Het was in dit politieke klimaat dat in 1920 het Nationaal Socialisme geboren werd, als een poging om een authentiek Duits volkssocialisme te ontwikkelen. Zoals de naam Nationaal Socialisme suggereert, had deze beweging een dubbele complementaire identiteit; de vereniging van het nationalisme met het socialisme. In de politieke praktijk echter, werd dit nogal eens als controversieel ervaren. Immers een overwegend socialistische arbeiderspartij kan niet anders dan zichzelf op de arbeidersklasse richten en allianties zoeken met de arbeidersbewegingen. Van een primair nationalistische partij wordt echter verwacht dat deze zich op de bevolking als geheel richt en allianties smeedt met rechtse politieke en maatschappelijke formaties. Hieruit volgt dus een zekere schizofrenie die tot spanningen binnen de beweging leidde.
Noord-West tegen Zuid
Als sterke man van de beweging was het Hitler die de koers van de NSDAP bepaalde. Van het begin af aan probeerde hij een neutrale middenpositie in te nemen, door het socialisme van de partij te erkennen, maar haar het proletarische klassenkarakter te ontzeggen. Toch wist hij hiermee niet te voorkomen dat er met grote regelmaat spanningen tussen het nationale en sociale kamp binnen de Nationaal Socialistische beweging ontstonden. De periode van na de mislukte Nationaal Socialistische putsch van 1923 tot de machtsovername van 1933 was het toneel van een heftig principieel conflict over de koers van de partij. Vaak stond de partijmilitie Sturm Abteilung (SA) hierbij centraal. Daarnaast was er de culturele kloof die dwars door de partij liep en die zich in 1925 openbaarde als een tegenstelling tussen het oude Zuid-Duitse zwaartepunt van de NSDAP en de leiding van de beweging in het Industriële West en Noord-Duitsland.
Binnen de West en Noord-Duitse beweging waren Josef Goebbels en de gebroeders Strasser de grootste rivalen van München. Het was Gregor Strasser die in 1924 een eigen socialistisch alternatief ontwikkelde, uitgewerkt in een revolutionaire aanpassing van het NSDAP programma. Al sinds de aanvang van zijn politieke loopbaan uitte hij zich als een oprechte antikapitalist. Hij had goed begrepen dat het industriële Noorden van Duitsland om een andere benadering vroeg dan het veelal landelijke en traditionele Beieren. Hierbij kreeg hij steun van een jonge Josef Goebbels, die te kennen gaf dat het Duitse nationalisme zich in een Duits socialisme zou moeten ontwikkelen - en dat dit een radicaal socialisme zou worden. Hij zocht openlijk toenadering tot het Nationaal-Bolsjewisme en had goede woorden over voor de communisten, wiens grootste fout in zijn ogen hun binding met Moskou was. Deze controverse kreeg een ideologische lading toen Strasser en Goebbels samen hun alternatieve revolutionaire programma in de openbaarheid brachten. Onder sterke druk vanuit Hitler en de partijleiding in München boog Strasser uiteindelijk en haalde de verspreide kopieën van zijn programma terug. Hiermee viel de ideologische discussie binnen de partijtop stil.
1926: Gregor Strasser en Joseph Goebbels in Berlijn
De Sturm Abteilung
Binnen de SA was dit een ander verhaal. Het Nationaal Socialisme kwam voort uit de soldatenopstand die volgde na de nederlaag van het Duitse Keizerrijk. Veel leden van de partij waren afkomstig uit de vele vrijkorpsen en andere paramilitaire organisaties die het land rijk was en die in de onzekere periode na de wapenstilstand op eigen houtje de orde handhaafden. Op hun eigenzinnige manier zetten zij de oorlog voort, bezield door een diep verlangen naar gemeenschap, kameraadschap en gelijkheid. Dit was de voedingsbodem voor een hernieuwd geloof in de nationale zaak en een meer egalitaire samenleving - een militant nationalisme verbonden aan een radicaal socialisme. Met de SA schiep de NSDAP haar revolutionaire voorhoede, die moest belichamen wat de beweging moest zijn: een revolutionaire strijdgroep, onvoorwaardelijk trouw aan zijn Führer.
Hoewel de SA formeel ondergeschikt was aan de partijleiding, staken tendenties tot verzelfstandiging meermaals de kop op. Dit kwam voort uit de proletarische samenstelling van de SA, die eerder tot revolutionaire en radicale actie was geneigd. In meerdere gevallen ontwikkelde de militie een eigen revolutionaire ideologische voorkeur. Toen Hitler in 1923 als gevolg van de mislukte putsch tot vestingstraf werd veroordeeld, liet Röhm de SA ‘onderduiken’ in een nieuwe strijdgroep. Toen Hitler na zijn invrijheidstelling het hoogste gezag terug voor zichzelf op wilde eisen, toonde Röhm weinig inschikkelijkheid. Pas eind 1926 slaagde Hitler erin om Röhm door een flexibelere commandant te laten vervangen. Hiermee waren de spanningen tussen de partij en de militie nog niet verdwenen.
Het revolutionaire profiel van de SA werd in de daarop volgende jaren verder versterkt door het consequent aanwerven van arbeiders. De SA wierp zichzelf op als de voorhoede van het proletariaat en kende als zodanig een gigantische toestroom van nieuwe leden. Tijdens de economische depressie van 1929 steeg het aantal leden van 100.000 naar 300.000 in amper drie jaar. Ook heerste er grote ontevredenheid binnen de militie over de enorme winst van de NSDAP tijdens de Rijksdagverkiezingen. Deze verkiezingswinst bracht immers de partijtop ertoe om zich openlijk uit te spreken voor de legalistische weg naar de macht en een consensuspolitiek. Dit terwijl de SA vanwege haar klassenkarakter, temperament en ideologie de voorkeur gaf aan revolutie.
SA truck met opschrift: "Ben socialist in daad!"
Toen het partijkantoor in 1930 in München werd ondergebracht in een uiterst prestigieus en kostbaar gebouw, eiste de SA een verbetering van haar financiële positie. De gemiddelde SA man werd erg slecht betaald, maar werd wel geacht de hete kastanjes uit het vuur te halen voor de partijleiding. Toen deze eis niet werd ingewilligd bestormde de SA het hoofdkwartier van de partij in Berlijn en richtte grote schade aan. Als gevolg van dit incident werd Röhm door Hitler opnieuw aangetrokken om de SA te beteugelen, maar veel succes had hij daar niet bij. Walther Stennes, de commandant van de SA in Berlijn, bleef bij zijn mening dat de legalistische koers van Hitler gelijk stond aan verraad aan de revolutionaire geest van het Nationaal Socialisme. Een gerucht dat Walther Stennes zou zijn ontslagen, was genoeg om in heel Noord en West-Duitsland een SA revolutie uit te lokken. Tijdens deze revolte verwezen steeds meer SA mannen naar de communistische partij als een voorbeeld van een ware arbeiderspartij. Hoewel deze revolutie dreigende vormen aan nam, wist de partijtop de gemoederen te bedaren. In 1931 kwam het opnieuw tot onderlinge spanningen, waarbij Stennes de Berlijnse kantoren van het partijblad Der Angriff met geweld bezette. De SS moest er aan te pas komen om de bezetters uit de kantoren te knuppelen. Veelzeggend waren ook de goede betrekkingen tussen de SA en de Kampfgemeinschaft Revolutionärer Nationalsozialisten van Otto Strasser, die met ongeveer 100 ontevredenen de partij verlaten had onder het motto: “De Socialisten verlaten de partij!”
Walther Stennes - Commandant van de SA in Berlijn
Het Verraad van 1934
Terwijl Hitler en de partijleiding de keuze verdedigden voor een legale verovering van de macht en zich als gematigde vertegenwoordigers van hun beweging profileerden, wilde de geradicaliseerde proletarische achterban van de SA de revolutie doorvoeren door het kapitalisme omver te werpen. In 1933 vond de machtsoverdracht van Paul von Hindenburg naar Hitler plaats. De vertegenwoordigers van het grote bedrijfsleven hadden zich met Hitler zijn benoeming akkoord verklaard en wisten zelfs een plaats in het kabinet af te dingen.
Dit politieke gekonkel achter de schermen en het heulen met kapitalisten zinde de SA niet. De SA begon af te rekenen met politieke vijanden, de gehate bonzen en bureaucraten. Er waren bijvoorbeeld aanvallen op bedrijven en banken, de beurs in Frankfurt werd bezet door een SA-eenheid die het aftreden van het gehele bestuur eiste. De militie wilde de gehele revolutie doorvoeren. Hitler was niet gecharmeerd van deze acties. Begin april bracht hij tijdens een grote SA-manifestatie de dank van volk en vaderland over, maar voor de goede verstaander viel hier een afscheid in te beluisteren.
De spanningen tussen Hitler en de SA liepen verder op door de openlijke ambitie van Röhm om de SA voor te bestemmen tot het nieuwe nationale leger van het Duitse rijk. Daardoor ging de Reichswehr zich bedreigd voelen, die de druk op Hitler opvoerden. Al snel gingen er ongefundeerde geruchten circuleren dat de SA putsch plannen had om de Reichswehr naar het tweede plan te verwijzen. Hierop zagen SS leiders Heinrich Himmler en Reinhard Heydrich hun kans schoon om de SA te onthoofden en haar revolutionaire ambities de kop in te drukken. In de nacht van 30 juni op 1 juli, ‘de nacht van de lange messen’, werden 89 SA kopstukken door SS eenheden overvallen en geliquideerd. Spoedig daarna werd de SA uitgekamd en ingekrompen, waarmee de laatste autonome en revolutionaire macht uit de Nationaal Socialistische beweging was verdwenen.
89 SA kopstukken worden geliquideerd tijdens het verraad van 1934
Geen opmerkingen:
Een reactie posten