zondag 16 juni 2013

Clément en Esteban: De tragedie van het Idealisme

Op 5 Juni jl. overleed in Parijs een 18 jarige jongeman. Zijn leven werd hem afgenomen door een andere, 20 jarige, Fransman - hoewel andere bronnen melden dat deze laatste slechts een aandeel in zijn dood had, maar niet de uiteindelijk verantwoordelijke voor zijn dood was. Clément Méric, een jongeman actief voor een maatschappelijk ideaal binnen het milieu van de Action Antifasciste werd het slachtoffer van Esteban M. Laatstgenoemde is een jongeman die eveneens actief is in een milieu voor maatschappelijk idealisme, deze in de vorm van de Jeunesse Nationaliste Revolutionaire.



Moet deze trieste zaak weer aanschouwd worden als een klassiek gevecht tussen extreem-"rechts" tegen extreem-"links"? Een confrontatie van nationalisten tegen socialisten, de natie tegen de sociale politiek?


Negentig jaar geleden werd er een andere invalshoek genomen op de zaak "natie tegen sociale politiek". Dit gebeurde op het Erweiterten Exekutive der Kommunistische Internationale van 20 juni 1923. Beter gezegd, vanuit het standpunt van Karl Radek over Leo Schlageter. Een tragedie van een nationale activist, actief bij het Freikorps. Een jongeman van 29 jaar oud, die zijn leven heeft gegeven aan de hand van de reactionairen in de strijd voor de natie en voor de bevrijding van het Franse imperialisme.

"Wanneer in de kringen van de Duitse fascisten, die louter het Duitse volk willen dienen, zij de zin van het lot van Schlageter niet begrijpen kunnen, dan is daar Schlageter voor niets gevallen en dienen zij op zijn grafsteen te schrijven: De wandelaar in het niets." Aldus een citaat uit de Schlageter rede van Radek. In deze toespraak zou hij vervolgens toelichten hoe Schlageter in zijn naïeve periode van 1920 bijdroeg aan het neerslaan van de Duitse mijnwerkers aan de Ruhr, omdat deze in zijn visie de hoofdvijand vormden. Een vijand die de bevrijding van de natie in de weg stond. Vanaf 11 januari 1923 - de inval in het Ruhrgebied door de Franse en Belgische imperialisten, door de Entente namens het Franse kapitaal - zou Schlageter gedwongen zijn, zijn vijand en zijn idealisme te herzien. Het bleek toen dat zijn vijand dezelfde was als de vijand van de - eerder door hem gehate - arbeidersklasse: het kapitalisme. Radek vergaf hem hierdoor zijn eerdere zienswijze; "Schlageter, de moedige soldaat van de contra-revolutie, verdient door ons, soldaten van de revolutie, mannelijk en eervol te worden geëerd."



De dood van SA-man Horst Wessel, een jongeman van 23 jaar, is eveneens een voorbeeld die parallel loopt met de tragedie van onlangs in Parijs. De idealist Wessel vond zijn dood in de strijd voor de nationale en sociale bevrijding van de Duitse arbeidersklasse. Hiervoor gaf hij zijn studie op samen met zijn verzekerde burgerlijke toekomst. Hij verhuisde naar de wijken van het lompenproletariaat in Berlijn om vervolgens te willen trouwen met een prostituee. Een ongekende daad voor het, door de bourgeoisie gedomineerde, nationalisme toentertijd. De strijd van Wessel werd in 1930 beëindigd door een mede-strijder voor het proletariaat, de communist Ali Höhler. De reden hiervoor was wederom een conflict tussen twee idealisten, die dezelfde doeleinden voor ogen hadden, die elkaar echter verkeerd begrepen.



De natie en het socialisme sluiten elkaar niet uit, integendeel zij vullen elkaar juist aan. De natie heeft het socialisme nodig als de enige zekerheid voor een gelijke en oprechte maatschappij en economie voor haar volk - de werkende producenten en de arbeidersklasse. Het ideaal van het socialisme heeft de natie nodig voor haar gemeenschapsgevoel en als antwoord tegen het globalisme.

Waar de naties van het socialisme, o.a. de Sovjet Unie en de Volksrepubliek China, hoog in het vaandel van "links" stonden, staan in het Zuiden van Europa tegenwoordig de arbeidersmassa, de algemene staking en de sociale zorg hoog in het vaandel van "rechts". Een handgemeen tussen twee idealisten - die beiden in het belang van de werkende massa staan - laat een derde hond het bot meenemen: de bourgeoisie, het kapitalisme. Deze ziet niets liever dan dat beide partijen met elkaar vechten. Echter wanneer beiden hun ogen zouden openen - en het inzicht krijgen dat de staat de ware vijand is - zou de heerschappij van het kapitalisme en haar burgerlijke staat snel voorbij zijn.

Een ander belangrijke les voor idealisten is die van het misbruik door de eigen bewegingen. Deze wordt belichaamd door het bonzendom. De tragedie van de Nederlander Marinus van der Lubbe is wellicht het meest "merkwaardig" als het hierop aankomt. Als idealist en strijder voor de arbeidersklasse, wou hij een daad stellen voor het Duitse proletariaat. In Nederland werd hij vaak bespot om zijn idealisme - dit door de zware gevechten met de politie vooraan op elke demonstratie en zijn radicale toon in combinatie met zijn verwarde uiterlijk. Hij was volgens velen een dromer. Toen in Duitsland in 1933 Hitler in de regering kwam, dacht van der Lubbe dat de arbeidersklasse in Duitsland nu eindelijk in verzet zou komen tegen het opkomende fascisme aldaar. Met zijn laatste beetje geld reisde hij af naar Berlijn, daar vocht zijn klasse, daar moest hij ook zijn! Niets was echter minder waar. De arbeidersklasse deed niets. Bijna verslagen door teleurstelling poogde hij terug naar huis te gaan, maar niet nadat hij eerst de Rijksdag in brand had gestoken, het symbool van het parlementarisme. De actie lukte, maar hij werd wel opgepakt. Zijn initiatief kreeg géén steun of verdere navolging vanuit de eigen beweging. De eigen idealen werden verraden door de eigen bonzen - zelfs door radicale radencommunisten zoals Anton Pannekoek. En zo werd deze jonge "dromer", die eens geloofde in de mooie revolutionaire woorden van zijn eigen kringen uitgespuugd omdat hij de daad bij woord wilde voegen voor een groter doel dan hijzelf: een ideaal.



En zo bleken Clément en Esteban ook niet elkaars tegenpolen te zijn. Beiden behoorden tot een politieke beweging voor revolutionaire verandering. Beiden waren jong, behoorden tot een subcultuur en waren gefascineerd door geweld, gedreven door de mythe als sociale kracht - sociale rechtvaardigheid en gelijkheid voor het volk en de natie-. De haat tegen het systeem stond bij beiden voorop, alleen keken zij - evenals Schlageter in het begin - de verkeerde kant op. Zij zagen de vijand in elkaar in plaats van samen te strijden tegen de echte vijand: de staat en het kapitaal. Een verkeerde inschatting en zo werden hun respectievelijke zoektochten naar de juiste richting vroegtijdig beëindigd.

Laten we de gedachte en/of herinnering aan Clément Méric en Esteban dan ook niet beperken tot martelaars en POWers in hun eigen respectievelijke bewegingen. Laat dit wederom een voorbeeld zijn van hoe het niet moet. Laat de socialistische these en de nationalistische antithese tot een synthese verworden voor een hoger doel; de nationale en socialistische bevrijding van globalisering, loonslavernij en van de uitbuiting van de ene mens door de andere. Dit alles in het kader van de strijd tegen bonzendom, de burgerij en het kapitalisme wereldwijd. Laat hen geen wandelaars in het niets worden.

Zodoende: De merkwaardige tragedie van het idealisme                                  

Met dank aan de kameraden van de Nationale&Socialistische Aktie

Geen opmerkingen:

Een reactie posten