Ongeveer een miljard mensen, vooral in de zogenaamde "Ontwikkelingslanden" lijden aan honger en ondervoeding. Steeds weer zorgen hongersnoden voor tien tot honderdduizenden doden en brengen gehele volksmigraties voort. Deze ellende laat de regeringen van zowel de regionale als de mondiale grootmachten koud, om over de grote ondernemers en investeerders in de agrarische sector maar te zwijgen. Ze verzaken niet alleen om aan hun verplichtingen tot ontwikkelingshulp te voldoen (die toch grotendeels in de zakken van de in die landen aanwezige multinationals verdwijnen), maar doen tegenwoordig ook aan fenomenen als "Land Grabbing".
"Land Grabbing" is het opkopen van gigantische gebieden door transnationale agro-corporaties. In deze gebieden worden dan "cash crops" geteeld voor de Wereldmarkt , zoals plantaardige grondstoffen (ten behoeve van veevoer en biodiesel!) en voedingsrijke planten. Dit fenomeen moet gezien worden in de context van de overbevolking, voedselcrisis en het tekort aan landbouwgrond. Sinds 2006 zijn volgens de Verenigde Naties inmiddels al 20 miljoen hectare opgekocht of voor lange-termijn gepacht door buitenlandse investeerders. Dit correspondeert met één derde van alle landbouwgrond in de Europese Unie.
De inheemse bevolking die al afhankelijk is van het schaars gecultiveerde land ziet weinig van de winsten en/of het voedsel, alles dat geproduceerd en verdiend wordt, wordt geëxporteerd. Terwijl de winsten verdwijnen in de zakken van de Agro-multinationals en handelsconcerns, evenals corrupte overheden in de Derde Wereld, kunnen ze (indien mogelijk) de gehele dag doorwerken tegen hongerlonen als dag arbeider. In het ergste geval, zoals in Kenia, worden zij van hun geboortegrond verdreven door de politie, het leger en paramilitaire milities, om verder weg te rotten in de uitgebreide getto's van de stad. Tegelijkertijd intensiveert de economische en politieke situatie in veel Afrikaanse staten snel, zeker in die staten die hun bevolking niet kunnen voeden. Niet alleen bedrijven uit het Westen, maar ook uit Saoedi-Arabië, Zuid-Korea en China behoren tot de actoren van "Land Grabbing". De overheden van deze bedrijven steunen dit beleid, omdat ze daarmee hun eigen voedselveiligheid kunnen promoten. Ook de Duitse regering zal hier snel aan mee gaan doen, omdat haar nieuwe ontwikkelingsbeleid is gericht op de openlijke promotie van economische belangen. Het eerste doel zijn de energie grondstoffen van Nigeria, Equatoriaal-Guinea en Ghana. Zeker in dat laatste land vind veel "Land Grabbing" plaats en zo slaat men twee vliegen in één klap.
Hoe groot deze projecten zijn, kan men zien in Ethiopië. Hoewel 31% van de bevolking hier onder een hongersnood lijdt, verpachtte en verkocht de regering meer dan 500.000 kwadraatkilometer, dat is ongeveer 44% van het gezamenlijke staatsgebied, aan Saoedi-Arabië. Ook in Soedan waar de staatsman Bashir 900.000 Hectare landbouwgrond wil verpachten, staan de Saoedi's vooraan. (De separatisten in het Zuiden zijn al niet veel beter: Zij hebben 400.000 Hectare aan Amerikaanse investeerders verkocht.) De achtergrond van dit alles is schaarste aan landbouwgrond en waterbronnen in Saoedi-Arabië, waar de Ethiopische bevolking nu een hoge prijs voor betaald. In Madagaskar volgde op de verkoop van een gebied zo groot als België (50% van alle landbouwgrond in het land) aan de Koreaanse Daewoo Groep grote rellen, wat leidde tot de omverwerping van de regering in 2009. De intensivering van de strijd tussen Maoïstische Naxalieten en de centrale regering in India is ook het gevolg van "Land Grabbing". De Indiase regering verkoopt stukken land, waterbronnen en woud aan internationale investeerders en ontneemt de bevolking zo hun bestaansmiddelen.
Niet alleen in de media is er amper kritiek op deze praktijken, ook van de Verenigde Naties is zoals gewoonlijk weinig te verwachten. Zo publiceerde de Food and Agriculture Organization (FAO) in 2009 een studie waarin op de 'voordelen' van "Land Grabbing" gewezen werd. De grootschalige projecten zouden de ontwikkeling van landbouwgrond, de bouw van infrastructuur en bouwcontracten met zich mee brengen. Daarbij werd niet meegenomen dat de meeste van die contracten in groot geheim gesloten worden, soms met regeringen die geen enkele politieke controle hebben. Zeker in Afrika bestaan amper landregisters en behoort het land dus tot de staat. Niet verwonderlijk werd "Land Grabbing" niet eens genoemd op de FAO-conferentie die in 2010 plaats vond. De baas van de FAO, Jacques Diouf, had immers deze economische activiteiten als een "neokoloniaal systeem" betiteld.
Als de al aangeslagen staten ineenstorten, dan worden ze afhankelijk van het IMF en de Wereldbank, die brute "herstructureringsprogramma's" doorvoeren en daarbij de postkoloniale economieën onderwerpen aan de grillen van de Wereldmarkt. Nog erger kan het worden als de geostrategische en economische belangen van grootmachten zoals de VS en de EU in het geding zijn: Dan dreigt er ook militaire interventie, die met elke macht het land tot protectoraat dwingt. Deze nieuwe kolonisering van geruïneerde staten door de koloniale en postkoloniale Westerse politiek, vond ook voorstanders in Duitsland, zoals in de "Allgemeinen Zeitung" en "Welt", maar ook binnen academische kringen en politieke stukken van de EU en CDU. Allen staan een militaire beveiliging van economische belangen in het buitenland voor. In de VS pleiten economen zoals Paul Romer ervoor om "charter" steden in de "Derde wereld" te creëren. Dit zijn privaat gefinancierde industriële en commerciële instellingen die onder internationale controle en bescherming staan. Om dit te verwezenlijken moeten Derde wereldlanden een ontvolkt gebied verkopen en haar soevereine rechten opgeven voor een contractueel bepaalde periode, om met de kiemcellen van de Chartersteden de grondslagen te leggen van een economisch-autoritaire ontwikkelingsdictatuur en daarmee - boven alles - de zakken van de investerende bedrijven te vullen.
Het 'International Fund for Agricultural Development' (IFAD) gaat ervan uit dat de prijs van levensmiddelen rond 2020 met ongeveer 27% zal stijgen. Ondertussen blijven investeerders land in Afrika kopen om "opkomende economieën" te "helpen".
Hier kan van neokolonialisme gesproken worden dat de financiële armoede van Afrika uitbuit en onderdeel is van een eindeloze vicieuze cirkel: Afhankelijkheid van de Wereldmarkt - economische en sociale problemen - ongunstige praktijken zoals ":Land Grabbing" of economische liberalisering - destabilisering tot statelijke ineenstorting. Nu al worden ongeveer 20 Afrikaanse als 'failed state' landen verhandeld door de Amerikaanse denktank "Fund for Peace": daarmee is "Land Grabbing" een aspect van de ruïnerende structuren die het gehele continent aantasten onder de invloed van het kapitalistische Wereldsysteem.
Met dank aan SdV
Geen opmerkingen:
Een reactie posten