Met de plotselinge en onvoorziene ineenstorting van de Sovjet Unie verviel links in de gehele Westerse wereld in een ware identiteitscrisis. Het plotselinge onvermogen om op de Sovjets te steunen wanneer men het Westen veroordeelde, was een vuist recht in het gezicht van veel communisten in de Westerse wereld. Nog pijnlijker was de ontdekking van de massale wreedheden die begaan waren in de Sovjet Unie en de andere Warschaupact landen.
Niet enkel het verlies van politieke en economische hulp, maar ook het verlies van morele superioriteit zorgde voor een grote ravage in het linkse kamp. Er ontstond een fel debat over de natuur van het communisme en over hoe men nu verder moest gaan onder deze nieuwe condities. Was het wel echt communisme dat men in de Sovjet Unie had? Als dit het geval was, is het communisme dan slecht? Was het communisme soms een onmogelijke droom?
Deze inhoudelijke debatten stierven al vlug een snelle dood. In plaats daarvan ging het debat zich meer en meer focussen op de noodzaak om de politieke geloofwaardigheid terug te winnen. De “nieuwe” slagzin van links werd al snel uitgeroepen; antifascisme. Onder deze nieuwe banier vervolgde links haar strijd tegen het Westerse politieke systeem. De vijand bleef grotendeels hetzelfde al was het met een kleine twist. Waar eerst imperialisme en kapitalisme de voornaamste vijanden waren binnen de linkse galerie van monsters waren het nu de “neofascisten”. Via deze weg kon de communistische scene verder onder een nieuwe dekmantel die niet zo sterk verbonden was met de Sovjet Unie en de wreedheden die daar hadden plaats gevonden. Antifascisme werd een sterk schild waarmee links alle morele kritiek weg kon nemen. Immers wie zou de belangrijkste beschermers tegen zoiets kwaadaardigs als fascisme nu willen aanvallen?
Links was uiteraard altijd al een tegenstander van het fascisme, maar nu werd antifascisme de belangrijkste bezigheid van links. Deze verandering van focus - van de oude vijanden kapitalisme en imperialisme – naar het neofascisme kan men uiteraard zien als een goede of juist als een slechte zaak.
Hiermee samen ontstond echter een zeer negatieve tendens, door een verandering van de betekenis van verschillende woorden. Terwijl links zichzelf bestempelde als antifascistisch begon de betekenis van het woord langzaam te veranderen. Het woord antifascisme werd mettertijd synoniem aan extreem links. Antifascisme werd nu hetzelfde als ecologisch bewustzijn, anti Westers zijn, anti religie zijn; hetzelfde als communist zijn!
Uit deze verandering van de betekenis van het woord antifascisme kwam eveneens een verandering van het woord fascisme voort. Wie antifascist is, moest nu communist zijn en wie geen communist was werd tengevolge bestempeld als fascist. Ieder concept van nationalisme werd dood verklaard door links. Het was niet langer meer mogelijk om de eigen achtergrond, eigen cultuur en het eigen erfgoed lief te hebben zonder direct als fascist gebrandmerkt te worden. Religie, dat altijd al door communisten werd afgewezen, werd gezien als fascisme. Alles dat niet door links omarmd en verwelkomd wordt, is per definitie fascistisch. Linksen die niet gewillig waren om hun strijd voor een betere omgeving te interpreteren in termen van een bredere strijd tegen de wereldwijde fascistische samenzwering werden eveneens verketterd en gebrandmerkt als fascisten.
Vanuit het linkse milieu begonnen deze nieuwe definities van fascisme en antifascisme zich te verspreiden onder de media en het bredere publiek. Deze verandering van de betekenis van de woorden fascisme en antifascisme waren desastreus;
-Vanuit een strategisch oogpunt omdat hiermee de mogelijkheid tot samenwerking met andere vijanden van het systeem en mensen van andere politieke geaardheid werd uitgesloten. De kortzichtige interpretatie van gemeenschapswerk als strijd tegen een fascistische samenzwering zal mensen van verschillende politieke en a-politieke achtergronden vervreemden. Zij zullen minder snel deel nemen aan belangrijke sociale projecten die links op zich neemt. Het lijkt wel of men niet langer deel kan nemen aan gemeenschapswerk zonder gecategoriseerd te worden binnen een bepaald wereldbeeld.
- Vanuit een menselijk oogpunt omdat veel mensen onjuist en onterecht worden bejegend als fascist. Als de communisten het stempel antifascist hebben gekaapt, kan het werk van niet communisten niet langer meer zo worden gekwalificeerd.
Links gebruikt vandaag de dag het woord fascist om iedereen te definiëren die niet hun dogmatische linkse agenda steunt. Het voornaamste probleem ligt hem in het feit dat deze linkse agenda is gebaseerd op een fundamenteel verkeerd uitgangspunt. Namelijk het idee dat culturele verschillen altijd zullen resulteren in conflict. Dat is simpelweg niet waar. Feitelijk leidt een diepgeworteld respect voor de eigen achtergrond juist tot een beter begrip en meer respect voor de achtergrond van anderen. Er bestaat een band tussen alle traditionele volkeren van elke achtergrond. Dit omdat; als men echt de eigen cultuur lief heeft, men ook onvermijdelijk alle andere culturen zal gaan koesteren vanwege de manier waarop deze overeenkomen met zijn of haar eigen achtergrond.
Waarden van diversiteit, spiritualiteit, traditie, mystiek, regionalisme en gemeenschap zijn van nature ingebed. In zekere zin hebben nationalisten binnen alle culturen ter wereld dan ook een gedeeld doel; het behoudt van deze culturele diversiteit en het veelvoud aan denkpatronen. Het is niet het bestaan van cultureel verschil dat tot conflict leidt. Niet de liefde voor het vaderland doet oorlog ontstaan. De reden voor deze conflicten is het imperialisme, niet het nationalisme*. Naties zijn niet agressief tenzij deze onder druk worden gezet. De mensen die deze Naties onder druk zetten zijn meestal diegene die graag problemen veroorzaken. Demagogen die gek zijn op macht en die hun persoonlijke belangen willen dienen om eigenzinnige redenen.
Maar het conflict wordt in het bijzonder gecreëerd door controle freaks die de culturele rijkdom van de mensheid willen afbreken. Mensen die dit alles willen afbreken om een ordelijke wereld te realiseren die zij gemakkelijk kunnen controleren. Voor hen staat diversiteit voor chaos en wanorde. Zij zien dingen liever simpel en gemakkelijk controleerbaar. Zij zijn bang voor datgene wat zij niet kunnen controleren. Dus om die reden proberen zij de wereld te mengen tot een grote uniforme en beheersbare massa. Dit proces om een eentonige wereld te creëren is hetgeen dat echt de conflicten voedt. Omdat de verschillen kleiner worden proberen mensen wanhopig vast te houden aan die verschillen die steeds groter worden, uiteindelijk escaleert dit in geweld.
De weg naar vrede en samenwerking komt niet tot stand door het uitroeien van culturele verschillen, maar door deze te beschermen tegen uitroeiing door een grijze globalisering. Eenheid door diversiteit moet de strijdkreet tegen de conformiteit van de 21ste eeuw worden. In dit opzicht is de bekrompen associatie van het antifascisme met communisme een niet te tolereren en zeer gevaarlijke situatie. Het is belangrijk dat cultureel bewuste mensen de claim dat communisten enkel antifascist kunnen zijn terug draaien. Dit moet bereikt worden door het smeden van allianties tussen verschillende culturen. Door de haatvrije oorsprong en visionaire kijk vanuit het traditionalisme. Een interculturele alliantie kan worden gebruikt als het platform om de kapitalistische vereffening definitief te bestrijden.
* Met nationalistisch sentiment doelen we hier op trots en interesse voor de eigen culturele achtergrond, niet op nationaal-chauvinistische haat of minachting van anderen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten