We zijn in de scene tegenwoordig allen bekend met het concept van de autonome nationalisten, maar wat houdt dit concept autonomie nu concreet in? In een reeks artikelen zullen wij dit uiteen proberen te zetten. In dit tweede artikel gaan we in op de autonome beweging in Duitsland.
Aan het einde van de studentenopstanden behoorde naast de Jusos (Sociaal-Democraten van de SPD), de DKP (een Marxistische-Leninistische partij) en de K-groepen (verschillende communistische organisaties), de ongeorganiseerde anti-autoritaire stroming tot een van de belangrijkste tendensen binnen de linkse beweging in Duitsland. In de jaren '70 begon het Italiaanse concept van "Autonomia Operia" deze stroming in Duitsland dan ook steeds meer te beïnvloeden. In West-Duitsland werden zogeheten "Betriebsprojektgruppen" (Werkplaats-project groepen) opgericht naar het Italiaanse autonome model. Een belangrijk verschil met de Italiaanse autonomie was echter dat in plaats van de arbeiders hier de studenten als activisten een voortrekkende rol vervulden. Hun intentie was om het anti-autoritaire activisme van de studentenopstand in de fabrieken te introduceren. Zij zagen directe actie en militantisme als manieren om de anti-autoritaire opstand en de proletarische arbeiders cultuur te verenigen. Echter door het ontbreken van een solide basis binnen de Duitse arbeidersklasse en de culturele barriere tussen de arbeider en de student, bleef een brede autonome arbeidersbeweging naar Italiaans model uit in Duitsland. Eind jaren '70 leidde dit dan ook tot een scepticisme ten opzichte van een politiek die zich enkel op de arbeidersstrijd focuste. Veel anti-autoritairen vonden dan ook ingang bij de alternatieve beweging, die een soort parallelle tegencultuur nastreefde, om een praktisch alternatief binnen de dominante sociale orde te creëren.
In Oktober 1975 werd de eerste editie van de krant "Autonomie" gepubliceerd, dat het nieuwe theoretische platform werd voor de anti-autoritaire activisten die zichzelf politiek probeerden te her-oriënteren. In 1979 leidde dit tot een breuk tussen het redactionele collectief in Hamburg en dat van Frankfurt. De Hamburg groep hield vast aan het traditionele concept van operiatisme en behield een duidelijke Marxistische-proletarische orientatie. Zij beschuldigden het redactionele collectief Frankfurt ervan de term "autonomie" te misbruiken om zich af te keren van de ware revolutionaire politiek. De groep uit Frankfurt die de anti-nucleaire strijd zagen als een alternatief voor de sterke focus op de proletarische strijd verliet hierop de krant die nog tot 1985 door het redactionele collectief van Hamburg gepubliceerd werd. De krant "Autonomie" sloeg een historische brug tussen de studentenopstanden van Mei 1968 en de autonome beweging van de jaren '80.
In het begin van de jaren '80 ontwikkelden zich onverwacht nieuwe sociale bewegingen uit de alternatieve beweging van de jaren '70. Deze vormden zich veelal uit de vele "one-issue" campagnes (kernwapenstrijd, kraakbeweging, vredesbeweging enz.) die hun politieke perspectief gingen verbreden. Deze sociale bewegingen die ontsproten uit de sociale revoluties van 1980 en 1981 kwamen voort uit een diepe sociale en politieke onvrede. Hierbinnen ontwikkelde zich een militante autonome vleugel die voornamelijk uit jonge activisten bestond. Zij gingen de confrontatie aan met de burgerlijke normen en waarden en maakten van hun eigen noden een centraal politieke doel. Men propageerde een verzet dat zich niet beperkte tot het weekend of een bepaalde locatie, maar een verzet dat het gehele leven omvatte. De autonome beweging beperkte zich dan ook niet tot een bepaald strijdgebied of thema, maar verbreedde haar strijd tegen alles dat ons zou onderdrukken en kapot zou maken. Binnen de nieuwe sociale bewegingen van de jaren '80 vormden de autonomen een onafhankelijke politieke fractie. In de autonome beweging van de jaren '80 ontstond eveneens een vernieuwde discussie over de klassenstrijd. In deze tijden werd de loondienst immers gedomineerd door een kern van politiek geintegreerde, gespecialiseerde arbeiders die bij de vakbonden aangesloten waren en die een vooruitzicht hadden op een relatief veilige en lange arbeidsduur. Het autonome idee van je leven in eigen hand en de strijd tegen het kapitalisme vond dan ook niet veel ingang binnen de fabriek. Hoewel er vanuit de autonome bweging veel moeite werd gedaan om bondgenootschappen met arbeiders te bewerkstelligen bleef succes op dit vlak veelal uit en werd de nadruk meer gelegd op de opbouw van een massa-beweging en alternatieve cultuur.
De Duitse autonome beweging heeft verschillende thesen gepubliceerd waarin zij haar belangrijkste karakteristieken uiteen probeerde te zetten. Enkele hiervan zijn;
- Wij vechten voor onszelf en anderen vechten voor henzelf. Echter door onze strijd te verbinden maken we onszelf sterker.
- Wij gaan geen dialoog aan met diegenen die de macht hebben! Wij formuleren enkel eisen. Diegenen die de macht hebben kunnen deze wel of niet inwilligen.
- We omarmen allen een vaag anarchisme, maar zijn geen anarchisten in de traditionele betekenis van het woord.
- Geen macht voor niemand!
- Onze ideeën zijn zeer anders dan die van de alternatieve beweging, maar wij gebruiken wel de infrastructuur van de alternatieve beweging.
- We zijn er niet zeker van of we een revolutie of opstand willen. Sommigen willen een "permanente revolutie", terwijl anderen zeggen dat dit niets anders is dan een "permanente opstand". Zij die de term "revolutie" niet vertrouwen denken dat het een vrijheid suggereert die op een bepaald ogenblik gerealiseerd moet worden, terwijl zij van mening zijn dat dit niet mogelijk is. Volgens hen is vrijheid het korte moment tussen het gooien van een steen en de steen die zijn doel raakt. We zijn het er echter allen over eens dat we in de eerste plaats willen ontmantelen en vernietigen - het formuleren van bevestigende idealen is niet onze prioriteit.
- Wij hebben niet per definitie een organisatie. Onze vormen van organisatie zijn min of meer spontaan. Er zijn kraakspreekuren, telefoonketens, autonome vergaderingen en vele vele kleine groepen. Korte termijn groepen formeren zich om een actie uit te voeren of een protest bij te wonen. Lange termijn groepen werken aan voortgaande projecten of zeer illegale acties. Er zijn geen structuren die meer solide zijn dan dat en er is geen hierarchie. Tot op de dag van vandaag heeft de beweging nog niet een individueel vertegenwoordiger, woordvoerder of bekendheid geproduceerd, dat betekent geen Negri, geen Dutschke, geen Cohn-Bendit, enz.
Sinds de jaren '80 heeft de autonome beweging in Duitsland haar momentum verloren. Echter is deze beweging altijd een factor van politiek belang gebleven en heeft haar praktijk wereldwijd radicale activisten geïnspireerd om de militante praktijk en tactieken van de autonome beweging te gebruiken voor hun eigen respectievelijke strijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten