zaterdag 21 april 2012

Anarchisme en Fascisme: Antagonisten?

De term Fascisme wordt vaak incorrect gebruikt in Anarchistische kringen om reactionair-conservatisme mee te duiden. Het is verworden tot een scheldwoord voor alles dat lelijk is en is synoniem geworden voor racisme, sexisme, nazisme en antisemitisme. Feitelijk kennen Anarchisme en Fascisme echter een gedeelde oorsprong en enkele essentiële overeenkomsten.

Laten we het op neutrale wijze bekijken als een aanduiding voor een bepaalde maatschappij opvatting, zoals die o.a. in de werken van Gentile (1875-1944) is vastgelegd. Wezenlijk is voor het Fascisme dan het harmonie-model van de maatschappij. Mogelijke conflicten tussen groepen en klassen worden geïntegreerd in een maatschappijvorm waarin ieder zijn natuurlijke plaats en daarbij behorende zeggenschap heeft. Zijn concrete uitwerking vindt dit in de opzet van de corporatieve staat. Mussolini heeft dit als volgt willen realiseren: in vijf corporaties wordt de gehele maatschappij ingedeeld en wel in die van landbouw, industrie plus transport, handel, geldwezen en vrije personen. In elke corporatie zijn werkgevers en werknemers opgenomen; gezamenlijk wordt een vertegenwoordigend lichaam gekozen met beslissingsbevoegdheden. Overkoepelend is een "eerste kamer" naast een "tweede kamer", de traditionele volksvertegenwoordiging. Uit deze opzet blijkt het grote belang van syndicaten ofwel vakbonden (overigens niet alleen van werknemers maar ook van werkgevers) en tegelijk ook een anti-parlementaire en anti-democratische inslag.

Het Fascisme appelleert daarnaast evenwel aan een aantal emotionele drijfveren in de mens, die ver uitreiken boven een zakelijke aanvaarding van een dergelijk maatschappijmodel. Er wordt een beroep gedaan op natuurlijk vitale, irrationele krachten; het mythisch besef wordt aangewakkerd; het nationale gevoel wordt gestimuleerd; het verleden wordt geromantiseerd; het gebruik van geweld wordt gelegitimeerd, zo niet verheerlijkt.

Deze aspecten zouden misschien toch nog wel in overeenstemming worden gebracht met het corporatisme, als er niet tegelijkertijd een verheerlijking en aanbidding van de charismatische leider optrad. Uit het historisch Fascisme is de dictator niet weg te denken als de belichaming en verpersoonlijking van de staat. Zo leidt in de praktijk het historisch Fascisme toch tot onderdrukking van boven af, hoewel de theorie van Gentile duidelijk anders luidde. Kenmerkend voor diens Fascisme is namelijk dat er in de staat een totale identificatie plaats vindt tussen enkeling en geheel, zodat de tegenstellingen die in andere staatsvormen bestaan worden opgeheven en er dus ook geen onderdrukking plaats vindt. "De staat is de wil van het individu zelf in zijn universele en absolute aspect en zo neemt het individu de staat in zich op; ... de ware absolute democratie is niet het zoeken van een beperkte staat, maar het weglaten van de beperkingen voor de staat." (Genesi e struttura della societa)

Wanneer we nu dit beeld van Fascisme confronteren met het Anarchisme in heden en verleden, dan blijken er principieel alsook historisch gezien allerhande raakpunten en overlappingen. Afgezien van het ongenuanceerde gebruik van het woord "Fascisme" als scheldwoord, kunnen we in Anarchistische kringen op enigerlei wijze de meeste bovengenoemde kenmerken terug vinden. Ik hoef alleen maar te wijzen op irrationele tendensen (een afwijzing van de almacht van de rede en een nadruk op de totale mens), op nationale gevoelens in allerlei vormen van bevrijdingsstrijd, op het accepteren van het gebruik van (bevrijdend) geweld, op romantische trekken in utopische maatschappij-idealen, op het afwijzen van bestaande democratische staatsvormen. De aktie en beweging is alles, de dynamiek, vitaliteit van de daad - de direkte aktie. Zo zijn er inderdaad overeenkomsten tussen Anarchisme en Fascisme, maar de grootste overeenkomst kan gevonden worden in de nadruk op de syndicaten, de vakbonden, met daaraan gekoppeld een andere, niet-parlementaire democratische staatsvorm. Historisch gezien zijn er verschillende voorbeelden van theoretici die vanuit Syndicalistische gedachte of naar Anarchistische kant of naar Fascistische kant omslaan.

Mazzini (1805-1872) meende door de arbeiders te organiseren een vrije Italiaanse staat te kunnen vestigen; zijn interesse ging echter steeds meer uit naar die staat, die met een godsdienstig aureool omgeven werd en steeds minder naar de arbeidersorganisatie. Bakoenin heeft hem daarom herhaaldelijk zeer scherp aangevallen. Het Syndicalisme werd door Mazzini opgeofferd aan het mythische en nationalistische besef. Een nog duidelijker beeld bood Sorel (1847-1922). Was Sorel een Anarchist, Fascist of Communist? Het is bekend dat er bij de begrafenis van Sorel twee kransen werden bezorgd: een van Mussolini en een van Lenin. De bewondering was overigens wederzijds - ook Sorel apprecieerde hen: Lenin om zijn omverwerpen van de burgerlijke staat en Mussolini om zijn Syndicalistische ideeën. De grootste zorg van Sorel was het aan de macht brengen van de massa's: naar zijn idee kon dit slechts met geweld gebeuren en was een stimulerende mythe daarvoor nodig. Redelijke argumenten golden nu eenmaal weinig; de driften moesten in beweging worden gebracht - de massa moest geloven in de nieuwe maatschappij en moest geloven dat die door de algemene staking zou worden teweeggebracht. Tegenover het onderdrukkend geweld van de staat die het belang van een klasse dient ("force") moet het bevrijdend tegengeweld noodzakelijkerwijs worden ingezet ("violence"). Door de gemeenschappelijke actie kan ellende en onderdrukking worden verdreven en kan de staat worden afgeschaft. Het syndicalisme van Sorel is een strijdmiddel, echter geen toekomst ideaal. Evenals voor Mussolini telt voor Sorel slechts de (direkte) aktie, de revolutionaire daad, de strijd op zich (het kämpfer ideaal), wars van elk vastgelegde doctrine of dogma. 

Ondanks deze essentiële overeenkomsten zijn er ook wezenlijke verschillen tussen het historisch Fascisme en Anarchisme. In het verleden werden de idealen van het nationaal-syndicalisme verraden wat leidde tot de dictatoriale staat. Fascisme werd gekaapt door de krachten van het reactionair-conservatisme en werd daarmee een middel voor de instandhouding van het kapitalistisch systeem. Het is dan ook belangrijk dat we leren van het verleden en niet dezelfde fouten herhalen. Wij streven naar een maatschappij waarin elke proletarische volksgenoot vertegenwoordiger is van de volkswil. Wij wensen de complete vernietiging van de reactionair-conservatieve krachten en de creatie van een vrije klasseloze natie die het volk representeert waaruit deze bestaat. Wij staan dan ook voor een gedecentraliseerde samenleving die streeft naar een zo groot mogelijke participatie van allen die er deel van uit maken en waarin eenieder in principe vrij is. Waarbinnen de productiemiddelen collectief eigendom zijn en ter beschikking staan van associaties van vrije producenten. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten