Op 15 juli probeerden delen van het Turkse leger een coup d'état te plegen tegen het regime van President Recep Tayyip Erdogan (AKP) in een poging om wederom een reactionaire militaire dictatuur in Turkije te vestigen. In Istanboel, Ankara en andere grote Turkse steden werden militaire blokkades opgeworpen en werd er een avondklok ingesteld. Opstandige militaire eenheden namen de staatstelevisie over, belegerden het presidentieel paleis, het parlement en kondigden aan de macht in het land over genomen te hebben.
President Erdogan die op dat moment vermoedelijk in Marmaris verbleef, riep via een Skype bericht zijn volk op om de coupplegers tot stoppen te dwingen. Massaal werd er gehoor gegeven aan zijn oproep. Vele duizenden woedende APK-aanhangers gingen uit protest de straten op om het leger te confronteren. Onder andere op de Bosporus-brug in Istanboel kwam het tot een grote confrontatie waarbij de coupplegers met scherp op de manifestanten schoten. Ordetroepen en legereenheden die trouw aan het regime waren gebleven zetten de tegenaanval in. In de vroege ochtend leek het gevaar van een staatsgreep geweken. Het dodental lag tegen die tijd op zo'n 265 doden en duizenden gewonden.
APK aanhangers bestormen massaal de coupplegers
Het Turkse regime beschouwt Imam Fetullah Gülen als het brein achter deze coup. Hoewel Gülen in 1999 naar de Verenigde Staten vertrok, waren hij en Erdogan tot 2013 nog bondgenoten. Ze werkten samen om van de Kemalisten in het leger en in de civiele bureaucratie af te komen door middel van verschillende zuiveringen. In 2012 ontstond er een conflict tussen Erdogan en Gülen, die een grotere macht naar zich toe wilde trekken, wat één jaar later in 2013 zou leiden tot een breuk.
Vanuit Amerika voert Gülen nog steeds de Gülen beweging in Turkije aan, die als een clandestiene parallelle staat opereert dankzij haar diepe infiltratie in het staatsapparaat. Hoewel Gülen officieel alle betrokkenheid bij de coup d'état ontkent, vormden pro-Gülen officieren wel degelijk de ruggengraat van deze operatie. De betrokkenheid van Washington is een punt van speculatie, maar het is in ieder geval duidelijk dat de Amerikaanse inlichtingendiensten voorkennis moeten hebben gehad over de coup. Dit lijkt dan ook een nieuwe episode in de alsmaar verder verslechterende betrekkingen tussen het Westerse imperialisme en hun Turkse NAVO-bondgenoot.
Erdogan en Gülen in 'betere tijden'
Het mag echter duidelijk zijn dat de destabilisering van Turkije en de verslechterende relatie met het Westen een klap voor het NAVO-imperialisme is, dat op langere termijn potentieel revolutionaire perspectieven zou kunnen bieden. Binnen deze situatie kan een onafhankelijke revolutionaire kracht wellicht de balans van macht binnen het land gebruiken en veranderen door het proletariaat te mobiliseren tijdens de coups of de reactionaire campagnes die er op volgen. We zullen de situatie in Turkije dan ook nauwlettend blijven volgen.
APK symthatisanten bezetten massaal het Taksimplein en andere Turkse pleinen om hun loyaliteit aan 'Basyüce' Erdogan te betuigen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten