Terwijl het over het algemeen onbetwist waar is dat Alfred Willi Rudolph Dutschke een Marxist en een revolutionair was, lopen de meningen over zijn relatie m.b.t. "het Duitse vraagstuk" sterk uiteen. Terwijl Prof. Bernd Rabehl, als Dutschke zijn vertrouweling, stelt dat de focus van zijn reflecties altijd op "het Duitse vraagstuk" lagen in zijn boek "Rudi Dutschke: Revolutionair in een verdeeld Duitsland", ontkent zijn vrouw Gretchen dit. Men krijgt al gauw de indruk dat beide posities zeer subjectief zijn ingekleurd en dat ze zich de persoon Dutschke proberen toe te eigenen. Dit artikel doet een bijdrage om zijn politiek te karakteriseren vanuit het hedendaagse perspectief en de beweringen van zijn beste vrienden en vrouw vanuit een zo objectief mogelijk standpunt te analyseren. Dit artikel beweert niet over de enige waarheid te beschikken, maar is bedoelt om discussie over Rudi Dutschke zijn posities in nationaal-revolutionaire cirkels te promoten.
Rudi Dutschke (rechts) op een congres tegen de Vietnamoorlog
Definitie
Om een algemene basis m.b.t. de term "nationaal-revolutionair" te creëren, moet er eerst het concept revolutie behandeld worden. De term revolutie komt van het Franse woord "révolution" en betekend opstand. In de sociologie refereert "revolutie" aan een radicale en meestal gewelddadige sociale verandering binnen de bestaande politieke en sociale condities. Deze verandering wordt meestal gesteund door georganiseerde en mogelijk zelfs een geheime groep van innovators, die steun hebben onder grote delen van de bevolking. Als deze grote sociale verandering niet plaats vindt en er geen massabasis voor is, dan spreekt men niet van een revolutie, maar van een "coup d'etat" of "staatsgreep".
De hedendaagse politieke wetenschap noemt vijf belangrijke factoren voor de totstandkoming van een revolutie. De eerste factor is de opkomst van een plotselinge recessie. De tweede factor is een bewustzijn dat de bestaande instituties in twijfel stelt en de derde is de solidariteit tussen verschillende groepen binnen de samenleving, die tijdelijk de krachten bundelen om deze instituties omver te werpen. Ten vierde moet er een ideologie zijn en uiteindelijk moet de bestaande staat ook gekarakteriseerd worden door zwakte en inefficiëntie.
Als we Lenin moeten geloven, die aannam dat de Duitsers eerst een treinkaartje zouden kopen voordat zij het station bestormen, dan zou er in Duitsland geen revolutie zijn geweest. Maar het tegendeel is waar, het Duitse volk heeft haar revoluties gehad:
Duitse Boerenoorlog 1524 -1526
Duitse Revolutie 1848/49
November Revolutie van 1918
Ruhraufstand/Ruhrkampf (ook wel de "Maart Revolutie") 1920
Nationaal Socialistische Revolutie van 1933
Revolutie van Mei '68
Vreedzame Revolutie (De gedeeltelijke hereniging) 1989/90
De term "nationale revolutie" wordt vandaag de dag door de Antifa en hun cirkels afgedaan als een "strijd- en propaganda term" van zogenaamd "extreemrechts". Deze wordt dan ingedeeld onder "anti-moderne, anti-parlementaire en anti-kapitalistische bewegingen" die streven voor een etnisch homogene staat, in andere woorden een nationale gemeenschap. De term "nationaal-revolutionair" is o.a. terug te herleiden tot de rechtse vleugel binnen de SPD, die onder het leiderschap van Ernst Niekisch stond. Zijn doel was (zeer verkort) een federatie tussen het Bolsjewistische Oosten en het (kapitalistische) Westen. Er waren contacten met zowel Nationaal Bolsjewisten als met de linkse vleugel van de NSDAP onder Gregor Strasser.
Levensloop
Het leven van Dutschke wordt beschreven via gebeurtenissen die belangrijk lijken.
Rudi Dutschke werd 7 maart 1940 in Schönefeld geboren als het vierde kind van Alfred en Elsbeth Dutschke. In 1958 weigert hij militaire dienst in de DDR. Hij was van mening dat "Duitsers niet tegen Duitsers moesten vechten”. Als gevolg hiervan krijgt hij geen toestemming om een studie sportjournalistiek te beginnen. Kort nadat de muur gebouwd werd, verhuisde Dutschke naar West-Berlijn, waar hij een studie sociologie begon bij de FU Berlijn.
In 1962/63 hielp hij mee bij de oprichting van de "Subversieve Actie", die zich in 1964 bij de Sozialistische Deutsche Studentenbund (SDS) aansloot. In 1966 riep Dutschke op om een "Außerparlamentarische Opposition" (APO) te vormen. Vanaf die tijd nam hij deel aan demonstraties tegen de Vietnam oorlog, de noodtoestand en de formatie van een "Große Koalition". Op 2 juni 1967 werd de student Benno Ohnesorg neergeschoten door de politie tijdens een demonstratie tegen het bezoek van de Shah Reza Pahlevi van Iran. Deze gebeurtenis leidde al snel tot de radicalisering van deze studentenbeweging, terwijl Dutschke leider van de APO werd.
In februari 1968 werd het Internationale Vietnam Congres in West-Berlijn gehouden. Dit werd mede-georganiseerd door Dutschke. Twee maanden later, op 11 april 1968 vond de meest indringende ervaring in Dutschke zijn leven plaats. Er werd een aanslag op hem gepleegd door Joseph Bachmann, een jonge ongeschoolde arbeider, die door de Springer pers tot zijn daad werd aangezet. Hij overleeft de aanslag, maar met levensbedreigende verwondingen. Bachmann zijn motieven worden nooit duidelijk, aangezien hij zelfmoord pleegde in het gevang op 24 februari 1970. In het nawoord van Dutschke zijn dagboeken veronderstelt zijn vrouw Gretchen dat de aanslag een samenzwering was en verbind deze aan de moordaanslag op Martin Luther King, die een week eerder plaats vond, en die op John F. Kennedy.
Dutschke zijn geheugen en taalvaardigheden werden zwaar getroffen door de aanslag (Bachmann schoot drie kogels in zijn hoofd). Hij moest maanden therapie ondergaan om enigszins te herstellen. Tijdens zijn herstel bracht hij tijd door in verschillende Europese Landen (o.a. Italië, Groot-Brittannië en Denemarken). Pas na een lange strijd met zichzelf nam hij in 1973 weer deel aan een anti-Vietnamoorlog demonstratie in Bonn. In 1974 publiceerde hij zijn proefschrift over de Hongaarse Marxist Georg Lukács en ontving een beurs van de Deutsche Forschungsgemeinschaft (DFG). In 1977 nam hij deel aan protesten in Wyhl, Bonn en Brockdorf tegen nucleaire energie en werd hij gastleraar op de Universiteit van Groningen. In 1978/79 hielp hij mee met de oprichting van Die Grünen.
Op 24 december 1979 verdrinkt Dutschke onverwachts in zijn badkuip. Het wordt aangenomen dat hij is overleden door een epileptische aanval die voort kwam uit de verwondingen die hij tijdens de aanslag had opgelopen. Echter, Prof. Rabehl heeft grote twijfels over een natuurlijke dood en vindt het opmerkelijk dat er nooit een autopsie is geweest op het lichaam van Dutschke.
Benno Ohnesorg vermoord door politie
Zijn denkbeelden
Dutschke zijn denkbeelden baseerden zich grotendeels op de anti-imperialistische en antikoloniale strijd. Hij bepleitte een terugtrekking van de NAVO en verwierp het bestaande parlementaire systeem. Rudi Dutschke sprak over basisdemocratie en propageerde "een bevrijde radenrepubliek in Berlijn" als het model voor de Duitse eenwording.
Dutschke zocht naar "een Duits socialisme" - een socialisme dat noch uit Moskou, Oost-Berlijn of Beijing geleid werd. Hij stond op voor de Duitse hereniging en de Duitse identiteit, wat nogal eens tot onbegrip leidde onder zijn strijdbroeders. In zijn zoektocht naar bondgenoten stond hij open voor discussie met "rechtse" groepen/personen en was hij kritisch ten opzichte van het Leninisme, Maoïsme en de K-groepen.
Op basis van de volgende gebeurtenissen wordt het duidelijk hoe zeer Dutschke vanuit hedendaags perspectief een nationaal-revolutionaire positie representeerde. Let onder andere op de betekenis van de hieronder genoemde personen.
Op een SDS bijeenkomst op 17 juni 1967 presenteerde Dutschke een concept van politieke actie tegen de Amerikaanse bezetting van Duitsland en de USSR. Hij pleitte hierbij voor een hereniging met het nationalisme als een anti-imperialistische hefboom. In het jaar daarop gaf hij een interview aan Wolfgang Venohr voor het magazine "Neue Politik". In 1977 had Dutschke een ontmoeting met August Hausleiter, Herbert Gruhl, Prof. Werner Georg Haverbeck en anderen in Vlotho bij het Collegium Humanum. Hier spraken zij met Horst Mahler, Bernhard Schaub en vergelijkbare personen over het oprichten van een nieuwe politieke partij. In 1978 ging hij de discussie aan met Henning Eichberg over het nationale vraagstuk in "das da - avanti" onder de titel "Nationaal is revolutionair." Tijdens een congres van de Groenen in november 1979 steunde hij de eisen van Baldur Springmann tegen de K-groepen. Tijdens het congres bepleitte Dutschke het recht op nationale zelfbeschikking binnen de context van "het Duitse vraagstuk".
APO demonstratie loopt uit de hand
Relatie met geweld
Men is ongetwijfeld verdeeld over Dutschke zijn relatie met geweld. Enerzijds was hij geen tegenstander van het gebruik van geweld tegen dingen - enkel tegen dingen, niet tegen personen!-, anderzijds dacht hij er aan om een illegale organisatie op te zetten en zocht hij contact met de IRA en de ETA. Het artikel "Rudi Dutschke und der Armnete Kampf" van Wolfgang Kraushaar geeft een goed overzicht van Dutschke zijn posities inzake het gebruik van geweld.
Twee gebeurtenissen die kort genoemd worden zijn hier belangrijk. Op 16 februari 1968 - de dag voor het Internationale Vietnam Congres - verzamelde Giangiacomo Feltrinelli, een publicist, communistische-revolutionair en vriend van Dutschke, dynamiet in een opslag. Het dynamiet werd verborgen in de wieg van de toen slechts paar maanden oude Hosea-Che Dutschke terwijl de advocaat/songwriter Franz Josef Degenhardt debatteerde over wat ermee moest gebeuren. Kort daarna, op 29.02.1968, planden Dutschke en de Iraanse publicist Bahman Nirumand een aanslag op de transmissie toren van het American Forces Network (AFN). Deze actie werd pas op het allerlaatste moment afgebroken. Het is belangrijk om te vermelden dat de explosieven voor de geplande actie van de Amerikaanse agent Peter Urbach kwamen.
In een interview met de hoofdredacteur van Stern-TV in maart 1968 gaf Rudi Dutschke de volgende verklaring: "Uiteraard ben ik bereid om te vechten met een wapen in mijn hand... Het imperialisme moet verslagen worden daar waar het verschijnt met de middelen die nodig zijn. Dat betekent ook hier in Duitsland." In 1980 gaat Fritz Teufel zo ver om te stellen dat Rudi Dutschke zich mogelijk bij de gewapende strijd had aangesloten als er geen aanslag op hem zou zijn gepleegd.
Giangiacomo Feltrinelli
Conclusie
Dus laten we, Dutschke even buiten beschouwing latend, ons een politieke en welsprekende activist voorstellen, die voor 1989 een fervent voorstander was van de Duitse hereniging. Een activist die een "Duits socialisme" bepleit en daarbij naar "links" en naar "rechts" kijkt voor bondgenoten. Een activist die de terug trekking van de geallieerde troepen uit Duitsland eist. Iemand die de parlementaire democratie van de BRD door een radenrepubliek wil vervangen. Een revolutionair die treurt om het verlies van de Duitse identiteit en openlijk verklaart dat hij de wapens op wil nemen om diegenen die de natie bedreigen tegen te houden.
Zou een dergelijk persoon vandaag de dag op TV uitgenodigd worden en een platform voor zijn mening krijgen? Hoe zou de media zo iemand noemen? Het wordt duidelijk dat " revolutionair" slechts een van de meer onschuldige titels zal zijn. Het ligt meer voor de hand dat termen als "vijand van de democratie", " tot geweld bereid zijnde neonazi" of "extreemrechtse terrorist" vandaag de dag eerder gebruikt zouden worden.
Prof. Rabehl was overigens niet de eerste die zich richtte op het nationale aspect in Dutschke zijn posities. Al in 1975 stelde KPD vertegenwoordiger Günter Bartsch dat Dutschke op "de drempel van het nationalisme" stond en wijdde een heel hoofdstuk aan hem in zijn boek "Revolution von rechts?."
Waarschijnlijk weten Horst Mahler, Günter Maschke, Reinhold Oberlercher en Bernd Rabehl meer over hun eigen motieven en die van Rudi Dutschke dan de zelf uitgeroepen 'gütmenschen', wiens wereld in zou storten zodra blijkt dat Rudi aan de "andere kant" stond.
Ergo; het antwoord dat we aan het begin van dit artikel stelden, wordt hier duidelijk beantwoord:
Rudi Dutschke - Nationaal-Revolutionair? Rudi Dutschke - Nationaal-Revolutionair!
Oorspronkelijke tekst door Jupp Neumann
Geen opmerkingen:
Een reactie posten