Pagina's

donderdag 11 augustus 2016

Werner Lass en Karl-Otto Paetel: Twee Duitse Nationaal-Bolsjewisten

Minder bekend dan Ernst Niekisch zijn Werner Lass en Karl-Otto Paetel, twee atypische vertegenwoordigers van het Nationaal-Bolsjewististische gedachtegoed. Louis Dupeux omschreef hen ook wel als de meest fascinerende stroming binnen de Conservatieve Revolutie.


In het hart van de Bündische Jeugd

Werner Lass werd op 20 mei 1902 geboren in Berlijn en was van 1916 tot 1920 lid van de Wandervogel. In 1923 werd hij verkozen als hoofd van de Bund Sturmvolk, waarvan een deel zich in 1926 aansloot bij de Schilljugend van de bekende Freikorps leider Gehrardt Rossbach. In 1927 scheidde Lass zich hier van af om de Freischar Schill op te richtten, een Bündische groep waarvan Ernst Jünger al snel de mentor werd en welke de 'strijd voor de grenzen', wandeltochten en militaire training tot haar belangrijkste activiteiten rekende.

Van oktober 1927 tot en met maart 1928 gaven Lass en Jünger gezamenlijk invulling aan het tijdschrift 'Der Vormarsch' dat in juni 1917 werd uitgegeven door een andere belangrijke Freikorps leider: Kapitein Ehrhardt. In zijn streven om de beperkte grenzen van de jeugdbeweging te doorbreken, stichtte hij de Wehrjugendbewegung. Volgens hem moest deze beweging "de hardheid van de frontsoldaten verbinden met de sterke prestaties en diepte van de jeugdbeweging, teneinde een nieuw type mens te creëren."

In augustus 1928 nam de Freischar Schill deel aan het Wereld Congres van Jeugdorganisaties in Ommen, Nederland. Lass maakte hier een grote impact door te protesteren tegen de 'kolonisering' van Duitsland en door de visums van Russische gedelegeerden te weigeren. Hetzelfde jaar nog werd hij gevangen gezet omdat hij beschuldigd werd van deelname aan de boerenopstand van Claus Heim, die Schleswig-Holstein deed opschrikken. Zijn beweging werd in veel steden verboden.

In 1919 begon de Freischar Schill te onderhandelen met de NSDAP. Deze onderhandelingen faalde echter al snel als gevolg van de exorbitante pretenties van de Hitlerjugend. In september 1929 richtte Lass een liga op met de Bund der Eidgenossen, welke al snel een Nationaal-Bolsjewistische positie adopteerde.

Bündische Jeugdbeweging

Die Kommenden en de Sociaal-Revolutionaire Nationalisten

Enkele maanden later in januari 1930 namen Werner Lass en Jünger het leiderschap over van de 'Die Kommenden'. Deze krant had een grote invloed op bijna alle Bündische jeugd. Lass schreef hier regelmatig artikelen voor.

Het was hier waar hij een ander belangrijk spilfiguur van het Nationaal-Bolsjewistische gedachtegoed tegen kwam: Karl-Otto Paetel. Paetel was ook in Berlijn geboren, op 23 november 1906. Net als Lass begon hij zijn carrière binnen de rangen van de Bündische jeugd, bij de Deutsche Freischar en de Bund der Kongener. Omdat hij uit een laag milieu kwam, was hij gedwongen zijn studie te beëindigen nadat zijn beurs werd ingetrokken als gevolg van een deelname aan protesten tegen het Young-Plan. Door zijn onmiskenbare rebelse geest werd hij ook uitgesloten uit de Deutsche Freischar in 1930, nadat hij in een artikel Hindenburg beledigd had.

Van 1928 tot 1930 verbond Karl-Otto Paetel, als directeur van het blad 'Das Junge Volk', de strijd voor nationale bevrijding aan de klassenstrijd. Zo schreef hij in 1929: "Alles voor de natie! ... de woorden van August Winnig, die stellen dat de bevrijdingsstrijd van de natie de strijd van de Duitse arbeider moet zijn, kunnen slechts tot een enkele conclusie leiden: het erkennen van de klassenstrijd als een feit en deze te strijden is in het belang van het gehele volk ... het te dragen als de weg voor een overwinning van het nationalisme."

In 1930 kreeg Paetel het leiderschap over Die Kommenden aangeboden door Lass en Jünger. In een artikel dat in het eerste deel van 1930 gepubliceerd werd, riep hij op "om er de woordvoerder voor alle nieuwe impulsen en gedachten van te maken die overal in de Duitse jeugd leefden, voor alle revolutionaire stromingen naar vernieuwing" en om "het blaffen van liberalen en de reactie die we als onze eeuwige vijanden erkennen" af te wijzen. Hij wilde de lijn van het Revolutionaire Nationalisme in dit blad uiteen zetten: "Wij claimen het gevecht tegen het systeem van kapitalistische uitbuiting, welke altijd de integratie van het Duitse proletariaat in het ensemble van het Duitse lot, op het interieur en exterieur van de Duitse ruimte, heeft proberen te voorkomen."

Enkele maanden later, eind mei 1930, richtte hij de 'Gruppe Sozialrevolutionarër Nationalisten' op. In een serie artikels in de editie van 27 juni 1930 werd er een manifest uiteen gezet voor het GSRN. Volgens Paetel is "de betekenis van de algehele economie enkel en alleen om in de behoeftes van de naties te voorzien en dus niet in rijkdom en winst." Er werd opgeroepen tot een "wereldwijde revolutie" en men zag het Bolsjewisme als een beweging van nationale bevrijding. Daarom streefde de GSRN een bondgenootschap met de USSR na, om de slavernij die opgelegd werd door de Westerse naties te breken: "Wij, sociaal-revolutionaire nationalisten, hebben een bondgenootschap met de Sovjet Unie nodig. Wij zien in alle onderdrukte volkeren, ongeacht tot welk ras zij behoren, onze natuurlijke bondgenoten."


Nationaal-Bolsjewisme en Nationaal-Socialisme

In de zomer van 1930 werd Paetel ontslagen bij Die Kommenden door de voorstanders van een meer klassiek nationalisme. In 1931 begon hij met de publicatie van Die Sozialistische Nation, een Nationaal-Revolutionair blad dat de klassenstrijd, een collaboratie met de KPD en de oprichting van "het Duitsland der raden" bepleitte. Het presenteerde zichzelf als de "niet-Marxistische, niet-materialistische sector van het socialistische front." Op zijn beurt publiceerde Lass in september 1932 een nieuw blad, Der Umsturz dat het Nationaal-Bolsjewistische orgaan moest worden voor "radicale nationalisten, socialistische radicalen en revolutionaire activisten van alle stromingen." Hierin stond te lezen dat: "Bolsjewisme werd voorgesteld als de kern van al hetgeen dat destructief en desintegrerend was. Dan is het waar dat wij Nationaal-Bolsjewisten zijn, omdat de weg van de natie enkel kan voortkomen uit creatieve destructie."

De Nationaal-Bolsjewistische oriëntatie leek te worden bevestigd door de gebeurtenissen in de jaren 1930-1931, met de afsplitsing van de linkervleugel van de NSDAP enerzijds, en het nationale beleid van de KPD anderzijds. De Nationaal-Bolsjewisten vonden dat de NSDAP van Hitler was verburgerlijkt. Daarom schreef Lass in 1931: "Vandaag de dag kan de overtuigde nationalist van de NSDAP enkel de taak krijgen om de grote massa van de bourgeoisie te radicaliseren en deel te nemen aan de nationale desintegratie. Niets meer." Op 4 juli 1930 verliet Otto Strasser de NSDAP om de Strijdbond voor Revolutionaire Socialisten op te richtten. Echter, al snel kwamen er ook kritieken van de Nationaal-Bolsjewisten op de Strasseristische thesis, waarin zijn "socialisme tot 49%" en zijn terughoudendheid met betrekking tot een Russisch bondgenootschap sterk werden bekritiseerd.

Hiermee werd kloof tussen de Nationaal-Bolsjewisten en Nationaal-Socialistisch links groter. De hoop werd vooral gezet op de evolutie van de KPD. In augustus 1930 publiceerde het centrale orgaan van de KPD: Die Rote Fahne; het "Programma voor de Nationale en Sociale bevrijding van het Duitse Volk" dat veel aandacht besteedde aan het nationale vraagstuk. Door de communisten werd het gebruikt om de middenklasse te radicaliseren, door middel van een nationalistische argumentatie die een beroep doet op een "alliantie van alle werkende klassen" tegen de kapitalistische bezitters. Deze strategie leek over te slaan van het communistische kamp, naar het nationalistische kamp. Als reactie op deze Nationaal-Bolsjewistische lijn binnen de KPD, verdubbelde Paetel de debatten met communisten en gaf hij zelfs lezingen op hun bijeenkomsten. In 1932 riep hij op om op de communistische kandidaat Thaelmann te stemmen. Een jaar later, in 1933, publiceerde hij het Nationaal-Bolsjewistisch Manifest. De eerste edities werden op 29 januari geprint en verspreid tijdens de nacht dat Hitler aan de macht kwam.


Werner Lass werd in maart 1933 gearresteerd voor de opslag van explosieven en gevangen gezet. Nadat Freischar Schill en de Bund der Eidgenossen werden verboden, werd Lass lid van de Hitlerjugend, waarmee hij een uniek geval is onder alle Nationaal-Bolsjewistische leiders. In 1934 werd hij alsnog het land uitgezet. Paetel daarentegen zou nog vele keren worden gevangen gezet na de machtsovername door Hitler, alvorens hij in 1935 vluchtte naar Praag en van daaruit naar Scandinavië.

Vertaald van: Edouard Rix – Réfléchir & Agir – Zomer 2008, No. 29 _ Met dank aan InstituteNR

Geen opmerkingen:

Een reactie posten