen toegestemd om gereguleerd te worden door een “Financial Stability Board” dat zijn basis vind in de BIS. Zij zullen toestemmen met “standaarden en regels” die door het Boars worden opgesteld. De regels zijn enkel richtlijnen, maar landen die falen om hieraan te voldoen riskeren een bijstelling van hun kredietwaardigheid. Dit is zo kostbaar dat richtlijnen effectief wetten geworden zijn.

Een artikel op de BIS website verklaart dat centrale banken in het “Central Bank Governance Network” als enige en primaire doel hebben; het “behouden van de stabiliteit van prijzen”. Dat betekent dat regeringen hun nationale valuta niet moeten ontwaarden door de geldtoevoer bloot te stellen aan inflatie. Dat betekent weer geen “papiergeld” of geleend geld dat gecreëerd wordt door de eigen centrale banken. Net zoals de Amerikaanse koloniën door King George de macht werd afgenomen om hun eigen geld uit te geven, moeten regeringen bij private banken lenen om hun tekorten te kunnen financieren. De wereldwijde controle van bankiers over de afgifte van valuta is bijna compleet geworden.

De effecten van dit beleid zijn zeer duidelijk in de Europese Unie, waar EU wetgeving een tekort toelaat van slechts 3% van overheidsbudgetten. Zij weerhouden lidstaten ervan om hun eigen geld uit te geven of krediet te lenen op voorhand bij hun eigen centrale banken. Lidstaten moeten in plaats daarvan lenen bij de Europese Centrale Bank, private banken of het IMF. Het resultaat is gedwongen bezuinigingsmaatregelen, zoals we in Griekenland en Ierland hebben kunnen zien. Het systeem is zo onhoudbaar dat commentatoren voorspellen dat de EU zal instorten.


De uitweg

Om aan deze val van schuld en de bankiers te ontsnappen, moet de macht om geld voor de nationale geldtoevoer te creëren weer hersteld worden door nationale regeringen. Enkele alternatieven zijn:

- Een wettig betaalmiddel dat direct wordt uitgegeven door nationale schatkisten en dat aan nationale begrotingen wordt besteed.
- Centrale banken als overheidsbedrijf met de macht om de natie kredietwaardigheid te verlenen en rentevrij te lenen aan de overheid.
- Nationalisatie van banken
-Door de overheid beheerde lokale banken (staat, provinciaal of gemeente).

Door de overheid beheerde banken zijn succesvol gesticht in landen zoals Australië, Nieuw Zeeland, Canada, Duitsland, Zwitserland, India, China, Japan, Korea en Maleisië.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten